In de geschiedenis van het wereldkampioenschap wegrace zijn er vele coureurs geweest die meerdere wereldtitels in de wacht hebben weten te slepen, waarvan sommigen zelfs twee in één en hetzelfde jaar. De Italianen Bruno Ruffo en Umberto Masetti slaagden er direct in de beginperiode van het WK al in als eerste coureurs meerdere kampioenschappen te winnen.
Het wereldkampioenschap wegrace, zoals we dat ook nu nog steeds kennen, vindt zijn oorsprong in het jaar 1949. Op dat moment zijn het met name de Italiaanse en de Britse coureurs en renstallen die de dienst uitmaken.
Het is in datzelfde 1949 de Italiaan Bruno Ruffo aan boord van een Moto Guzzi die de eerste wereldkampioen in de 250cc klasse wordt. Hij is dat jaar net iets te sterk voor onder andere de Benelli van zijn landgenoot Dario Ambrosini. Ruffo weet dat jaar één Grand Prix op zijn naam te schrijven, namelijk die van Zwitserland.
In 1950 slaagt Ruffo er in zijn tweede wereldtitel uit zijn carrière te winnen. Dit keer is hij echter de sterkste bij de 125cc's. Zo gaat hij met de overwinning aan de haal tijdens de Dutch TT in Assen en samen met een tweetal andere nette klasseringen weet hij zijn stalgenoten binnen het team van Mondial, Carlo Ubbiali en Gianni Leoni, net vóór te blijven in de eindstand voor het werelkampioenschap.
Datzelfde jaar is het Umberto Masetti die met zijn Gilera bij de halveliters zijn eerste kampioenschap weet binnen te halen. Hij heeft het dat jaar behoorlijk zwaar aan de stok met de Norton van de Brit Geoff Duke die dat seizoen drie races weet te winnen. Masetti zelf is dat jaar de sterkste in België en tijdens de Dutch TT, maar zijn overige resultaten naast deze twee zeges geven uiteindelijk de doorslag, waarmee het dus de Italiaan is die de titel wint.
In het derde jaar van het wereldkampioenschap, 1951, is het Ruffo die ook zijn derde wereldtitel in de wacht weet te slepen. Dat seizoen is hij opnieuw de sterkste met zijn Moto Guzzi bij de kwartliters. Hij weet zowel de GP van Frankrijk als die van Ierland op zijn naam te schrijven, waarmee hij dat jaar uiteindelijk net te sterk is voor zijn Moto Guzzi-collega Tommy Wood.
Na in 1951 tijdelijk afstand van zijn titel te hebben moeten doen, is het in 1952 andermaal Masetti die aan boord van zijn Gilera met het kampioenschap aan de haal gaat in de Koningsklasse. Opnieuw weet hij dat jaar zowel de Dutch TT als de GP van België te winnen, terwijl hij over het gehele seizoen uiteindelijk net wat meer punten bij elkaar weet te rijden dan Les Graham aan boord van de MV Agusta die op zijn beurt vice-wereldkampioen wordt.
Bij deze titels zou het uiteindelijk blijven voor zowel Ruffo als Masetti. Daarbij zou Ruffo ook niet verder meer komen dan de vier overwinningen die hij, verspreid over de drie jaren dat hij wereldkampioen werd, reeds in de wacht had weten te slepen. Masetti daarentegen heeft in 1951, het jaar dat hij dus even afstand moest doen van de 500cc-wereldtitel, ook één race weten te winnen bij de 500cc's en ook in 1955 weet hij nog één GP op zijn naam te schrijven, waarmee hij zijn totaal uiteindelijk op zes brengt. Daarbij is hij van 1955 tot en met 1958 actief in verschillende klassen aan boord van een MV Agusta.
Na Ruffo en Masetti zouden er dus nog vele coureurs volgen die meerdere wereldtitels in de wacht wisten te slepen. Carlo Ubbiali, John Surtees, Mike Hailwood, Jim Redman, Giacomo Agostini, Phil Read en Angel Nieto zijn maar enkele namen die in dit lijstje voorkomen. Ruffo en Masetti waren echter de allereerste coureurs die deze prestatie neer wisten te zetten.
Bron foto: www.clubclayregazzoni.it