Benelli۪s tweede en laatste wereldtitel

83

Japanse constructeurs als Honda en Yamaha hebben in de loop der jaren al menige rijders-/constructeurstitel in de wacht weten te slepen. De Italiaanse renstal van Benelli was op dat gebied echter slechts twee keer succesvol, waaronder in 1969 toen Kelvin Carruthers voor dit team de wereldtitel binnenhaalde in de 250cc klasse.

In 1950 is het Dario Ambrosini, die in de 250cc klasse de eerste wereldtitel voor Benelli weet te scoren. Deze Italiaanse coureur slaagt er in de jaren 1949 tot en met 1951 in maar liefst vijf GPÕs aan boord van een Benelli te winnen.
Vervolgens is het enige tijd vrij rustig rondom de renstal van Benelli, totdat we halverwege de jaren Õ60 Tarquinio Provini terug kunnen vinden aan boord van deze Italiaanse machine. Hij slaagt er zowel in 1964 als in 1965 in ŽŽn GP bij de kwartliters te winnen.
Vanaf 1967 komt Renzo Pasolini voor het team van Benelli te rijden. Hij is daarbij gedurende de jaren zowel actief in de 250-, de 350- als de 500cc klasse. Het is deze zelfde Pasolini, die een aantal leuke resultaten weet te boeken voor de renstal van Benelli, door onder andere in 1968 vice-wereldkampioen te worden bij de 350ccÕs. Tot een overwinning is het voor Pasolini tot dan toe echter nog niet gekomen.

Dan breekt het seizoen 1969 aan. Honda is dan al reeds een jaar niet meer actief geweest in de GPÕs en Yamaha brengt vanaf dat moment ook geen fabrieksmachines meer in de baan.
De renstal van Benelli staat in 1969 bij de kwartliters aanvankelijk alleen met Pasolini aan het vertrek, die de beschikking heeft over een supersnelle viercilinder-machine. Gedurende het seizoen wordt de Italiaan, na een crash, tijdelijk vervangen door Kelvin Carruthers, die zich vervolgens definitief van een plaats als tweede man binnen dit team weet te voorzien voor de rest van het seizoen, naast Pasolini die een paar GPÕs later weer van de partij is.
De Spanjaard Santiago Herrero komt dat jaar, net als in 1968, uit op een tweetakt ŽŽncilinder-Ossa. Ook Yamaha is in 1969 wel in het wereldkampioenschap 250cc vertegenwoordigd, ditmaal met serie-afgeleide tweecilinder-machines (dus geen fabrieksmachines). Belangrijkste mannen die dat seizoen met zoÕn machine starten zijn de Zweed Kent Andersson en de Brit Rodney Gould. Ook de landgenoot van Gould, Phil Read, doet dat jaar nog een keer van zich spreken.

Het WK 250cc telt in 1969 twaalf races, die allemaal op het Europese continent worden verreden.

Herrero slaagt er tijdens de openings-GP in zijn thuisland Spanje op het circuit van Jarama direct in te winnen, vˆ_ˆ_r de twee Zweden Andersson en Bšrje Jansson (Kawasaki).
Tijdens de tweede GP in West-Duitsland gaat het in de trainingen reeds mis voor Pasolini. Hij komt ten val en als gevolg van deze valpartij zal hij een aantal races moeten missen. Het is op deze zelfde Hockenheimring vervolgens Andersson, die met de overwinning aan de haal gaat, vˆ_ˆ_r de twee lokale helden Lothar John en Klaus Huber.
In Frankrijk op het circuit van Le Mans is het Herrero, die zijn tweede zege van het seizoen weet te boeken. Op de plekken twee en drie vinden we de YamahaÕs van Gould en Andersson terug. Het is deze zelfde Zweed, die er op dat moment direct al goed voorstaat met het oog op de titel.

In de tussentijd heeft men bij Benelli een tweetal vervangers aan weten te trekken voor Pasolini: wereldkampioen uit 1968 Phil Read en de Australi‘r Kel Carruthers. Het is deze laatstgenoemde coureur, die het gelijk voortreffelijk doet door de TT op het eiland Man op zijn naam te schrijven (tevens de eerste GP-overwinning voor Carruthers). De Australi‘r weet zich daarmee direct van een vaste plaats binnen het team te voorzien voor de rest van het seizoen. De Brit Frank Perris finisht overigens op een tweede plek op zijn thuiscircuit, terwijl Herrero de derde plek weet te pakken. Read daarentegen weet zich niet in de punten te rijden met de Benelli.
Tijdens de volgende race, de Dutch TT in Assen, is Pasolini weer van de partij en samen met Carruthers moet hij proberen de eer voor Benelli hoog te houden. De twee mannen slagen daar in Nederland perfect in. Het is aanvankelijk Gould, die de leiding in de wedstrijd heeft, gevolgd door Pasolini en Carruthers. Pasolini rijdt even later van zijn teamgenoot weg en de Italiaan slaagt erin het gat naar Gould te dichten. De machine van Gould begint vervolgens steeds slechter te lopen en nadat Pasolini aan hem voorbijgegaan is, passeert ook Carruthers de Yamaha-coureur. Een Benelli ŽŽn-tweetje is daarmee een feit. Herrero wordt andermaal derde, na ook Gould gepasseerd te hebben, die op zijn beurt uiteindelijk genoegen moet nemen met een vierde plek.
Bij onze Zuiderburen op het circuit van Spa Francorchamps is het weer Herrero, die op de hoogste trede van het podium mag gaan staan. Hij wint de kwartliter-race aldaar, vˆ_ˆ_r Gould en Carruthers.

