Itali‘, Itali‘ en nog eens Itali‘

204

Itali‘ is altijd goed vertegenwoordigd geweest in de kleinste klasse van tegenwoordig, de 125cc klasse. Veel GP-winnaars en wereldkampioenen uit deze categorie zijn afkomstig uit dit Zuid-Europese land. Het seizoen 1992 werd in de 125cc klasse voor een groot gedeelte bepaald door Italiaanse coureurs. Hetzelfde geldt voor de race in deze categorie tijdens de Dutch TT van dat jaar. De hele race zou gedomineerd worden door vijf Italiaanse rijders; Ezio Gianola, Fausto Gresini, Alessandro Gramigni, Gabriele Debbia en Bruno Casanova. Ezio Gianola zou uiteindelijk aan het langste eind trekken en de overwinning grijpen.

Voor aanvang van de Dutch TT in 1992 heeft Ralf Waldmann de leiding in de tussenstand voor het WK in handen met 84 punten. De Duitser heeft aan het begin van het seizoen goede zaken gedaan door de overwinning te pakken in Japan, in Australi‘ en in Spanje. De tweede tot en met de vijfde plaats in de tussenstand worden op dat moment ingenomen door Italianen; Casanova (69 punten), Gianola (61 punten), Gresini (61 punten) en Gramigni (55 punten).
Tijdens de trainingen voor de TT zijn het de Italianen, die de dienst hebben uitgemaakt. De gehele eerste startrij bestaat uit Italiaanse coureurs. Ezio Gianola heeft de pole, gevolgd door Fausto Gresini, Alessandro Gramigni en Bruno Casanova, die respectievelijk de tweede, de derde en de vierde trainingstijd hebben neergezet.

Bij de start gaat het echter compleet verkeerd. Vanuit het middenveld komt Luis Alvaro, de teamgenoot van Casanova, naar voren zetten, terwijl het licht nog op rood staat. Vlak voor de eerste startrij zet hij zijn machine stil en als het licht op groen springt, vertrekt het hele peloton alsnog. Na zoÕn driekwart ronde gereden te hebben, wordt de race echter stilgelegd en moet er een herstart komen, die zoÕn half uur op zich laat wachten.

Na de herstart is het Casanova die als eerste de Haarbocht in duikt, gevolgd door Gianola, Gramigni, Gresini, Kazuto Sakata en Waldmann. Bij het insturen van De Strubben heeft Gianola de leiding echter al overgenomen van Casanova. Gianola komt na ŽŽn rondje gereden te hebben dan ook weer als eerste over start/finish. Casanova volgt op een tweede positie en Gramigni ligt derde, nadat hij Gresini is gepasseerd. De vijfde Italiaan, Gabriele Debbia, ligt bij de eerste doorkomst slechts op een negende plaats.
Gianola laat er duidelijk geen gras over groeien. In een moordend tempo dendert hij gedurende de beginfase van de race over het TT-circuit. Casanova moet een gaatje laten van ongeveer een seconde en Gramigni en Gresini moeten op hun beurt Casanova iets laten gaan. Ondertussen rukt Debbia steeds verder op naar voren en in de 3e ronde passeert hij Waldmann in de Ramshoek en neemt hij al de vijfde plaats van de Duitser over, die in 1991 de 125cc race tijdens de TT nog wist te winnen.

Als de koplopers voor de vierde keer de streep gepasseerd zijn, steekt Gresini zijn Honda in de S-bocht bij de Aprilia van Gramigni binnendoor en de man uit het Marlboro Pileri Team neemt daarmee de derde positie van zijn landgenoot over.
Na zes ronden gereden te hebben, zit Casanova weer aan het achterwiel van Gianola en op ongeveer hetzelfde moment vindt Debbia de aansluiting met de vier koplopers. Samen zijn de vijf Italianen los ten opzichte van de concurrentie en daarmee is meteen al duidelijk geworden, dat de winnaar uit deze groep van vijf coureurs zal komen.
Ondanks het feit dat Gianola zich niet heeft los kunnen rijden van zijn landgenoten, blijft hij wel de leiding in de wedstrijd in handen houden. Zijn vier belagers gaan ondertussen wel het gevecht met elkaar aan. In de 7e ronde rukt Gresini op naar een tweede plaats door Casanova voorbij te gaan in het Witterdiep, maar een paar kilometer verderop zijn de rollen alweer omgedraaid, als Casanova weer aan Gresini is voorbijgegaan in de Stekkenwal. Gianola weet van dit gebakkelei te profiteren en hij slaagt erin opnieuw een klein gaatje te slaan. Na zeven ronden gereden te hebben is de volgorde aan de kop van de wedstrijd alsvolgt: 1e Gianola, 2e Casanova, 3e Gresini, 4e Gramigni en 5e Debbia.

In de 8e ronde van de race duikt Debbia op een voortreffelijke manier in de slipstream van Gramigni en in de Ruskenhoek neemt Debbia de vierde plaats over. Ondertussen is Gianola weer helemaal bijgehaald en Debbia gaat verder met zijn opmars. Na Gramigni ingehaald te hebben, neemt Gabriele een ronde later de derde plaats van Gresini over in de Haarbocht. Gresini laat het hier echter niet bij zitten en in de Stekkenwal zet hij zijn machine weer bij de Honda van Debbia binnendoor.
De vijf Italianen denderen als aan een touwtje over het circuit, waarbij de onderlinge verschillen minimaal zijn. Her en der worden wat plaagstootjes uitgedeeld, maar Gianola en Casanova blijven de eerste twee posities in handen houden.

