In navolging van mannen als Hisashi Unemoto en Koiji Takada behoorde Noboru Ueda tot een eerste reeks van Japanners die vanaf het eind van de jaren ’80 een serieuze rol van betekenis gingen spelen in het 125cc-wereldkampioenschap. Waar zijn landgenoten Kazuto Sakata en Haruchika Aoki vervolgens gedurende de jaren ’90 meerdere titels wisten binnen te halen, lukte het Ueda echter nooit om wereldkampioen te worden.
Eind jaren ’80 zijn het Hisashi Unemoto en Koiji Takada die als eerste Japanners (van een nieuwe generatie) vast deel gaan nemen aan het wereldkampioenschap wegrace bij de achtsteliters. In 1989 eindigen de beide mannen op respectievelijk een nette vierde en zesde plek in de eindstand. Het betekent het begin van een invasie van Japanse rijders in deze categorie.
Noboru Ueda zien we debuteren in het WK 125cc tijdens de GP van Japan in 1991 op het circuit van Suzuka, die gelijk de eerste race van dat seizoen vormt. Hij verschijnt daarbij aan de start met een Honda van het Hero Sports Team, waarbij het aanvankelijk de bedoeling is dat hij alleen tijdens zijn thuisrace deelneemt aan het WK, om vervolgens niet meer buiten de landsgrenzen aan het vertrek te gaan staan. Tijdens de betreffende race zorgt Ueda echter voor een grote stunt door zeer verrassend als winnaar de finishstreep te passeren, waarbij hij onder andere de twee Pileri-Honda’s van Fausto Gresini en regerend-wereldkampioen Loris Capirossi is voorgebleven (het is de eerste overwinning voor een Japanse coureur in de 125cc klasse sinds de zege van Yoshimi Katayama op de Hockenheimring in 1967).
Vanwege zijn geweldige zege in Suzuka besluit het team van Ueda om hem vervolgens ook aan de start te brengen tijdens de GP van Australië en op het circuit van Eastern Creek finisht hij zeer knap als derde. Daarna maakt de Japanner ook de overstap naar het Europese continent waar het grootste gedeelte van het resterende deel van het seizoen wordt verreden. Daarbij weet hij op het circuit van Jerez tijdens de derde GP voor de 125cc’s voor een nog grotere sensatie te zorgen. Op deze baan die voor hem compleet nieuw is, lukt het hem zijn tweede GP-zege uit zijn carrière te boeken, mede dankzij het uitvallen van Ezio Gianola met de Derbi die tot twee ronden vóór het einde de leiding in de wedstrijd nog stevig in handen had. Na drie races voert Ueda zelfs de tussenstand voor het kampioenschap aan.
Tijdens de daaropvolgende GP in Italië komt Ueda hard ten val, waardoor hij ook de GP van Duitsland aan zich voorbij moet laten gaan, maar vanaf de GP van Oostenrijk is hij opnieuw van de partij, waar hij gelijk weer op een derde plaats finisht. Gedurende de resterende races eindigt Ueda niet meer op het podium, maar hij blijft zijn punten pakken, alhoewel hij ook een aantal keren puntloos blijft. De Japanner eindigt uiteindelijk in zijn debuutseizoen op een vijfde plek in de eindrangschikking. Een knappe prestatie gezien het feit dat hij aanvankelijk het gehele seizoen gewoon in Japan zou blijven rijden en dat bovendien alle circuits, behalve dat van Suzuka, compleet nieuw voor hem waren. Het is overigens Capirossi die in 1991 zijn 125cc-wereldtitel weet te prolongeren.
Voor het seizoen 1992 wordt Ueda opgenomen binnen het Marlboro Pileri Honda Team, waar hij komt te rijden naast Gresini en waar hij de plaats inneemt van tweevoudig-wereldkampioen Capirossi die met ingang van dat jaar de overstap naar de kwartliters heeft gemaakt. Voor de Japanner wordt het een vrij moeilijk seizoen. Gelijk tijdens de eerste vier races pakt hij al geen punten en overwinningen zitten er dat seizoen ook niet voor hem in. Tevens staat hij aan de kant tijdens de Dutch TT door een valpartij in Duitsland. Zijn beste resultaten dat jaar zijn een tweede plek in Frankrijk en twee derde plekken in Italië en Groot Brittannië. In de eindstand komt Ueda in 1992 uiteindelijk dan ook niet verder dan een negende plaats, terwijl Alessandro Gramigni de titel pakt met zijn Aprilia.
