Dit seizoen zal Racesport.nl wekelijks een overzicht geven van de jarigen in de wereld van de motorsport met daarin deze week de jarigen in de periode 15 – 22 juni.
16 juni
Giacomo Agostini (1942) – Deze levende legende heeft in zijn carrière maarliefst 122 Grand Prix’ gewonnen en 15 wereldtitels behaald en is daarmee nog steeds recordhouder. Zijn vader was het er in eerste instantie niet mee eens dat Ago wilde racen maar toen hij eenmaal aan de wegraces begon was de Italiaan niet meer te stuiten. Na in 1964 opgevallen te zijn, toen hij als wildcard aan de Italiaanse Grand Prix op Monza deelnam, maakte hij een jaar later de overstap naar het wereldkampioenschap en vocht dat eerst jaar al meteen voor de 350cc en de 500cc titel om er uiteindelijk net naast te grijpen. Ago reageerde door daarna zeven opeenvolgende jaren de 500cc titel te pakken en vanaf 1968 ook nog eens zes opeenvolgende jaren de 350cc titel. Nadat hij in 1997 gestopt was met motorracen probeerde Ago het in de Britse Formule 1 klasse waarin hij zeven keer op het podium wist te komen. Ook is Agostini nog een tijdje teammanager geweest van het Marlboro Yamaha team. Tegenwoordig komt de Italiaan nog regelmatig opdraven bij races en neemt nog wel eens deel aan Classic races.
19 juni
Chris Vermeulen (1982) – Vermeulen begon zijn carrière in het Australisch Superbike voordat zijn mentor, wijlen Barry Sheene, hem naar Europa haalde voor deelname aan het Brits Supersport waarna hij door zijn successen zijn kans kreeg in het WK Supersport met Castrol Honda. Dat ging in eerste instantie nog niet zo goed maar toen Vermeulen voor Ten Kate ging rijden kwamen de successen en een wereldtitel in 2003. In het jaar daarna zou de Australiër met Ten Kate de overstap naar het WK Superbike maken om in zijn eerste seizoen al vier races te winnen. Het jaar daarna greep hij net naast de titel. Datzelfde jaar reed hij ook enkele malen als vervanger in de MotoGP klasse, dat smaakte naar meer en Vermeulen zou voor het jaar daarna bij Suzuki tekenen en in zijn eerste seizoen twee poles en zijn eerste podium pakken. In 2007 zou zijn eerste overwinning volgen op een nat Le Mans. Vermeulen rijdt tegenwoordig nog steeds voor Suzuki in de MotoGP klasse.
Kevin Schwantz (1964) – Op vierjarige leeftijd leerde Schwantz, wiens ouders een motorzaak hadden, rijden. Eerst in de voetsporen van zijn vader met trail, daarna motorcross en vervolgens wegraces. Eind 1984 kreeg hij een testrit bij het Yoshimura Suzuki Superbike team die hem daarna meteen contracteerden voor het AMA. Door zijn goede resultaten kreeg hij de kans om in 1986 en 1987 aan enkele Grand Prix deel te nemen voordat hij 1988 aan zijn eerste volledige seizoen begon en prompt zijn eerst race wist te winnen. ‘Revvin’ Kevin reed altijd voor Suzuki en wist in het verloop van zijn carrière, wat gekenmerkt werd door flink wat blessures dankzij zijn alles of niets aanpak, nog eens 24 keer te winnen en in 1993 de wereldtitel te pakken. Na een seizoen met veel blessures en het heftige ongeluk van zijn aartsrivaal Wayne Rainey besloot de Texaan er in het begin van het 1995 seizoen mee te stoppen. Tegenwoordig heeft de Amerikaan een raceschool en komt nog regelmatig naar de Grand Prix’.
20 juni
Frankie Chili (1964) – Deze Italiaan kennen de meesten waarschijnlijk uit het WK Superbike maar Chili heeft ook in de Grand Prix gereden, eerst met de 500cc machines, waarin hij een overwinning pakte op een nat Misano nadat de meeste toprijders de race hadden geboycot, maar later zou Chili ook nog in de 250cc klasse rijden voordat hij in 1995 de overstap maakte naar het WK Superbike waar hij zijn meeste successen behaalde. In zijn Superbike carrière racete Chili voornamelijk met Ducati meer heeft ook enkele seizoen met Suzuki en Honda’s geracet. Na een blessurevol 2006 besloot Chili dat het genoeg was. Sindsdien heeft de Italiaan zijn landgenoot Michel Fabrizio bijgestaan en tegenwoordig is hij teammanager bij het Guandalini team.
22 juni
Ron Haslam (1956) – Na vele successen op de Britse circuits maakte ‘Rocket’ Ron Haslam, vader van de nu in het WK Superbike rijdende Leon Haslam, in 1977 zijn Grand Prix debuut om daarna pas in 1982 terug te keren naar de GP’s voor drie races. Vanaf 1983 reed hij acht volledige seizoen in de GP waarin hij 61 keer in de top tien wist te komen en negen keer op het podium.
Voor die tijd wist Haslam in totaal drie wereldtitels te pakken in de toen nog bestaande TT Formula one en de TT Formula 3 klassen. Later zou Haslam nog een paar keer aan Grand Prix deelnemen maar had zich inmiddels geconcentreerd op het helpen van zijn zoon. Naast de 500cc Grand Prix’s wist Haslam ook meerdere keren de Macau GP op zijn naam te schrijven, alsmede de Isle of Man TT.
Volgende week onder andere de verjaardag van een Nederlandse 50cc wereldkampioen en een zeer bekende Romein.