Laatste kans voor Kenny Roberts op de wereldtitel

292

Het seizoen 1983 zou uiteindelijk het laatste jaar voor Kenny Roberts Sr. worden in de GPÕs. De reeds drievoudig wereldkampioen van dat moment zou alles op alles zetten om zijn carriˆ¬re in stijl af te sluiten door in zijn laatste seizoen nog ŽŽn keer wereldkampioen te mogen worden in de 500cc klasse. Dat jaar maakte een jonge landgenoot van de concurrerende renstal het Roberts echter zeer lastig, zo lastig dat het uiteindelijk deze Freddie Spencer was, die met het kampioenschap aan de haal ging, waarbij Kenny slechts een paar puntjes tekort kwam, waardoor hij genoegen moest nemen met de titel van vice-wereldkampioen.

Net zoals het jaar daarvoor belooft 1983 ook weer een zeer interessant jaar te worden in de 500cc klasse, als de diverse fabrieken weer met topmateriaal, bestuurd door topcoureurs, aan de start verschijnen.
Regerend-wereldkampioen Franco Uncini kan opnieuw over het beste materiaal beschikken van Suzuki, voor het Gallina HB Suzuki Team, in de vorm van de nieuwe XR45. Randy Mamola krijgt hetzelfde materiaal van Suzuki tot zijn beschikking, alleen komt hij uit voor het HB Suzuki Team, zonder dat daar de naam van Gallina aan gekoppeld is.
De fabriek van Honda treedt dat jaar op volle sterkte aan door maar liefst vier fabrieksmachines aan de start te laten verschijnen. Freddie Spencer, Marco Lucchinelli, Takazumi Katayama en Ron Haslam mogen dat jaar de supersnelle Honda NS gaan besturen voor de Honda Racing Corporation (HRC).
Ook de renstal van Yamaha is dat seizoen met fabrieksmachines aanwezig in de GPÕs. Kenny Roberts en nieuwkomer Eddie Lawson vertegenwoordigen dit jaar het Yamaha Marlboro Team onder leiding van Giacomo Agostini, terwijl Marc Fontan voor het Sonauto Gauloises Team een fabrieks-Yamaha mag besturen.
Het laatste fabrieksteam, na het offici‘le vertrek van Kawasaki, is dat jaar het team van Cagiva, dat dat seizoen met Virginio Ferrari en Jon Ekerold aan de start verschijnt.
Naast de offici‘le fabrieksfietsen verschijnen ook een groot aantal coureurs met (iets) minder materiaal aan de start, voornamelijk HondaÕs en SuzukiÕs. Zo is er een Honda RS (het minder snelle broertje van de NS) weggelegd voor onder andere Raymond Roche (krijgt aan het eind van het seizoen nog de beschikking over een NS), Guido Paci, Giovanni Pelletier, Fabio Biliotti, Michel Frutschi en onze eigen Jack Middelburg (Stichting Nederlands Racing Team).
Ook Suzuki laat een aantal andere exemplaren, minder snel dan de XR45, door enige topcoureurs rondsturen in 1983. Zo rijdt Loris Reggiani aanvankelijk op fabrieksmateriaal uit 1982 (Gallina HB Suzuki Team). Daarnaast zijn er ook een heel aantal Suzuki RGÕs en RGBÕs (productieracers) weggelegd voor mannen als Barry Sheene, Keith Huewen (beide Heron Suzuki Team), Sergio Pellandini, Anton Mang (ook HB Suzuki Team) en Neerlands hoop in bange dagen, Boet van Dulmen (Shell Nederland/Nimag).
Kortom: een zeer gevarieerd startveld in 1983 met naast bovengenoemde coureurs nog een heel aantal andere rijders aan boord van diverse machines, waarmee de startgrids in de koningsklasse dat jaar altijd goed gevuld zullen zijn. Wel zijn het de eerstgenoemde fabriekscoureurs (behalve dan de Cagiva-rijders), die dat seizoen ook de dienst uit zullen gaan maken, waarbij een bescheiden rol is weggelegd voor de andere rijders gedurende het 12-races tellende WK 500cc van 1983.







