In 1954 werd de laatste TT verreden op het oude lange circuit, waarbij plekken als de Bartelds Bocht, Oude Tol, Hooghalen, Laaghalen en Laaghalerveen de meest bekende punten van het traject waren, wat al sinds 1926 als circuit voor de TT-races had gediend. De TT van dat jaar werd mede hierdoor een historisch evenement. Bovendien kreeg de Nederlander Drikus Veer voor deze TT de beschikking over een viercilinder-Gilera in de 500cc klasse.
Op Assen staan dat jaar weer alle grote namen en merken aan het vertrek, die op dat moment druk aan het experimenteren zijn met de stroomlijn van hun machines. Zo verschijnen de Moto GuzziÕs en de NSUÕs dat jaar met een motor aan de start, waarbij het voorwiel geheel is opgenomen in de kuip; de zogenaamde ÔbadkuipÕ. Ook de andere merken, zoals MV Agusta en Gilera, verschijnen dat jaar met verschillende soorten kuipen aan de start om voor een zo goed mogelijke arodynamica te zorgen, terwijl de renstallen van Norton en AJS hun machines op dit gebied voor een groot gedeelte bij het oude laten.
Voor de start van de TT van 1954 is er ook een verandering aangebracht aan het circuit. De weg van Assen naar Hooghalen was namelijk enige tijd daarvoor geheel vernieuwd en rechtgetrokken, waarbij de weg tevens een stuk breder was gemaakt, waarmee een lang recht einde van zoÕn zeven kilometer was ontstaan. Hierdoor verloor het circuit een gedeelte van haar charme, maar hiervoor kwam al snel een oplossing. Halverwege dit rechte stuk zouden de coureurs namelijk weer een dikke kilometer over de oude weg moeten gaan rijden, waardoor er sprake bleef van de klassieke bochten bij de Oude Tol.
In de 125cc klasse gaat de overwinning naar Rupert Hollaus op zijn NSU. Carlo Ubbiali moet op de MV Agusta zijn tweede plaats afstaan aan de stalgenoot van Hollaus, Hermann M_ller, en de Italiaan komt daarmee zelf niet verder dan een derde plek.
Net zoals bij de achtsteliters zijn het in 1954 ook de NSUÕs, die domineren in de 250cc klasse. Werner Haas wint de wedstrijd met 46 seconden voorsprong op Hollaus, die ditmaal genoegen moet nemen met een tweede plek. Hans Baltisberger weet met zijn AJS beslag te leggen op een derde plek.
Ook in de 350cc klasse is het n merk dat overheerst; Moto Guzzi. De Brit Fergus Anderson rijdt zeer gemakkelijk naar de overwinning, voor zijn stalgenoot Enrico Lorenzetti. De derde plek gaat andermaal naar een AJS-rijder, dit keer in de persoon van Rod Coleman.
De race in de koningsklasse belooft voor de Nederlanders uiterst interessant te worden. Drikus Veer krijgt namelijk de beschikking over een fabrieks-Gilera naast de eerste man binnen dat team, Geoff Duke. Het is daarmee de eerste keer voor de Nederlander, dat hij mag rijden op zulk topmateriaal, alhoewel zijn machine wel iets minder snel is dan de machine van Duke. In die jaren maakten de grote renstallen, zoals Gilera, er een gewoonte van om een extra machine ter beschikking te stellen aan een coureur afkomstig uit het organiserende land. In Nederland was deze positie dus voor Veer weggelegd.
In de 500cc race tijdens de TT van 1954 is Duke, zoals zo vaak in die jaren, oppermachtig en hij wint dan ook de wedstrijd, voor de Moto Guzzi van Anderson en de MV Agusta van Carlos Bandirola; allemaal ervaren mannen. Veer, voor het eerst dus op zoÕn goede machine, rijdt gedurende de race in het spoor van oud-wereldkampioen Nello Pagani op de MV Agusta. Op een gegeven moment gaat Drikus zelfs aan Pagani voorbij, maar dan krijgt Veer signalen vanuit de pits om de Italiaan weer voorbij te laten gaan, omdat het niet de bedoeling van Gilera was geweest om Drikus zoÕn machine te geven om vervolgens risicoÕs te nemen om het gevecht met de grote jongens aan te kunnen gaan.
Toch gaat Drikus even later weer aan Pagani voorbij, waarmee hij even de zevende plaats in de wedstrijd in handen heeft. Bij het ingaan van de laatste ronde rijdt hij nog steeds voor Pagani, maar uiteindelijk komt de Italiaan toch nog als zevende over de streep, voor de op een achtste plaats finishende Veer. Een geweldige prestatie is daarmee door Veer, als eerste Nederlander op zoÕn snelle machine, neergezet.
Met dit geweldige resultaat voor Veer komt de TT van 1954 tot een einde en zijn het de fans, die weer een jaar moeten wachten, totdat de jubileum-TT van 1955 op het programma staat, wanneer de TT voor de 25e keer wordt verreden.
De heren coureurs verschijnen dat jaar voor het eerst op een geheel nieuw circuit aan de start. Na de aanpassing van de weg van Assen naar Hooghalen werd duidelijk, dat deze brede weg teveel verschilde van de oudere, smallere wegen richting Laaghalen, Laaghalerveen en de Haar. Het was niet mogelijk om ook deze wegen allemaal aan te passen en daarom werd het besluit genomen om een geheel nieuw circuit aan te leggen; het eerste permanente racecircuit ter wereld.
Dit circuit kwam er dus en het kreeg een lengte van 7.705 meter. Het was daarmee een stuk korter dan het oude circuit, alhoewel het veel spectaculaire bochten bevatte en start/finish zich nog steeds op dezelfde locatie bevond. Het traject lag nu geheel op het grondgebied van de gemeente Assen, waarbij de baan niet smaller was dan zeven meter; een duidelijke verbetering ten opzichte van het oude circuit. Bovendien was er bij de aanleg van het circuit nu ook duidelijk rekening gehouden met de veiligheid voor zowel de coureurs als de toeschouwers. Belangrijkste punten van het traject waren nu: Bedeldijk, Stroomdrift, De Vennen, Madijk, Ossebroeken, De Strubben, Veenslang, Ruskenhoek, Stekkenwal, De Bult, Mandeveen, Meeuwenmeer, Hoge Heide, Ramshoek en de Kniebocht.
Van dit circuit zou tot en met 1983 gebruik gemaakt worden, met enige aanpassingen in de jaren daartussen. In 1984 wordt de Noordlus namelijk ingekort, waarmee de coureurs in het vervolg al een stuk eerder rechtsaf gaan (de Haarbocht), waarbij men weer op het oude traject terugkeert in de Madijk.
De laatste jaren is ook dit circuit op verschillende punten aangepast en in de toekomst zal de Noordlus er weer geheel anders uit komen te zien, waar het dus nu het wachten op is.
Tekst: Asse Klein, [email protected]
Bron foto: www.tt-assen.com (perszone)