In 1993 vormen Ueda en Gresini andermaal het Marlboro Pileri Honda Team. De Duitser Dirk Raudies en Ueda’s landgenoot Kazuto Sakata zijn dat jaar met hun Honda’s duidelijk een maatje te groot voor de concurrentie en zij worden dan ook respectievelijk wereld- en vice-wereldkampioen. Ueda rijdt zich gedurende het seizoen regelmatig binnen de top 6 en zijn hoogtepunt beleeft hij tijdens de GP van Europa op het circuit van Catalunya, waar hij met de overwinning aan de haal gaat. Een vijfde plek in de eindstand is aan het eind van het seizoen 1993 opnieuw zijn deel.
Met ingang van het seizoen 1994 komt Ueda uit voor het nieuw-gevormde Givi Honda Team, waarbij de Italiaan Lucio Cecchinello zijn teamgenoot wordt. Voor Ueda wordt het een zeer goed jaar. Allereerst wint hij de GP’s van Maleisië, Italië en Frankrijk en daarnaast pakt hij ook een drietal tweede plaatsen in Oostenrijk, Tsjechië en Argentinië. Over het gehele seizoen komt hij uiteindelijk net iets te kort ten opzichte van de Aprilia van Sakata, mede door twee valpartijen tijdens de GP van Japan en de Dutch TT, maar Ueda wordt toch netjes vice-wereldkampioen bij de achtsteliters. Hij is daarbij de Honda van de derde Japanner Takeshi Tsujimura net voor weten te blijven.
In 1995 maakt Ueda vervolgens een zeer teleurstellend seizoen mee. Allereerst pakt hij tijdens een behoorlijk aantal races geen punten. Zijn beste klassering dat jaar is een tweede plek tijdens de GP van Duitsland en in de eindrangschikking vinden we hem uiteindelijk slechts terug op een teleurstellende twaalfde plek. Zijn landgenoot Haruchika Aoki pakt in datzelfde 1995 op zeer overtuigende wijze de wereldtitel.
Gedurende het seizoen 1996 zien we Ueda, samen met zijn landgenoot Akira Saitoh, uitkomen voor het Docshop Honda Team. De Japanner rijdt een zeer constant seizoen en op de GP van Tsjechië na weet hij zich overal in de punten te rijden. Alleen in Japan en Spanje lukt het hem daarbij om op het podium te eindigen, terwijl hij in de meeste andere races tussen de zesde en de twaalfde plek finisht. Ondanks het feit dat hij bijna overal punten scoort, wordt Ueda in 1996 slechts zevende in de eindstand, terwijl Aoki dat jaar zijn titel weet te prolongeren, vóór de twee andere Japanners Masaki Tokudome en Tomomi Manako.
In 1997 zien we Ueda opnieuw terug in het zadel van de Pileri Honda en voor de Japanner wordt het een succesvol jaar, na twee toch wel enigszins teleurstellende seizoenen. In navolging van 1994 lukt het Ueda opnieuw om het vice-wereldkampioenschap binnen te slepen. Hij wint daarbij de GP’s van Japan, Oostenrijk, Tsjechië en Australië. Er staat dat jaar echter geen maat op een mannetje met de naam Valentino Rossi. De jonge Italiaan schrijft gedurende het seizoen maar liefst elf races op zijn naam en hij pakt daarmee dan ook op zeer overtuigende wijze, met 83 punten voorsprong op Ueda, zijn eerste wereldtitel uit zijn carrière; één waar er uiteindelijk nog velen op zouden gaan volgen.
Vanaf het seizoen 1998 zien we Ueda opnieuw uitkomen voor het Givi Honda Team, met als teameigenaar Cecchinello die tegelijk ook weer de teamgenoot van Ueda is. Voor de Japanner loopt het seizoen andermaal uit op een teleurstelling. Hij schrijft nog wel de tweede GP van het jaar in Maleisië op zijn naam, maar na een vijfde plek in Spanje en een zevende plaats in Italië gaat het mis voor Ueda tijdens de Franse GP. Hij komt ten val, waarbij hij zijn arm breekt en daardoor moet hij de zes daaropvolgende races allemaal aan zich voorbij laten gaan. Pas tijdens de GP van Catalunya is hij weer van de partij, waar hij als zesde finisht en ook tijdens de laatste race van het seizoen in Argentinië pakt hij nog punten met een negende plaats. Door zijn langdurige afwezigheid komt de Japanner in 1998 uiteindelijk niet verder dan een dertiende plaats in de eindrangschikking. Zijn landgenoot Sakata pakt datzelfde jaar zijn tweede 125cc-wereldtitel.