De aftrap van het seizoen vindt plaats in Zuid Afrika op het circuit van Kyalami. Het zijn daar de vier fabrieks-HondaÕs, die de beste start hebben, terwijl de YamahaÕs van Roberts en Lawson beide een matige start kennen. Spencer bouwt direct een voorsprong op ten opzichte van Katayama en Haslam, die enige tijd later vergezeld worden door Roberts. Samen slagen de Japanner en de Brit er nog even in Roberts op te houden, waardoor Spencer ondertussen wel ongestoord naar de overwinning kan rijden. Bovendien verliest Kenny nog wat extra tijd door het zien van een ambulance in de baan, waarvoor niet wordt gevlagd en waarvan de Amerikaan nogal schrikt. Uiteindelijk komt Roberts zoÕn zeven seconden na ÔFast FreddieÕ als tweede over de finish, terwijl Haslam zijn beste GP-klassering uit zijn carriˆ¬re tot dan toe weet te behalen door de laatste podiumplaats in de wacht te slepen.
De tweede GP van dat jaar wordt verreden in Frankrijk op Le Mans, waarbij de heren coureurs overigens het Europese continent gedurende de rest van het seizoen niet meer zullen verlaten. Na een bizarre start, waarbij mannen als Mamola en Lawson (vrijwel) direct al moeten opgeven, is het opnieuw Spencer, die aan de leiding gaat, waarbij hij op de hielen wordt gezeten door Roberts. Kenny vindt al vrij snel de aansluiting bij zijn jongere landgenoot om vervolgens zelfs aan de Honda van Spencer voorbij te gaan. Het heeft er even alle schijn van, dat Roberts wegloopt bij Spencer, maar dan begint zijn machine kuren te vertonen. Noodgedwongen zakt hij terug naar uiteindelijk een vierde plaats, als hij ook de beide HondaÕs van Lucchinelli en Haslam moet laten passeren. Het ereschavot wordt aan het eind van de race dan ook in zijn geheel ingenomen door Honda-rijders met Spencer opnieuw op de hoogste trede, gevolgd dus door Lucchinelli, Haslam en Roberts, die net buiten het podium belandt. De race wordt echter overschaduwd door de dood van Michel Frutschi, die na een valpartij in de zesde ronde uiteindelijk hier het leven moet laten. Een week later is het Guido Paci, die helaas dodelijk verongelukt op het circuit van Imola tijdens een race niet-meetellend voor het WK.
Van Frankrijk reist het GP-circus af naar het circuit van Monza, waar de Italiaanse GP wordt verreden. Gedurende de race wordt al vrij snel een leidend kwartet gevormd door Mamola, Spencer, Roberts en Haslam. Halverwege de wedstrijd begint Roberts zich echter af te scheiden van de rest, waarmee Kenny op weg lijkt te zijn naar zijn eerste zege van het seizoen. Roberts maakt echter in de beroemde Parabolica-bocht een inschattingsfout bij het passeren van een achterblijver, waar hij met een te hoge snelheid de bocht in duikt om vervolgens weer terug te zakken naar een vierde plek. Hier blijft het echter voor de kopman van Yamaha niet bij, want in de laatste ronde komt Roberts ook nog eens zonder benzine te staan. Spencer rijdt vervolgens zeer gedecideerd naar de overwinning door Mamola van zich af te schudden, die op een tweede plek finisht, voor de derde Amerikaan Lawson, nadat ook Haslam aan de kant is komen te staan met technische problemen.
Na drie races gereden te hebben, heeft Spencer dus nog het maximale aantal punten bij elkaar gereden en hij gaat op dat moment dan ook fier aan kop in de tussenstand voor het kampioenschap. Tussenstand na 3 races: 1e Spencer (45 punten), 2e Roberts en Haslam (20 punten).

