Hoe sta ik er voor ten opzichte van mijn concurrentie? Maar vooral: kan mijn pols het aan? Na vandaag, de eerste dag van een driedaagse IRTA test op Jerez, weet Jasper Iwema meer.
De sessies in Jerez zijn het eerste echte ijkpunt voor Jasper Iwema. De coureur heeft weliswaar in Valencia en op het TT Circuit zijn 125cc Seel-Honda reeds aan de tand gevoeld, maar echt vergelijkingsmateriaal leverde dat bij ontstentenis van Grand Prix-collega’s niet op. Wat hij er wel aan overhield was een peesschede ontsteking aan zijn rechter pols. Een blessure, die voor het eerst de kop op stak tijdens de tweede dag van de driedaagse sessie in Valencia en waar hij nog steeds last van heeft.
"In Valencia moesten we, om toegang te krijgen tot het circuit, een polsbandje dragen. Dat ding zat nogal strak. Later voelde ik dat het begon te knellen. Waarschijnlijk is daardoor de bloedsomloop afgeknepen. We hebben die bewuste training vroegtijdig afgebroken. Het is extra vervelend dat het mijn rechter hand is, mijn gashand dus. Dat geeft pijn tijdens het rijden. Ik heb nu een speciale brace om, moet de hand warm houden en neem pijnstillers. Het is een hele vervelende blessure, die we goed in de gaten moeten blijven houden en vooral oppassen dat we de pols niet nog verder gaan overbelasten. Want als dit een chronische blessure wordt zijn we verder van huis."
Iwema blijft niettemin optimistisch en ziet zijn Grand Prix-debuut, op 12 april tijdens de Grand Prix van Qatar bij kunstlicht, niet in gevaar komen.
"Mocht het over een paar weken niet over zijn gaat de spuit er in."
Jasper Iwema is, komend seizoen uitkomend voor het Racing Team Germany, de enige permanente Nederlandse deelnemer in het Grand Prix-circus.
