De Australische coureur Karl Muggeridge, heeft tijdens het World Superbike kampioenschap op de Nürburgring als invaller voor Max Neukirchner voor het Suzuki Alstare Brux team mogen rijden, wat voor hem een mooie ervaring was. Muggeridge wist een twaalfde plek te behalen, maar ging in de tweede race met zijn Suzuki onderuit.
Het was de eerste keer dat Muggeridge op de Suzuki Alstare BruxGSX-R1000 K9 reed, maar de Australiër was enthousiast over zowel de samenwerking met het team als over de machine.
Het was dan ook jammer dat Muggeridge na zijn twaalfde plek in de eerste race op het Duitse circuit, zich niet verder kon verbeteren tijdens de tweede manche omdat de Suzuki rijder in een bocht onderuit gleed waardoor de race voor hem was afgelopen. Volgens Muggeridge was het zijn eigen fout, en had er anders wel weer een top twaalf finish ingezeten.
Karl Muggeridge:
“Ik ben teleurgesteld over mijn crash in de tweede race, want mijn intentie was om de machine in beide races te laten finishen. Ik heb vanaf de vijfde rij een goede start gemaakt tijdens de eerste race en wist wat naar voren te rijden, maar ik had al snel door dat ik problemen met de grip aan de achterkant kreeg. Dit hield in dat de elektronica extra hard moest werken om met het probleem om te kunnen gaan, waardoor de machine langzamer werd.
We hebben voor de tweede race een wat zachtere achterband gebruikt en de grip was toen beter waardoor ik snellere rondetijden neer kon zetten. Ik had deze keer niet zo’n goede start gemaakt, dus ik moest hard werken om de aansluiting te vinden bij de groep voor mij. Ik besloot om dit te proberen en ben anders gaan aanremmen, maar misschien veranderde ik mijn rijstijl bij het ingaan van de bochten wat te veel waardoor ik de voorkant verloor. Ik was de bocht niet sneller dan anders ingegaan, maar door het veranderen van de manier van aanremmen ben ik waarschijnlijk gecrasht. Ik denk dat dit gewoon mijn eigen fout was, anders had ik nog een twaalfde plek, of misschien nog wel beter kunnen halen.
Maar ik heb ervan genoten om met het team samen te werken en ik hoop dat ik nog een keer deze kans krijg.”