Ook voor Dutch Superbikecoureur Bertus Folkertsma heeft de laatste zaterdag van juni een vaste bestemming. In deze column vertelt hij over zijn belevenissen maar ook over hoe hij ooit achterop de scooter van de vriendin van Alex Crivillé belandde en hoe hij een rechtstreeks duel met Alex Barros uitvocht.
Foto: J. Kuipers
Het is niet zo moeilijk te raden waar ik op zaterdag 24 juni was. Uiteraard ergens langs dat nu 4,5 km lange stukje asfalt ten zuiden van mijn woonplaats Assen. Omdat ik tijdens de trainingsdagen moest werken lukte het me dit jaar helaas niet om het evenement 100% te beleven. Nu heeft elke dag gelukkig ook een avond en zo bracht ik de donderdagavond samen met Roelof Thijs een bezoek aan de paddock. Ik heb gelukkig voldoende contacten om dat voor elkaar te krijgen. De basis voor al die contacten is eigenlijk twintig jaar geleden onbedoeld gelegd in het rennerskwartier van Francorchamps. Als jongetje van acht jaar klopte ik tijdens mijn jacht op stickers ook aan bij de tent van Sito Pons. Voor de goede orde, Sito zou in 1988 en 1989 wereldkampioen worden in de 250 cc-klasse en weer later eigenaar van een team in de 500 cc/Moto GP-klasse.
Van het één kwam het ander. De kok kon wel een afwashulp gebruiken. Nu is afwassen niet één van mijn favoriete bezigheden, maar daar dacht ik toen wel even anders over. Bij het vertrek van het team werd ik al weer uitgenodigd voor het erop volgende jaar en sindsdien is het contact altijd gebleven. En als bij een sneeuwbal heeft dat in de loop van de tijd talloze andere, vaak leuke, contacten opgeleverd. Enkele daarvan onderhoud ik nog altijd, andere waren van korte duur. Twee wil ik er even uitlichten. In de tijd dat Alex Crivillé voor Sito reed heb ik een paar keer samen met zijn vriendin (van Alex wel te verstaan) op de scooter langs de baan gereden om de training van Alex te bekijken. Als jongen van een jaar of veertien was dat natuurlijk een bijzondere ervaring. Veel later kwam ik eens in de pitbox in Assen van het Pons-team toen Alex Barros, die destijds voor het team reed, bezig was met een racespelletje. Hij wilde op die manier de TT-baan nóg beter leren kennen.En natuurlijk kun je zo’n spelletje ook met twee man spelen. Toen hij me vroeg of ik mee wilde doen hoefde ik ook daar natuurlijk niet lang over na te denken. Over de uitslag zal ik het verder maar niet hebben.
Nu zijn contacten er voor om onderhouden te worden en daar is de TT heel geschikt voor. Op donderdagavond sprak ik o.a. met Russell Jordan. Hij werkt voor het Suzuki Moto GP team van John Hopkins en Chris Vermeulen. Zijn officiële functiebenaming is Parts & Logistics Manager, m.a.w. hij moet ervoor zorgen dat onderdelen tijdig worden besteld. Zo vertelde hij dat hij tijdens de GP van Italië in Mugello al onderdelen had besteld die het team pas voor de races in Donington nodig zal hebben. De slogan ‘Het lijkt Overtoom wel’ is hier dus beslist niet van toepassing. Daarnaast is Russell verantwoordelijk voor de vernieuwingen die het hoofdkwartier in Japan doorgevoerd wil hebben. In de pitbox haalde hij de ‘pyama’ even van de motorfietsen af en vertelde over de wijzigingen die men naar aanleiding van de trainingen had uitgevoerd. Wat een prachtig gezicht en achteraf gezien is het nog mooier in de wetenschap dat een dag erna met één van die fietsen de pole werd binnengehaald.
De Moto GP-race heb ik gezien terwijl ik aan de binnenkant van het circuit tussen de nieuwe Haarbocht en de even nieuwe Strubbenbocht stond en ook tussen zeer veel Nederlandse en buitenlandse fotografen. Een beetje zenuwachtig werd ik er wel van toen ik de snelheden zag waarmee de heren deze nieuwe bochten nemen. Vooral met het idee dat ik zelf over een paar weken hier ook mijn eerste wedstrijd zal rijden.
De ontknoping van die verschrikkelijk spannende race volgde ik op het grote videoscherm waar ik zicht op had. Vol ongeloof over deze finish liep ik terug naar de pitboxen, eerst naar die van het Repsol Honda Team. De hele pitbox was leeg, op één persoon na. De rest van het team was natuurlijk al onderweg of al aanwezig bij het podium om hun Nicky te feliciteren met de overwinning. Die ene persoon kende ik. Het is één van de mensen binnen het team, die eigenlijk nooit op de voorgrond treden maar wel van groot belang zijn voor het eindresultaat. Zijn naam? Ramon Aurin. Deze Spanjaard heeft jarenlang gewerkt voor Sito. Hij is binnen het Repsol Team nu de specialist op het gebied van de telemetrie en datalogging. Voor alle duidelijkheid, onder telemetrie wordt verstaan: het via de ether versturen van elektronische data van de motorfiets naar een vast station naast de baan, terwijl met datalogging meer het uitlezen van de gegevens wordt bedoeld. Het mag duidelijk zijn dat deze functies binnen de gemotoriseerde sporten vandaag de dag van enorm belang zijn.
Ramon heeft in de afgelopen veertien jaar samengewerkt met mannen als Capirossi, Barros, Bayliss en Biaggi en nu dus met Nicky Hayden. Nicky was wat blij toen hij begin dit jaar Ramon in het team kreeg. Op zijn website schreef hij: ‘I'm also very excited about working with my new data guy Ramon Aurin who has come over from the Honda Pons team… He seems like a superstar so I am happy to have him in my corner!’
Zo nu en dan spreken Ramon en ik elkaar over de telefoon. Het was mooi dat ik hem nu in levende lijve kon feliciteren met de overwinning van Nicky.
Vervolgens liep ik naar het podium. Net toen ik daar arriveerde kwam Colin Edwards de pitstraat binnen gereden. Ik had met hem te doen. Hij had de race van zijn leven gereden. Vooral hoe hij na een klein foutje, waardoor hij de aansluiting met Nicky verloren leek te hebben, terugkwam vond ik indrukwekkend. En dan in de laatste bocht onderuit gaan, ik zal niet zeggen dat ik het niemand gun, maar Edwards in ieder geval niet.
In de pitbox van het Yamaha team stond ook een monteur met wie ik al eerder die week had gesproken. Hij was in het verleden ook monteur bij Sito geweest. Wij keken elkaar aan en uit zijn blik kon ik de letters g.v.d. opmaken. En ja, eigenlijk vond ik ook dat Colin de echte winnaar was. Later vernam ik dat hij dertiende is geworden. De gedachte kwam even bij me op dat ik, met mijn reeks dertiende plekken dit jaar, toch maar in goed gezelschap verkeer. Ik hoop voor hém niet dat het een begin van een abonnement op die plek wordt.
De 76ste TT is weer geschiedenis, die mij weer extra zin heeft gegeven in de toekomst, namelijk 9 juli, waarop ik mijn eerste wedstrijd op de nieuwe baan mag rijden.
Bertus Folkertsma
(in samenwerking met Otto Kuipers)
Reageren? Dat kan naar [email protected]