Voor het seizoen 1999 blijft Ueda trouw aan het Givi Honda Team van Cecchinello. Daarbij zien we hem dat jaar weer regelmatig terug van voren. In de loop van het seizoen weet hij een behoorlijk aantal tweede en derde plekken te pakken, maar zijn hoogtepunt beleeft hij tijdens de op één na laatste GP van het seizoen in Brazilië, waar hij er met de overwinning vandoor gaat. De Spanjaard Emilio Alzamora weet dat jaar tijdens een zeer dubieuze laatste race in Argentinië de wereldtitel te pakken,
ten koste van de jonge Marco Melandri, terwijl Ueda vijfde wordt in de eindstand.
Een vijfde plaats als eindklassering is voor Ueda en zijn Givi Honda ook in 2000 weggelegd. Overwinningen scoort hij dat jaar niet, maar wel pakt hij een aantal tweede en derde plekken. De wereldtitel is in 2000 een prooi voor de Italiaanse Aprilia-rijder Roberto Locatelli.
Met ingang van het seizoen 2001 vinden we het Givi Honda Team niet langer terug in het WK 125cc, want teameigenaar Cecchinello is overgestapt naar Aprilia. Ueda blijft echter trouw aan het Japanse merk en dat jaar zien we hem dan ook terug aan boord van de Technical Sports Racing Honda. Voor de Japanner wordt het een enigszins wisselvallig seizoen, want hij weet zich tijdens een behoorlijk aantal races niet in de punten te rijden. Daarentegen pakt hij dat jaar ook zijn laatste GP-zege uit zijn carrière door in Italië de winst te pakken. Dit levert hem uiteindelijk een negende plek in de eindrangschikking op, terwijl de San Marinees Manuel Poggiali met zijn Gilera wereldkampioen wordt bij de achtsteliters in 2001.
Voor het seizoen 2002 vindt Ueda onderdak bij het Semprucci-Angaia Honda Team. Hij begint het seizoen nog met een vierde en een elfde plek tijdens de eerste twee GP’s in Japan en Zuid-Afrika. Tijdens de veertien overige races lukt het de Japanner echter niet om zich in de punten te rijden, waarbij hij ook nog eens tijdens een aantal GP’s afwezig is. Na dat jaar op een 23e plek in de eindstand te zijn geëindigd, besluit Ueda aan het eind van het seizoen 2002 dan ook een punt te zetten achter zijn actieve wegracecarrière. De Japanner verlaat daarmee min of meer via de achterdeur het strijdtoneel.
Noboru Ueda was dus ruim tien jaar actief in het WK 125cc, waarbij hij gedurende zijn gehele GP-carrière trouw zou blijven aan het merk Honda. Zijn loopbaan bestond daarbij uit een aantal zeer succesvolle seizoenen, wat onder andere resulteerde in twee vice-wereldtitels, afgewisseld met een aantal teleurstellende jaren. Waar zijn voorgangers Unemoto en Takada er niet in slaagden wereldkampioen te worden, maar wat zijn tijdgenoten Sakata en Aoki wel lukte, zou de gebrilde topper Ueda ook voor eeuwig en altijd titelloos blijven.
Erelijst van Noboru Ueda:
13 overwinningen
0 wereldtitels
1991:
125cc: twee overwinningen, 5e in de eindstand
1992:
125cc: geen overwinningen, 9e in de eindstand
1993:
125cc: één overwinning, 5e in de eindstand
1994:
125cc: drie overwinningen, 2e in de eindstand
1995:
125cc: geen overwinningen, 12e in de eindstand
1996:
125cc: geen overwinningen, 7e in de eindstand
1997:
125cc: vier overwinningen, 2e in de eindstand
1998:
125cc: één overwinning, 13e in de eindstand
1999:
125cc: één overwinning, 5e in de eindstand
2000:
125cc: geen overwinningen, 5e in de eindstand
2001:
125cc: één overwinning, 9e in de eindstand
2002:
125cc: geen overwinningen, 23e in de eindstand
Bron foto: www.europark.com