In het nu voormalige Oostblok voelt Pasolini zich duidelijk in zijn element in 1969. Allereerst wint hij in Oost-Duitsland op de Sachsenring, vˆ_ˆ_r Herrero en de lokale favoriet Heinz Rosner met de MZ.
Een week later is het opnieuw Pasolini die wint in Tsjechoslowakije op het circuit van Brno, ditmaal met Gould en Carruthers op respectievelijk een tweede en een derde plek.
In het Hoge Noorden van Europa, in Finland op het stratencircuit van Imatra, is het Andersson die erin slaagt zijn tweede overwinning van het seizoen te boeken, vˆ_ˆ_r Gˆ_nter Bartusch, Jansson en Carruthers. Pasolini daarentegen komt opnieuw ten val, waarmee zijn seizoen al vroegtijdig tot een einde komt. De strijd om het kampioenschap is, met nog drie races te rijden, echter absoluut nog niet beslist.

Tijdens de Ulster GP is het Carruthers, die zijn tweede zege van het jaar pakt. Andersson doet het opnieuw goed met een tweede plek en op de derde plaats vinden we andermaal een thuisrijder, dit keer in de persoon van Ray McCullough.
Op het circuit van Imola tijdens de GP der Naties is het vervolgens Read, die weer van zich doet spreken. Hij verschijnt aan de start van de race met een Yamaha, na eerst aangeboden te hebben voor Benelli te willen rijden als versterking voor Carruthers, die op dat moment met Andersson en Herrero in gevecht is om de titel en het dus opnieuw zonder Pasolini moet doen. Het is echter de renstal van Benelli die aangeeft geen gebruik te willen maken van de aangeboden diensten van Read. Als revanche hierop is het deze zelfde Read, die wel voor Yamaha wint op het circuit van Imola, door in eerste instantie Carruthers (2e) en Andersson (3e) voor te blijven.
De laatste GP van het seizoen wordt verreden in Joegoslavi‘ op het circuit van Opatija. Het wordt opnieuw een Benelli ŽŽn-tweetje. Carruthers wint de race namelijk, vˆ_ˆ_r zijn tijdelijke teamgenoot Gilberto Parlotti. Andersson besluit zijn seizoen ook met een podiumplaats door aldaar een derde plek te pakken.

En dan kan het rekenwerk beginnen, zodat voor iedere coureur uiteindelijk de zeven beste resultaten zullen overblijven. Andersson heeft het in eerste instantie het beste gedaan dat seizoen door in totaal 108 punten bij elkaar te hebben gereden tegenover 103 punten voor Carruthers. HerreroÕs aantal bedraagt 88 punten. Dan worden echter dus de schrapresultaten gehanteerd. Carruthers komt uiteindelijk uit op een netto-totaal van 89 punten. Andersson daarentegen houdt er slechts 84 over en Herrero eindigt op 83 punten.
Carruthers is daarmee de nieuwe wereldkampioen 250cc, waarmee hij tevens de renstal van Benelli zijn tweede (en tot nu toe ook laatste) wereldtitel schenkt. Samen met Pasolini is hij in 1969 bij de kwartliters goed geweest voor in totaal zes Benelli-overwinningen.

Eindstand WK 250cc 1969:
1e Kelvin Carruthers (AUS) Benelli, 89 punten
2e Kent Andersson (ZWE) Yamaha, 84 punten
3e Santiago Herrero (SPA) Ossa, 83 punten
4e Renzo Pasolini (ITA) Benelli, 45 punten
5e Bšrje Jansson (ZWE) Kawasaki, 45 punten
6e Rodney Gould (GBR) Yamaha, 44 punten

Voor Carruthers is het sowieso een zeer druk seizoen geweest, want naast het feit voor Benelli bij de kwartliters te hebben gereden, is de Australi‘r dat jaar ook aan boord van een Aermacchi verschenen in zowel de 125-, de 350- als de 500cc klasse (ook bij deze drie klassen staat hij aan het eind van het jaar vermeld in de eindstand; 10e bij de 125ccÕs, 7e bij de 350ccÕs en 44e bij de 500ccÕs).

Ook in 1970 neemt Benelli weer deel aan het WK (ditmaal alleen
bij de 350ccÕs, nadat vanaf dat seizoen ook een beperking van het maximale aantal cilinders geldt bij de 250ccÕs van twee, waardoor de viercilinder-BenelliÕs van weleer onbruikbaar waren geworden), aanvankelijk opnieuw met zowel Carruthers als Pasolini. Carruthers maakt echter al vroeg in het seizoen de overstap naar Yamaha, waarvoor hij dan ook al actief is bij de kwartliters. Overwinningen worden er dat jaar voor Benelli niet meer geboekt en Carruthers en Pasolini eindigen uiteindelijk op respectievelijk een tweede en een derde plek in de eindstand bij de 350ccÕs.
Vervolgens trekt de renstal van Benelli zich vanaf het seizoen 1971 terug uit de wegracerij. Pasolini keert vanaf dat moment terug naar de renstal van Aermacchi, waarvoor hij ook al actief was vˆ_ˆ_r zijn Benelli-periode.
Benelli zelf is tot op de dag van vandaag dus blijven steken op twee wereldtitels.

Erelijst van Benelli:

13 overwinningen
2 wereldtitels

Tekst: Asse Klein, [email protected]
Bron foto: www.kakeh.com

Carruthers (4) en Pasolini (3) razen met hun BenelliÕs door de Finse bossen op het circuit van Imatra.