Het seizoen van MotoGP debutant Alex Rins werd in 2017 gekenmerkt door een aantal vervelende blessures. De Team Suzuki Ecstar coureur keerde echter sterk terug in het tweede deel van het seizoen. In 2018 wil de Spanjaard echter nog veel meer, zoals hij uitlegt in de nieuwste wintereditie van het Team Suzuki Racing Magazine.
Alex Rins kende afgelopen jaar een moeilijk debuutseizoen in de MotoGP klasse. De Team Suzuki Ecstar coureur liep in november 2016 bij een crash tijdens zijn eerste MotoGP test in dienst van Suzuki een vervelende rugblessure op. Door deze crash op het Ricardo Tormo Circuit in Valencia ging een groot deel van de voorbereidingen op het seizoen verloren.
Tijdens het eerste Grand Prix weekend in Qatar was Rins echter gewoon weer van de partij, tijdens de tweede Grand Prix in Argentinië zorgde een crash opnieuw voor lichamelijk ongemak waarna op het Circuit of the Americas in Austin het noodlot nogmaals toesloeg. Rins brak bij een crash op het Amerikaanse circuit zijn pols, een blessure die hem vervolgens vijf Grand Prix weekenden langs de kant hield. Ondanks al deze tegenslagen wist de Spanjaard het seizoen af te sluiten met een keurige vierde plaats tijdens de laatste Grand Prix in Valencia, een vierde plaats die hem veel vertrouwen geeft voor 2018.
“Het was geen makkelijk jaar voor me. Niets was simpel, maar ondanks dat ik een aantal vervelende momenten heb gekend, momenten die soms moeilijk te verteren waren – helemaal omdat je niet precies weet wat de oorzaak was – en waardoor ik weer een flinke tegenslag moest verwerken. En toch heb ik in één jaar tijd veel geleerd. Het seizoen begon al slecht met een vroege blessure die ik opliep bij een crash tijdens de tweede dag dat ik op de GSX-RR reed. Na deze crash heb ik veel pijn gehad, misschien deed het wel extra pijn omdat ik wist dat mijn voorseizoen hierdoor verre van ideaal zou zijn. Een aantal gebroken wervels zorgden ervoor dat ik niet in de beste mogelijke conditie aan het seizoen kon beginnen. Vervolgens deed ik mezelf voor de race in Argentinië weer pijn (gebroken botje in de voet). En om het nog gecompliceerder te maken kwam vervolgens de crash in Austin, een crash die ervoor zorgde dat er tijdelijk een einde kwam aan mijn droom. Ik brak mijn pols en stond vijf Grand Prix weekenden langs de kant. Gelukkig heb ik na mijn terugkeer zonder tegenslagen de rest van het seizoen kunnen afmaken. De vierde plaats tijdens de laatste Grand Prix – uitgerekend op het circuit waar het allemaal begon – was de beste manier om het seizoen af te sluiten. Ik hoop komend seizoen het vertrouwen dat Suzuki me heeft gegeven terug te kunnen betalen door in elke wedstrijd voor podiumposities mee te kunnen strijden.”
Lees het volledige artikel en meer Suzuki MotoGP nieuws in de laatste editie van het Suzuki Racing Magazine via de volgende link: Suzuki Racing Magazine
Rins vormt in 2018 opnieuw samen met de Italiaan Andrea Iannone het rijdersduo van Team Suzuki Ecstar.