Op het circuit van Hockenheim in Duitsland slaat Roberts terug na de grote teleurstelling op Monza. Spencer leidt aanvankelijk de wedstrijd, gevolgd op enige afstand door Roberts. In de loop van de wedstrijd krijgt Spencer echter uitlaatproblemen en al redelijk snel wordt hij ingelopen door Kenny, die vervolgens vrij gemakkelijk naar zijn eerste zege van het seizoen rijdt, als de race ook nog vroegtijdig wordt afgevlagd vanwege regen. Katayama en Lucchinelli gaan ook nog aan hun teamgenoot Spencer voorbij en komen respectievelijk als tweede en derde over de finish, terwijl Spencer uiteindelijk genoegen moet nemen met een vierde plek. Min of meer een herhaling dus van de race op Le Mans, alleen zijn de rollen nu omgedraaid.
Op het circuit van Jarama in Spanje gaat Spencer echter opnieuw met de overwinning aan de haal. Hij en Roberts zijn gedurende de wedstrijd een klasse apart en samen bouwen de twee Amerikanen direct al een enorme voorsprong op ten opzichte van de concurrentie. Roberts heeft lange tijd de leiding, waarbij Spencer volgt op zoÕn twee seconden. ÔFast FreddieÕ slaagt er echter in dit gat te dichten en in de 20e ronde van de race neemt hij de koppositie van Roberts over. Vervolgens ontstaat er een bikkelhard gevecht tussen de beide kemphanen, waarbij de twee heren regelmatig van positie met elkaar wisselen. Bij het ingaan van de laatste ronde heeft Spencer de leiding in handen, als de twee koplopers op het punt staan Middelburg en Pellandini op een rondje te zetten. Daarbij slaagt Spencer er wel in de twee mannen, knokkend om een achtste plaats, direct te passeren, terwijl Roberts opgehouden wordt door Middelburg (ÔJumping JackÕ doet dit overigens niet met opzet), waardoor hij uiteindelijk aan de streep een halve seconde tekort komt op Spencer. Hoe zeer de twee Amerikaanse helden de wedstrijd gedomineerd hebben, blijkt wel uit de achterstand van derde man Katayama, die op meer dan een halve minuut beslag weet te leggen op de laatste podiumplek.
In Oos
tenrijk vindt Roberts weer de aansluiting met Spencer in de tussenstand voor het kampioenschap. Freddie moet zijn Honda tijdens de race namelijk aan de kant zetten en Roberts weet van dit uitvallen van Spencer optimaal gebruik te maken door de wedstrijd te winnen. Op enige afstand volgt zijn teamgenoot Lawson op een tweede plek, terwijl Mamola derde wordt en daarmee het Amerikaanse podium compleet maakt. Met deze uitslag is de spanning in het kampioenschap weer helemaal teruggekeerd. Tussenstand na 6 races: 1e Spencer (68 punten), 2e Roberts (62 punten), 3e Mamola (39 punten).

