Er zijn van die momenten in de sportgeschiedenis die het debat doen verstommen. Waar je als fan of volger eigenlijk geen woorden meer aan hoeft vuil te maken, omdat de prestatie zó groot is dat ze voor zichzelf spreekt. Zondag op Motegi was zo’n moment. Marc Márquez reed naar de tweede plaats, pakte daarmee zijn zevende MotoGP-titel en zijn negende wereldtitel in totaal – en zette een dikke punt achter een discussie die al jaren gevoerd wordt: wie is de grootste aller tijden in de MotoGP?
Het GOAT-debat. In cafés, op tribunes en online fora: iedereen heeft er een mening over. Messi of Ronaldo, Jordan of LeBron, Federer of Djokovic, Schumacher of Hamilton. En in de MotoGP? Rossi of Márquez. Tot nu toe bleef het een kwestie van smaak en sentiment. Rossi, de kleurrijke publiekslieveling, de man die MotoGP groot maakte met zijn charisma en show. Márquez, de nietsontziende racer die de sport herschreef met zijn rijstijl en lef.
Maar in Japan verschoof het speelveld definitief.
Met zijn zevende MotoGP-kroon staat Márquez nu op gelijke hoogte met Valentino Rossi. Het verschil? Hij deed dat in veel minder seizoenen, met een carrière die niet alleen glansrijk, maar ook bijzonder grillig verliep. Denk terug aan 2020: de crash in Jerez, de zware armblessure, vijf operaties, de lange donkere jaren bij Honda waarin niets meer lukte. Velen schreven hem af. Het was gedaan, dachten we. Tot 2025. Op de Ducati GP25 vond Márquez zichzelf opnieuw uit – en hoe. Vijftien zeges op rij, een kampioenschap dat al weken voor de finale beslist is, en een dominantie die we zelden zagen.
En dat is misschien nog wel het meest indrukwekkende: hoe hij mentaal sterker terugkwam dan ooit. Waar Rossi er na 2010 niet meer in slaagde het gat naar de top te dichten, bewees Márquez dat het wél mogelijk is. Hij transformeerde zijn stijl, leerde races lezen als geen ander en liet zien dat zelfs na een carrière bedreigende blessure de absolute top weer bereikbaar is.
Critici zullen wijzen op Rossi’s negen wereldtitels en zijn ongekende populariteit. Niemand kan ontkennen wat de Italiaan voor de sport betekende. Maar puur op prestaties is het nu duidelijk: Márquez heeft de grens verlegd, en doet dat nog steeds. Zonder die crash in 2020 had hij waarschijnlijk al méér titels gehad dan wie dan ook.
Daarom durf ik het hardop te zeggen: het debat is beslecht. Marc Márquez is de GOAT van de MotoGP.
Met sportieve groet,
Evert Slager