Tito Rabat: ‘Ik zou er in Thailand graag weer bij willen zijn’

264
tito-rabat
Tito Rabat | foto© motogp.com

Tito Rabat verblijft na zijn ongeval tijdens de GoPro British Grand Prix nog steeds in het ziekenhuis. De Reale Avintia Racing, herstellende van een op meerdere plaatsen gebroken rechterbeen, blijft echter positief gestemd en heeft de hoop gevestigd om tijdens de Thaise ronde van het MotoGP wereldkampioenschap weer van de partij te kunnen zijn.

In een interview met motogp.com blikt de 2014 Moto2 Wereldkampioen terug op het incident, praat hij over zijn aanstaande comeback, kijkt hij naar 2018 als geheel en praat hij over volgend seizoen:







Over zijn huidige fysieke conditie:

“Ik voel me alweer een stuk beter. Ik kan goed slapen en mijn knie alweer bijna 100% buigen. Nu kan ik beginnen met het dragen van een gewicht en kan ik het been alweer met 30% van mijn lichaam ondersteunen. Beetje bij beetje zijn we nu voorbij de moeilijkste fase en kunnen we beginnen met oefeningen en werken aan mijn flexibiliteit. We zijn over de ergste fase heen en ik wil dan ook niets liever dan zo snel als mogelijk weer op de motor stappen.”

Het ongeval:

“Ik herinner me dat ik aan het einde van het rechte stuk was. Ik zat in de zesde versnelling en de motor begon met aquaplaning. Ik kon niet remmen, dus ik sprong van de motor af en rolde weg en bleef vervolgens even op de grond liggen. Dit was een slechte beslissing en iets wat ik daar nu wel geleerd heb is om daar in het vervolg niet te blijven liggen. Gelukkig zag ik dat Rins me waarschuwde en ik draaide me om en zag Morbidelli’s motor hard op me af komen. Ik sprong op en de motor raakte daarbij mijn been, gelukkig niet mijn lichaam. Mijn been was vervolgens als een slang. Dokter Charte en het medische team kwamen me direct helpen. Ze hebben ter plaatse veel van de pijn verlicht.”

Over de vele steunbetuigingen, het herstel en vooruitkijkend op een mogelijke terugkeer op de motor:

“Het is zeker dat ik niet naar Aragon ga. Ik denk dat ik, als ik persé zou willen, wel zou kunnen gaan, maar niet voor de volle 100%. Ik zou er graag in Thailand weer bij willen zijn, ik geloof dat het kan, maar de artsen hebben in deze het laatste woord, zij zorgen voor mijn been en een zo goed mogelijk herstel.”

Het seizoen 2018:

“Het is mijn beste seizoen tot nu toe geweest. In het kampioenschap stonden we er niet zo goed voor als we verdienen. We hebben twee races achter de rug die heel goed gingen, maar waar we niet konden finishen zoals in Montmelo en in Tsjechië. Dit seizoen, met de Ducati, had ik hoge verwachtingen. In de vrije trainingen en in het eerste deel van het seizoen zat ik er vaak dichtbij. We hebben nog geen races achter de rug waar we een geweldig resultaat wisten te scoren, maar we hebben wel al een paar keer in de top 10 gestaan.”

Vooruitkijkend naar 2019:

“Het volgende seizoen hopen we weer een stap te kunnen maken. Vooruitkijkend naar volgend seizoen hebben we al diverse gesprekken gevoerd en alle partijen hebben er begrip voor. De bedoeling, zowel voor het team als voor mijzelf, is om door te gaan met dit project.”

Over Abraham als zijn nieuwe teamgenoot:

“Hij is een coureur met veel ervaring en heeft races gewonnen in de Moto2 klasse. Hij is een man die elk jaar beter wordt. Vorig jaar was zijn beste jaar, ook al heeft hij het dit jaar  een beetje moeilijker. Ik denk dat hij een geweldige teamgenoot zal zijn.”

Over Simeon die in Misano gebruik maakte van zijn motor:

“Ik zag een verbetering bij hem omdat mijn fiets nieuwer is, maar in MotoGP is het heel belangrijk om te weten hoe de fiets werkt. Het is zijn eerste jaar en het is ingewikkeld. Ik zag ook dat hij het moeilijk had, het niveau van de concurrentie is dit jaar hoog. De motor beïnvloedt veel, maar het is ingewikkeld om te weten hoe te rijden. Hij was in de race niet in staat om te finishen.”