Na zijn uitvallen in Oostenrijk revancheert ÔFast FreddieÕ zich weer tijdens de GP van Joegoslavi‘ op het circuit van Rijeka. Roberts heeft een ongelooflijk slechte start en verliest hierbij meteen al zoÕn 25 seconden, terwijl Spencer goed weg is en direct wegrijdt van zijn directe belagers. Er is daarmee aan de kop van de wedstrijd geen spanning terug te vinden en Spencer stevent zonder al te veel moeite op zijn vijfde overwinning van het seizoen af. Mamola wordt tweede en Lawson pakt de derde plek. Roberts daarentegen komt niet verder dan een vierde positie en hij is na de race behoorlijk kwaad. In zijn ogen had zijn teamgenoot Lawson hem namelijk voorbij moeten laten gaan met het oog op de strijd om de titel. De derde plek was goed geweest voor twee extra punten; twee punten die aan het eind van het seizoen cruciaal kunnen zijn.
Na de GP van Joegoslavi‘ is het dan eindelijk weer zover; de laatste zaterdag van juni is daar dus is het tijd voor de Dutch TT in Assen. Spencer is bij het verspringen van het licht andermaal goed weg, terwijl de YamahaÕs van Roberts en Lawson opnieuw iets verder naar achteren zitten. In de tweede ronde van de wedstrijd vindt vervolgens het verschrikkelijke (velen zullen het beeld wel voor ogen hebben) ongeluk met Uncini plaats, die de controle over zijn machine verliest en vervolgens, in een poging het asfalt zo snel mogelijk te verlaten, aan het hoofd wordt geraakt door Wayne Gardner, die Uncini niet meer kan ontwijken. Daarbij vliegt de helm van het hoofd van Franco en in het ziekenhuis van Groningen wordt geconstateerd, dat Uncini een hersenkneuzing, twee gebroken ribben, een gebroken neusbotje en een longbeschading heeft opgelopen. De regerend-wereldkampioen zal hiermee in 1983 niet meer terug keren in het wereldkampioenschap. Ondertussen gaat de wedstrijd gewoon door, waarbij Roberts zich al snel een weg naar voren baant om in de 8e ronde van de race de leiding van Spencer over te nemen. Ook Katayama gaat aan zijn teamgenoot voorbij en finisht als tweede, kort achter de uiteindelijke winnaar Roberts, die de overwinning nog bijna uit handen geeft door al vroegtijdig een wheelie te trekken, zonder daarbij in de gaten te hebben hoe dicht Katayama nog achter hem zit. Spencer komt daarentegen niet verder dan een derde plek en ziet daarmee zijn voorsprong ten opzichte van Roberts weer met vijf punten slinken.
Roberts weet zijn goede prestatie van Assen een vervolg te geven in Belgi‘ op het circuit van Spa Francorchamps. Net als in Assen krijgt Spencer zijn Honda bij de start direct aan de praat, terwijl het Roberts iets meer moeite kost om zijn machine aan het brullen te krijgen. Spencer heeft al snel een voorsprong van zoÕn vijf seconden opgebouwd ten opzichte van Roberts, maar de Yamaha-coureur rijdt dit gat al vrij snel dicht om vervolgens voorbij te gaan aan Spencer en direct weg te rijden bij zijn jongere landgenoot. Roberts wint dan ook en Spencer volgt op een kleine veertien seconden op een tweede plek en is daarmee opnieuw drie punten van zijn voorsprong kwijt. Mamola zorgt op Spa voor andermaal een geheel Amerikaans podium, waarop echter wel drie verschillende merken vertegenwoordigd zijn.
De strijd om het kampioenschap is met nog drie races te gaan nog geheel open. Roberts is Spencer tot op vijf punten genaderd, dus beide heren maken nog aanspraak op het kampioenschap. Het gat naar derde man Mamola is enorm en de Suzuki-rijder is daarmee gezien voor de titel, als zijn twee landgenoten voor hem tenminste geen gekke dingen doen en gewoon punten blijven scoren. Tussenstand na 9 races: 1e Spencer (105 punten), 2e Roberts (100 punten), 3e Mamola (69 punten).

