Column Frank Weeink: NICKY

375
hayden
Nicky Hayden Valencia 2006 | foto© Repsol media

De column is terug op Racesport.nl. Op woensdag zal er gedurende het wegrace seizoen wekelijks een column te lezen zijn, een column verzorgd door één van de vier Racesport.nl columnisten.

 

Onderstaand een column van de hand van Eurosport MotoGP commentator en motorsport journalist Frank Weeink.

NICKY
Eerst was er die fantastische race, de clash tussen jong en oud, die nooit verwachte crash en de ontlading daarna. Even zat die ene gedachte niet op de eerste rang in ons hoofd. Nou ja, heel even maar, want Dani Pedrosa droeg zijn derde plaats in de Franse Grand Prix op aan Nicky Hayden. De voeten weer op de grond. Uitgezweefd.

Al vanaf donderdag hing het trieste nieuws over de wereldkampioen van 2006 als een grauwsluier over de paddock. Cal Crutchlow verwoordde wat die dagen vast voor velen gold; ik herkende me er tenminste goed in. “’s Avonds kijk je voordat je gaat slapen nog even of er nieuws is en als je ‘s ochtends wakker wordt, is het ook het eerste wat je doet.” Dat nieuws kwam pas maandag tegen het einde van de middag, of ‘s avonds, als je de officiële lezing wilt aanhouden. Ik ga hier niet beweren dat ik Nicky goed kende – en toch was hij één van die coureurs die je in een gesprek met anderen vaker Nicky dan Hayden noemde. Ik interviewde hem slechts een keer voor een lang verhaal, tijdens een ‘wintertest’ in Barcelona, begin 2004. Ik stond te wachten in de Repsol/Honda-pitbox, toen Nicky binnen kwam en zijn oog op de tv viel. Met daarop een surfer die op het punt stond om te worden verzwolgen door de golven. Nicky sprintte naar de andere kant van de pitbox om teamgenoot Alex Barros voor de tv te trekken. Ik stond er bij en keek er naar. Nicky had nog heel even geen tijd voor de journalist die de nieuwe Amerikaanse hoop kwam ondervragen. Daarna had hij alle tijd, die jongen die tijdens zijn eerste Grand Prix-seizoen al heel wat fans had gewonnen. Onder toeschouwers en media. Twee jaar later was hij wereldkampioen. De enige MotoGP-wereldkampioen ooit zonder tweetakt Grand Prix-verleden.

Van 2007 tot en met 2009 had ik het geluk dat ik hem als commentator voor RTL7 vrijwel elke Grand Prix zag. Ik herinner me dat hij de drie wachtende journalisten in China begroette met een ‘box’. Zo deed je dat. Als je tenminste zo ‘cool’ was als hij. Dat was ik dus niet. Na afloop van de trainingen vertelde hij plichtsgetrouw in de Honda-truck over zijn dag. Hoewel het lang niet altijd makkelijke dagen waren, omdat de nieuwe 800 cc Honda niet bij hem paste, was het altijd prettig om hem te horen. “I don’t wanna be no cry-baby”, was zo’n tekst die hij regelmatig uitsprak, en dat klopte. Want klagen deed hij zelden. Ook bijvoorbeeld niet toen teamgenoot Dani Pedrosa halverwege het seizoen 2008 zijn Michelins verruilde voor de beter geachte Bridgestones. Nicky moest verder met Michelin, beet op zijn lip maar hield zijn mond dicht. Toen hij aan het eind van dat seizoen overstapte naar Ducati, kwam hij na zijn eerste test in Valencia de Ducati-hospitality binnen met een voor hem tekenende opmerking. “Ik weet niet wat ze Casey betalen, maar het is lang niet genoeg”, sprak hij zijn bewondering uit voor zijn nieuwe teamgenoot Stoner. Onderling respect, dat was vanzelfsprekend voor hem. Dat moet hij van huis uit hebben meegekregen. Van die unieke familie, met aan het hoofd vader Earl en moeder Rose. In 2006 won Nicky een zeer gedenkwaardige Dutch TT, en vader Earl was er niet bij. Zijn stem stokte toen hij vertelde dat best jammer te vinden. De familie bood houvast, dat toonden de foto’s die hij zelf plaatste op social media. Van de nichtjes, de neefjes, van de dieren zelfs, van de motoren, van de broers Tommy en Roger, van zijn huwelijksaanzoek aan vriendin Jackie en natuurlijk van ‘Mum & Dad’, aan wie hij zoveel te danken had. Meer dan eens heb ik gedacht ‘als je toch eens zo’n familie zou hebben…’. Veel meer dan wij, motorsportliefhebbers, voelt die familie nu een onbeschrijflijk gemis. Tijdens het afgelopen WK Superbike-weekend in Assen stond ik op zaterdagmiddag in de Ten Kate-pitbox. Geen surfer op tv, geen teamgenoot om voor de tv te trekken. Nicky beëindigde zijn gesprek en kwam op deze wachtende journalist af gelopen. Toch een paar jaar niet gezien. “Hey, how are you doing. Been a while.” Ik kan je verzekeren, zo is niet elke voormalige MotoGP-wereldkampioen. Het was pas zijn tweede WK Superbike-seizoen, maar het zal ook komend weekend in Donington maar moeilijk te bevatten zijn dat de #69 kant van de pitbox leeg blijft.

Zoals ik zei, je zult van mij niet horen dat ik Nicky Hayden goed ‘kende’. Maar soms is ‘niet goed kennen’ al goed genoeg. Ik heb ‘in memoriams’ gelezen en – misschien herken je het – merkte dat ik regelmatig zat te glimlachen of zelfs soms hardop lachte. Tot je beseft, deze lofzangen, en ook deze column, zijn geschreven om maar één reden. Een hele verkeerde reden, eigenlijk.

Zoals velen vast de laatste dagen hebben gedaan, heb ik nog eens oude bladen, webartikelen, boeken en clips bekeken. En al die foto’s. Die jaloersmakende glimlach en die goede kop. Weinig MotoGP-wereldkampioenen pasten zo goed in reclamecampagnes van Tissot of Dainese. De foto’s ook van de wereldkampioen van 2006 die hartverscheurend huilt van blijdschap nadat hij in Valencia zijn droom heeft gerealiseerd. Het zijn beelden die voor altijd op mijn netvlies gebrand staan, net als die foto’s op datzelfde circuit, met een spinnende en rokende band driftend door die een na laatste linker bocht.

Gelukkig hebben we de foto’s nog. Echt, gelukkig maar.

Frank Weeink werkt onder meer als MotoGP-commentator voor Eurosport en is Grand Prix-verslaggever voor MotoPlus.

 

Lees ook:

Nicky Hayden overleden: Memoriamplek bij Ten Kate Motoren in Nieuwleusen
Pijnlijke misser Bufalini-ziekenhuis bij publicatie overlijden Nicky Hayden
MotoGP Legend Nicky Hayden overleden
‘Geen hoop meer op herstel Nicky Hayden’
Nicky Hayden ernstig gewond bij verkeersongeval