Gigi Dall’Igna: “Degene die geen angst heeft voor Marc Marquez spoort niet”

3812
gigi-dalligna
Gigi Dall'Igna (l) en Francesco Bagnaia | foto© Ducati Corse

Gigi Dall’Igna is op dit moment de gevierde man in zowel de WorldSBK – als ook in de MotoGP paddock. De Italiaanse ingenieur wist met Alvaro Bautista (WorldSBK) en Francesco Bagnaia (MotoGP) zijn werkgever Ducati de twee belangrijkste wereldtitels te schenken. Het Spaanse Marca sprak net voor de kerstdagen met Dall’Igna over zijn succesjaar binnen de motorsport.

De ooit bij Aprilia begonnen Gigi Dall’Igna heeft veel bereikt met Ducati ondanks een aantal moeilijke beginjaren na zijn destijds zeer bewogen overstap. 2022 maakte echter veel, zo niet alles goed. Ducati wist voor het eerst sinds 2007 met Casey Stoner weer een MotoGP wereldtitel in de wacht te slepen. Ook in het FIM Superbike World Championship ging Ducati, na aan lange reeks wereldtitels van Jonathan Rea en de titel van Toprak Razgatlioglu in 2021, met de wereldtitel aan de haal.







Het Spaanse Marca sprak vlak voor de kerstdagen met de Italiaanse ingenieur. De MotoGP wereldtitel winnen met Ducati dat was al jarenlang zijn droom, en in 2022 zorgde Francesco Bagnaia ervoor dat deze droom uitkwam. Gigi Dall’Igna is dan ook een gelukkig en tevreden man. Hij is momenteel misschien wel de meest invloedrijke ingenieur binnen de MotoGP. Hij staat aan het hoofd van de Italiaanse raceafdeling die de ‘Triple Crown’ (naast de twee rijderstitels won Ducati in beide kampioenschappen de team- en constructeurstitel) heeft gewonnen in zowel het WorldSBK als ook de MotoGP. Maar welke titel is nu de meest belangrijkste voor Dall’Igna.

Gigi Dall’Igna: “Winnen in de MotoGP is onbeschrijfelijk, maar ik moet tellen hoeveel wereldkampioenschappen ik in mijn leven heb gewonnen. Ja, ik tel alle 125, 250, WorldSBK en nu in de MotoGP. De laatste is degene die ik nog miste. Het is dan ook zonder enige twijfel meteen de meest belangrijke.”

En na het bereiken ervan, hoe voel je je dan, ontspannen, moe, gemotiveerd?

Gigi Dall’Igna: “Moe, duidelijk niet. Eerlijk gezegd realiseerde ik me meer wat er de dagen erna gebeurde dan de momenten meteen na de race in Valencia. Ik zag later video’s die me ontroerden, die me deden begrijpen wat we daar hebben bereikt. Zondag in Cheste had ik het niet eens door. Het was een ongelooflijk moment. Het enige dat me in Valencia van streek bracht was dat ik niet alle mensen van de race-afdeling om me heen had. Mijn familie was er, sommige mensen die er werken, maar ik had die dag graag iedereen erbij gehad.”

Het winnen van een MotoGP titel met Ducati was je doel, nu je dit bereikt hebt is misschien wel het moeilijkst om dit vast te houden en te evenaren. Of heb je inmiddels al een nieuw doel voor ogen?

Gigi Dall’Igna: “Als je een bepaalde positie bereikt, is daar blijven het moeilijkst. Het zal zeker een andere uitdaging zijn. Misschien kan ik nu wel beter met pensioen gaan.

In de zoektocht naar deze MotoGP wereldtitel met Ducati werkte je met kampioenen als Andrea Dovizioso en Jorge Lorenzo en uiteindelijk kwam je uit bij Bagnaia. Twee of drie jaar geleden was het niet erg duidelijk dat je met hem kon winnen, toch?

Gigi Dall’Igna: “Nee, het was niet zo duidelijk. Wanneer iemand investeert in jonge coureurs is het nooit duidelijk, want bij jonge coureurs weet je dat ze goed zijn, dat ze talent hebben, maar dan kan er nog steeds van alles gebeuren. Trouwens, Moto GP is een zeer moeilijke categorie, zeer ingewikkeld. Maar ik moet zeggen dat we met ‘Pecco’ de juiste keuze hebben gemaakt. Ik koos voor Pecco omdat hij twee jaar in de Moto3 reed met een motor die niet competitief was en hij won destijds races. Ik hou van dat soort coureurs, die niet klagen, die altijd proberen resultaten mee naar huis te nemen, ongeacht of ze de beste of de slechtste motor hebben. Voor mij is dat één van de eigenschappen die kampioenen moeten hebben. Een eigenschap die ik ook zag bij Lorenzo en andere coureurs die later hun stempel drukten. Ik zeg altijd dat ik wist dat ‘Pecco’ tot grote dingen in staat zou zijn.”

Marc Márquez zal er in 2023 zonder tegenslagen gewoon weer staan. Er werd Dall’Igna gevraagd of hij de Repsol Honda Team coureur komend seizoen als de grootste rivaal ziet voor zijn Ducati mannen.

Gigi Dall’Igna: “Marc Márquez is altijd een geduchte tegenstander. Ik zal nooit zeggen dat Marc Márquez geen rivaal is. Marc Márquez heeft bewezen iemand te zijn met een vastberadenheid, een kracht en een rijstijl die iedere coureur zou moeten afschrikken. Iemand die geen angst heeft voor Marc Márquez spoort niet. Het is niet dat ik zeg dat Marc ons niet bang maakt, maar wij hebben een coureur in huis die om kan gaan met tegenslagen, zich terug weet te knokken en het verschil kan maken zoals ook Marquez in het verleden heeft laten zien.”

De naam Marc Marquez werd nog niet zolang geleden al eens in verband gebracht met Ducati maar misschien wordt Bagnaia wel door Honda weggekaapt bij zijn huidige werkgever.

Gigi Dall’Igna: “In het leven weet je het nooit wat de toekomst brengt. Misschien is het Pecco die vertrekt. Misschien krijgt hij wel een lucratief aanbod van Honda welke wij niet kunnen betalen, wie zal het zeggen. We weten dat we tweejarig contract hebben, we weten dat onze relatie altijd geweldig is geweest. Zelfs in moeilijke momenten hebben we elkaar kunnen helpen en een oplossing weten te vinden. Daarom denk ik dat het moeilijk zou zijn, maar… in het leven weet je het nooit. Misschien komt Honda langs en biedt hem een bedrag welke wij hem niet kunnen betalen, en wat moet ik dan?

Tot slot werd Dall’Igna gevraagd wie hij beschouwt als de belangrijkste genie binnen MotoGP, dit omdat velen uitgerekend hem misschien wel als de grootste huidige genie zien.

Gigi Dall’Igna: “Ik heb nooit over deze vraag nagedacht. Ik weet het niet, één van de mensen die mij het meest heeft geleerd in mijn carrière is Witteveen, Jan Witteveen. Hij leerde me niet alleen veel vanuit technisch oogpunt, maar ook op het gebied van mensen en teammanagement.”

In 2023 gaat Dall’Igna met Bagnaia en Enea Bastianini op jacht naar succes. Twee Italiaanse coureurs die beiden van wanten weten en beiden behoren bij de kanshebbers voor de MotoGP wereldtitel.