FRANCORCHAMPS Ð Arie Vos kan terugblikken op een uitstekend weekeinde in de strijd om het ONK. In de Supersport klasse behaalde hij zondag in het Belgische Francorchamps een vijfde plaats en was daarmee de derde Nederlander. Teamgenoten Swen Ahnendorp (11e) en Mile Pajic (14e) waren eveneens te spreken over de goede prestatie van het Kawasaki-Pajic Racing Team.
Arie Vos mocht vanaf de vierde startpositie vertrekken en kreeg het ritme vrij vlot te pakken. Hij leek het Suzuki-rijder Barry Veneman knap lastig te gaan maken, maar door problemen met de versnellingsbak kon hij niet op de top van zijn kunnen rijden. Hij werd uiteindelijk nog gepasseerd, maar de vijfde plek stemt tot tevredenheid. ÒDe motor rijdt fantastisch goed, mijn blessure is aan het herstellen. Ik voel iedere wedstrijd een enorme vooruitgang, gaandeweg gaat het steeds beter.Ó De volgende race vindt plaats in Hengelo, waarna voor Vos een ÔthuiswedstrijdÕ volgt: Oss. ÒHet is maar n wedstrijd uit velen, maar daar wil ik toch wel graag op het podium staanÓ, blikt Vos vooruit.
Superrace
ÒEen superraceÓ, omschrijft Swen Ahnendorp kort na de finish. Hij kwam als elfde over de streep, wederom een vooruitgang ten opzichte van vorige week. ÒIk ga steeds in stapjes van twee naar voren. Het was wel een heel gevecht, maar dat is juist wat racen zo mooi maakt.Ó Ahnendorp startte als vijftiende en reed rustig, maar gedecideerd naar voren. De strijd om de tiende plaats kon hij net niet winnen, maar: ÒHet scheelde niks. Ron van Steenbergen en ik wisselden constant in die strijd om de tiende plaats.Ó Ahnendorp, die voor de tweede keer acte de prsence gaf op Francorchamps, behaalde onder de Nederlanders wl een top-10 klassering. ÒDaarom ben ik ook heel tevreden. Het circuit is voor mij redelijk onbekend en er doen veel buitenlandse rijders aan mee. De motor liep perfect, daar is niks op aan te merken. Het ging hard genoeg, sturen ging vlekkeloos: ik ben tevreden.Ó
Teamgenoot en -manager Mile Pajic finishte als veertiende. ÒGezien de omstandigheden ben ik tevredenÓ, aldus Pajic, die aangaf simpelweg een wat mindere dag te hebben en weloverwogen besloot geen gekke dingen te doen. ÒJe beseft dat je niet alleen voor jezelf rijdt. Naast sportman ben ik natuurlijk ook teammanager. Ik heb heel bewust rekening gehouden met de jongensÓ, refereert hij aan zijn teamgenoten Vos en Ahnendorp. De sympathieke manager, die zichzelf absoluut tekort doet wanneer hij zich glimlachend als ÔtestrijderÕ omschrijft, besluit: ÒDe resultaten van Arie en Swen zijn gewoon goed: zij zijn het belangrijkste. Voor het team is het een goed weekeinde geweest.Ó