Na een korte pauze van een aantal weken is het vervolgens de beurt aan de GP van Groot Brittanni‘ op het supersnelle circuit van Silverstone. Suzuki, dat nog steeds een achterstand heeft op Honda en Yamaha (gezien ook de tussenstand), maakt van de gelegenheid gebruik om maar liefst zeven rijders in de HB-kleuren te laten rijden in een poging wat van de achterstand op de twee grootste concurrenten goed te maken. Naast Mamola, Reggiani en Mang (Uncini is dus niet van de partij) rijden ook Sheene, Pellandini, onze eigen Van Dulmen en Rob McElnea op een Suzuki, gespoten in de kleuren van HB. Aanvankelijk krijgt ook Van Dulmen, naast Mamola, als enige de beschikking over fabrieksmateriaal als vervanger van Uncini. Met deze machine test Van Dulmen ook voorafgaand aan de GP op datzelfde circuit. Tijdens het race-weekend blijkt het echter allemaal heel anders uit te pakken. Daar is het namelijk Pellandini, die de beschikking krijgt over de Suzuki van Uncini (van het laatste type), terwijl Van Dulmen het moet doen met een, uit oude onderdelen in de haast opgebouwde, Õ83-racer van het eerste type, terwijl hij zich gedurende de trainingen zelfs kwalificeert met zijn eigen privŽ-Suzuki. Ook Reggiani krijgt overigens de beschikking over een ouder Õ83-model, terwijl Mang en Sheene mogen rijden op machines uit 1982 en McElnae een aangepaste standaard-fiets bestuurt. Dit als extra informatie over de ontwikkelingen bij Suzuki.
Terug naar datgene waar het om draait, de strijd om de titel. In de beginfase van de race op Silverstone voeren Roberts, Spencer en Mamola het veld aan, waarbij ze op korte afstand gevolgd worden door Lawson. In de 5e ronde van de race vindt er echter een verschrikkelijk ongeluk plaats. Op een snel stuk van het circuit loopt de motor van Norman Brown vast. De coureur uit Noord-Ierland steekt zijn hand op om aan te geven, dat hij problemen heeft, maar hij wordt vervolgens volledig getorpedeerd door Peter Huber, die na de crash op het asfalt blijft liggen, nadat zijn helm ook van zijn hoofd is geraakt. Beide rijders vinden bij dit tragische ongeval de dood. Vervolgens wordt de race op vrij dubieuze wijze stilgelegd om even later de herstart weer plaats te laten vinden, waarbij de tijden van beide manches bij elkaar opgeteld zullen worden. Roberts is in deze tweede manche uiteindelijk verreweg de sterkste, terwijl achter hem Lawson, Spencer en Mamola hun strijd vervolgen. Lawson wint dit gevecht, maar door de bij elkaar opgetelde tijden wordt Spencer alsnog tweede, Mamola derde en Lawson slechts vierde. Een complete Amerikaanse hegemonie weer dus. Door zijn zege is Roberts zijn concurrent Spencer nu tot op twee punten genaderd.
In Zweden op het circuit van Anderstorp (Van Dulmen rijdt hier wel op een fabrieks-Suzuki) slaagt Spencer er een week later weer in zijn voorsprong in de tussenstand op Roberts te vergroten naar opnieuw vijf punten. Bij de start is het Spencer, die als eerste weg is en daarbij wordt hij gevolgd door zijn stalgenoten Haslam en Lucchinelli. Bij de eerste doorkomst bevindt Roberts zich echter alweer op een tweede plek en samen rijden de twee belangrijkste mannen uit het kampioenschap weg van de rest van het veld. Vervolgens ontstaat er een zeer spannend gevecht tussen Roberts en Spencer, dat tot aan de finishstreep zal blijven duren. Daarbij voert Roberts lange tijd het veld aan en moet Freddie iets terrein prijs geven ten opzichte van Kenny, maar richting het eind van de wedstrijd vindt hij toch weer de directe aansluiting bij de Yamaha-rijder. Het gevecht tussen de beide kemphanen wordt uiteindelijk pas in de laatste ronde van de race beslist. In een ultieme uitrempoging aan het eind van het lange rechte stuk zet Spencer zijn machine half naast die van Roberts, die zelf ook al zo laat mogelijk heeft geremd. Om er niet samen af te vallen, moet Kenny de bocht heel ruim nemen, waarbij zowel hijzelf als Spence
r buiten de baan raken. Roberts komt veel verder in het gras terecht dan Spencer, waardoor ÔFast FreddieÕ zijn machine sneller weer het asfalt op kan sturen om daarna net voor Kenny als eerste afgevlagd te worden, terwijl Katayama meer dan een halve minuut later als derde over de streep komt. Na afloop van de wedstrijd is Roberts absoluut niet blij met de inhaalactie van zijn landgenoot, alhoewel hij enige tijd na de GP van Zweden wel toegeeft, dat als hij net zo oud was geweest als Spencer hij waarschijnlijk hetzelfde zou hebben gedaan.
De laatste race van dat seizoen wordt verreden in San Marino op Imola waar de beslissing moet vallen. Spencer heeft genoeg aan een tweede plek, in het geval Roberts met de overwinning aan de haal gaat. Voorafgaand aan de GP van San Marino ontstaan er diverse geruchten met betrekking tot coureurs, die wel eens op een extra vierde fabrieks-Yamaha aan de start kunnen gaan verschijnen om Roberts te helpen in zijn jacht naar de titel. Zo vallen onder andere de namen van Graeme Crosby (vice-wereldkampioen in 1982, uitkomend ook voor hetzelfde team als Roberts en Lawson dit jaar), Christian Sarron en Virginio Ferrari. Het is uiteindelijk Carlos Lavado (reeds wereldkampioen in de 250cc klasse in 1983), die ook de beschikking krijgt over een fabrieks-Yamaha, alleen niet zozeer met het doel als hulp voor Roberts te fungeren. In de trainingen gaat de Venezolaan er echter al af, waarbij hij een teen breekt en hij vervolgens niet aan de wedstrijd kan deelnemen.
Tijdens deze zelfde wedstrijd is het meteen Spencer, die de leiding neemt (zoals zo vaak dat jaar), voor Lucchinelli (als tijdelijke buffer) en Roberts. ÔKing KennyÕ gaat echter al vrij snel voorbij aan ÔLuckyÕ en vijf ronden later zit hij aan het achterwiel van Spencer. In de 8e ronde van de wedstrijd neemt Kenny de leiding van Freddie over en op enige afstand volgen Lucchinelli, de snel naar voren komende Lawson en Roche, die voor de laatste race ook de beschikking heeft over een fabrieks-Honda NS. Lawson werkt zich al vrij snel op naar een derde plek, door ook aan Lucchinelli voorbij te gaan, en het gat naar de twee koplopers wordt kleiner, wat in het voordeel is van Roberts, die hoopt dat zijn teamgenoot de aansluiting kan vinden om zich vervolgens tussen Kenny en Freddie in te nestelen om kostbare punten van Spencer af te pakken en daarmee Roberts alsnog aan de wereldtitel te helpen. Freddie wordt duidelijk gemaakt, dat Lawson dichterbij komt via signalen vanuit de pits en hij gaat even later dan ook weer aan Roberts voorbij. Kenny moet daarom in de tegenaanval om in ieder geval de winst in de wedstrijd niet uit handen te geven en na enige schermutselingen pakt Roberts alsnog de leiding terug. Spencer blijft vervolgens op een tweede plek hangen en rijdt de race zeer gedecideerd en zonder risicoÕs op deze positie uit, als blijkt dat Lawson het gat niet kan dichten en genoegen moet nemen met een derde plek. Roberts wint de laatste race uiteindelijk vrij gemakkelijk, maar het is Spencer, die op 21-jarige leeftijd met de wereldtitel aan de haal gaat en daarmee de jongste wereldkampioen aller tijden wordt in de 500cc klasse. Gedurende het seizoen 1983 is hij zijn tien jaar oudere landgenoot dus de baas gebleven.