Bij het ingaan van de 11e ronde moet Gianola voor het eerst de leiding even uit handen geven, nadat hij deze in de 1e ronde al van Casanova had overgenomen. Het is deze zelfde Casanova, die de leiding in de wedstrijd overneemt door Gianola in de Haarbocht te passeren. Zoals gezegd is het echter maar voor even, want een paar honderd meter verderop is Gianola er al weer langs.
In de 13e ronde rukt Gramigni op naar een vierde plaats en zit Debbia weer aan de staart van het groepje. Een ronde later gaat Casanova opnieuw in de Haarbocht bij Gianola binnendoor en in zijn kielzog gaat Gresini met hem mee, die de tweede positie inneemt. Gianola is daarmee teruggezakt naar een derde plek. Een tweede plek is voor Gresini echter niet genoeg, want in de knikjes voor de Ramshoek neemt hij zelfs eventjes de leiding van Casanova over.

Als de vijf koplopers beginnen aan hun 14e ronde geeft het rondenbord aan, dat er nog vier ronden te rijden te zijn. Casanova is duidelijk de sterkste coureur in de Haarbocht en daar geeft hij andermaal blijk van door de leiding hier weer van Gresini over te nemen. Het in handen hebben van de leiding was voor Gresini dus van zeer korte duur.
Jorge Martinez is in de tussentijd opgerukt naar een zesde positie, maar zijn achterstand van bijna 20 seconden, na 14 ronden gereden te hebben, geeft wel aan hoe hoog het tempo ligt aan de kop van de wedstrijd.
Aan het einde van de 16e ronde komt Gramigni in de GT-bocht naar een derde plaats zetten en Gianola, die het grootste gedeelte van de wedstrijd tot dan toe aan de leiding heeft gelegen, moet genoegen nemen met een vierde plaats. Samen met zijn teamgenoot binnen het Semprucci Team, Debbia, neemt hij nu de twee laatste posities binnen de kopgroep in. Na de inhaalactie van Gramigni komt de kopgroep voor de op ŽŽn na laatste keer door start/finish en is er nog ŽŽn ronde te rijden. Alle vijf de Italianen maken nog kans op de overwinning. Casanova voert het veld nog steeds aan voor Gresini, Gramigni, Gianola en Debbia.

De laatste ronde in de 125cc race in 1992 zou er ŽŽn worden, die zijn weerga niet kende. In de Haarbocht neemt Gramigni de tweede plaats over van Gresini, maar daar komt alweer snel verandering in. Gianola plaats een ongelooflijk knappe inhaalactie bij het aanremmen voor de Madijk en Gianola gaat zowel aan Gresini als aan Gramigni voorbij en hij rukt daarmee in ŽŽn keer op van een vierde naar een tweede plaats. In de Ossebroeken wordt Gramigni zelfs weer teruggezet naar een vierde positie door Gresini.
Aan de opmars van Gianola komt echter maar geen einde, want op de Veenslang neemt hij opnieuw de leiding in de wedstrijd in handen, als hij op pure snelheid aan Casanova voorbijgaat. Vervolgens komt Casanova in het Mandeveen ook nog eens ten val, waardoor Gianola in ŽŽn streep naar de finish kan rijden.
Gianola wint de 62e Dutch TT, voor Gresini, Gramigni en Debbia, die nog geen seconde later respectievelijk als tweede, derde en vierde over de finish komen. Jorge Martinez finisht op een vijfde plaats met een achterstand van zoÕn 26 seconden op racewinnaar Gianola.
Tevens kent de race twee grote verliezers. Allereerst Ralf Waldmann, die slechts als negende over de streep komt en daardoor de concurrentie in de stand voor het kampioenschap erg dichtbij ziet komen. Tweede verliezer is natuurlijk Bruno Casanova, die na zijn valpartij opnieuw op de motor is gestapt en alsnog op een tiende plaats eindigt, maar er had voor hem uiteraard veel meer in gezeten.

Na de TT zijn er nog vijf races te rijden en het seizoen 1992 krijgt uiteindelijk nog een heel interessant vervolg in de 125cc klasse. Gramigni rijdt een ijzersterk laatste gedeelte van het seizoen en hij mag de wereldtitel mee naar huis nemen; zijn eerste wereldtitel en tevens de eerste voor Aprilia. Gresini weet te winnen in Groot Brittanni‘ en wordt uiteindelijk vice-wereldkampioen. W
aldmann kent daarentegen een erg slecht tweede gedeelte van het seizoen en de Duitser strandt op een derde plaats in de eindstand.

Gramigni wereldkampioen, Gresini vice-wereldkampioen en in totaal vijf Italiaanse rijders bij de beste acht in de eindstand, waarvan vier bij de eerste vijf, kortom: een succesvol jaar voor de Italianen.

Eindstand WK 125cc 1992:

1e Alessandro Gramigni (ITA) 134 punten
2e Fausto Gresini (ITA) 118 punten
3e Ralf Waldmann (DUI) 112 punten
4e Ezio Gianola (ITA) 105 punten
5e Bruno Casanova (ITA) 96 punten
6e Dirk Raudies (DUI) 91 punten
7e Jorge Martinez (SPA) 83 punten
8e Gabriele Debbia (ITA) 58 punten
13e Hans Spaan (NED) 12 punten

Tekst: Asse Klein, [email protected]
Bron foto: www.aprilia-club.com

Wereldkampioen Alessandro Gramigni op zijn Aprilia.