Voorbereidingen 73ste Dutch TT in volle gang

156

De 73ste editie van de ÒGauloisesÓ Dutch TT zal het komend weekend worden verreden op het beroemde TT Circuit van Assen.

De voorbereidingen van dit grootste eendaagse evenement van Nederland zijn momenteel al in volle gang. Diverse teams zijn met hun trucks al de poorten van het circuit gepasseerd. Op de paddocks heerst een ijverig sfeertje en overal word stevig gewerkt. Diverse ÒdagjesÓ mensen wachten geduldig langs de kant van de weg, in de hoop dat hun favoriete team langs zal komen en wellicht een blik op te vangen van hun idool. Voor alle bezoekers van de 73ste Dutch TT een vriendelijk verzoek om aan de slogan te denken die dit jaar van toepassing is op het evenement ÒEnjoy, donÕt destroyÓ Voor Žen ieder nogmaals de bijhorende tekst:







De Dutch TT staat voor snelheid, spanning en sfeer. “Geniet van de TT-races, maar maak het mooiste motorsportevenement niet kapot! Met andere woorden: Enjoy, don’t destroy!”, dat is ook het verzoek van 4-voudig wereldkampioen Valentino Rossi. Want in 2002 ontstonden een aantal gevaarlijke situaties, zoals grote vuren op de campings en overenthousiaste “supporters” die op het TT Circuit Assen na afloop van de MotoGP race over de hekken klommen. Het kostte de TT-organisatie haar WK-licentie. “Dat mag niet weer gebeuren en daar kunnen we samen voor zorgen.

Zorg dat we de Dutch TT behouden en dat jullie TT-fans kunnen blijven genieten van een spectaculaire van mij en mijn collega GP-toppers en zorg voor een uitloopronde zonder publiek op de baan”, luidt de oproep van mannen als Rossi, Gibernau en Mamola. Kortom: Enjoy, don’t destroy!

Glas, Blik en alcohol worden dan ook niet meer toegelaten op de baan.

WEL toegestaan bij de Dutch TT zijn:

Frisdrank in plastic of karton, water in plastic of karton, Koelbox met etenswaren of een thermoskan met koffie of thee.

NIET mee naar de TT baan: !!!

GŽŽn blik en glas meenemen, ook gŽŽn alcohol / bier meenemen. Bouwmaterialen, tenten en gereedschap zijn ook niet toegestaan.

Foto / Tekst: H. de Jong