Eindstand WK 500cc 1983:

1e Freddie Spencer (USA) Honda, 144 punten
2e Kenny Roberts (USA) Yamaha, 142 punten
3e Randy Mamola (USA) Suzuki, 89 punten
4e Eddie Lawson (USA) Yamaha, 78 punten
5e Takazumi Katayama (JAP) Honda, 77 punten
6e Marc Fontan (FRA) Yamaha, 64 punten
7e Marco Lucchinelli (ITA) Honda, 48 punten
8e Ron Haslam (GBR) Honda, 31 punten
9e Franco Uncini (ITA) Suzuki, 31 punten
10e Raymond Roche (FRA) Honda, 22 punten
11e Boet van Dulmen (NED) Suzuki, 17 punten
12e Jack Middelburg (NED) Honda, 12 punten
13e Sergio Pellandini (ZWI) Suzuki, 11 punten
14e Barry Sheene (GBR) Suzuki, 9 punten
15e Keith Huewen (GBR) Suzuki, 7 punten

Aan het eind van het seizoen is het verschil tussen Spencer en Roberts dus slechts twee puntjes; twee puntjes waar Roberts zich in Joegoslavi‘ nog zo kwaad om maakte. ÔFast FreddieÕ en ÔKing KennyÕ zijn echter een klasse apart gebleken, niet alleen door de concurrentie op grote afstand achter zich te laten in de eindstand, maar ook door beide zes overwinningen te grijpen en daarmee geen enkele andere rijder dat seizoen in staat te stellen ook een zege te boeken. Ook onze Nederlanders Van Dulmen en Middelburg hebben gedurende het seizoen her en der hun punten gepakt en ze eindigen op respectievelijk een elfde en een twaalfde plaats in de eindstand als de op ŽŽn na en de op twee na beste privŽ-rijder van het seizoen, achter Roche (tiende), die dus alleen tijdens de laatste race over een fabrieks-Honda beschikte.
Roberts hangt na het seizoen 1983 zijn helm dus aan de wilgen. Hij blijft steken op drie wereldtitels en hij heeft zijn carriˆ¬re als coureur dus niet kunnen besluiten zo als hij graag wilde door nog ŽŽn keer wereldkampioen te worden.

Tekst: Asse Klein, [email protected]
Bron foto: www.ananova.com