Spaans: Het voordeel van de twijfel

64

HULSHORST, donderdag Hij is zeker niet het eerste en hopelijk niet het laatste Nederlandse wegracetalent dat voor zichzelf een fraaie weg richting het aantrekkelijke Grand Prix-circus heeft uitgestippeld. Een weg waarvan velen wel de startstreep, maar niet de felbegeerde finish kennen, omdat zij al struikelden over de eerste drempels waarmee die weg bezaaid ligt. Toch verdient Hugo van den Berg, slechts veertien lentes jong en nog minder turven hoog, het voordeel van de twijfel. Al is het maar omdat hij, ondanks zijn voor wegracebegrippen jonge leeftijd, al meer naam en faam heeft verworven in het buitenland dan in Nederland. Dan moet je op z’n minst iets speciaals in je mars hebben.

Wie voor het eerst kennismaakt met de wat schuchtere Hugo van den Berg, kan zich nauwelijks voorstellen dat dit vriendelijke jongetje uit Hulshorst komend seizoen aan alle 125cc-races van het sterk bezette Spaans kampioenschap deelneemt. Daarnaast zal hij op zijn Aprilia RSR 125 ook nog aan de start verschijnen van die EK-races die kalendertechnisch niet ‘botsen’ met zijn Spaanse avonturen. Dit alles dankzij zijn ‘gastoptredens’ bij beide kampioenschappen in 2004, toen hij met zijn rondetijden zo veel indruk maakte, dat hij direct een permanente startplaats in de prestigieuze Spaanse titelstrijd kreeg aangeboden.
Een paar jaar heb ik moeten zeuren, toen mocht het eindelijk”, luidt de letterlijk kinderlijk eenvoudige verklaring van Van den Berg voor het hebben van een geldverslindende hobby, die tot een professionele GP-carriˆ¬re moet leiden. “Racen is het mooiste dat er is, ik volg alles al sinds mijn vierde jaar en ben als kind vele malen naar de TT van Assen geweest.” Vader Henk, eigenaar van grafisch bedrijf Varenhof, dat zijn naam aan het professionele racingteam van de jonge Hugo heeft verbonden, vond het in eerste instantie maar helemaal niets.
Maar toen zoonlief op zijn eerste pocketbike zo ongeveer alle races in Belgi‘ en Nederland won, werd ook vader bevangen door het racevirus. “Als je het doet, moet je het top of the bill doen; of je doet het helemaal niet”, meldt senior nu strijdvaardig, nog maar enkele jaren nadat hij met frisse tegenzin een eerste minibike voor de vierde van zijn vijf kinderen aanschafte. “En dus moet Hugo op het voor hem hoogst mogelijke niveau rijden, alleen dˆÁn is er sprake van een serieuze vergelijking met de andere coureurs en kun je snel progressie boeken.”
Dat ‘top of the bill’ geldt met ingang van het aanstaande seizoen ook voor de begeleiding van Hugo van den Berg, waarvoor niemand minder dan voormalig GPcoureur Patrick van den Goorbergh is aangetrokken. Tot nu toe hield monteur Lau Wopereis, verantwoordelijk voor het welzijn van de Aprilia motorfiets, zich bezig met de begeleiding van Hugo. “Maar het afgelopen seizoen heeft Hugo zo veel vooruitgang geboekt, dat ik hem eigenlijk niets meer kan leren”, bekent Wopereis eerlijk. “Dus heb ik gezegd dat er iemand bij moet komen die echt verstand van zaken heeft. En we mogen rustig stellen dat we met Patrick zo iemand hebben gevonden. Vooral op het gebied van de vering en het frame is er in Nederland geen betere te vinden.”
Onder de bezielende leiding van Van den Goorbergh, wiens prioriteit in 2005 overigens nog wel bij het Supersport- avontuur van broer Jurgen blijft liggen, hoopt de jonge Van den Berg in 2005 de stap naar de GP’s te kunnen maken. “We gaan niets overhaasten, maar stiekem hopen we in de tweede helft van het seizoen al op een enkele wildcard voor een GP-start”, aldus de tiener, die inmiddels een driejarig contract van helmenfabrikant Arai op zak heeft.







Grootspraak? Van den Berg vindt van niet: “Met de rondetijden die ik afgelopen jaar op Valencia reed, had ik me moeiteloos gekwalificeerd voor de GP. Maar nogmaals, we kijken eerst hoe het gaat in het Spaans kampioenschap, want we willen niet het lachertje van het GP circus worden. Je moet daar alleen je gezicht laten zien als je er wat te zoeken hebt. De Olympische gedachte, meedoen is belangrijker dan winnen, is een mooie; maar aan ons niet besteed.”

tekst: De Telegraaf / bewerkt voor internet door Johan Kuiper/ Foto: varenhof.com