Ducati CEO Domenicali: “Samenwerking met Valentino Rossi heeft schade toegebracht aan ons imago”

10597
claudio-domenicali
Claudio Domenicali | foto© Ducati Corse

Valentino Rossi reed in 2011 en 2012 in dienst van Ducati. Voor zowel Rossi als ook Ducati werd de samenwerking geen succes, sterker nog volgens huidig Ducati CEO Claudio Domenicali heef het zelfs voor de nodige imago schade gezorgd bij het Italiaanse motormerk.

Valentino Rossi had destijds zeven MotoGP wereldtitels op zak toen hij aan het einde van het seizoen 2010 Yamaha verliet en koos voor een nieuw avontuur en het grote geld van Ducati (Philip Morris International – Marlboro). Het werden twee rampzalige seizoenen in 2011 en 2012 voor zowel Ducati als ook Rossi. In 2013 keerde de Italiaan weliswaar terug naar Yamaha, maar het bracht hem gedurende de laatste tien seizoenen dat hij nog actief was als actief MotoGP coureur niet meer de successen als voorheen en de zo felbegeerde tiende wereldtitel.

Ook Ducati bleef na het vertrek van Rossi nog lange tijd zonder de zo gewilde en gewenste successen, maar het afgelopen seizoen was het dan eindelijk raak. Ducati wist met Francesco Bagnaia niet alleen voor het eerst sinds vijftien jaar (Stoner 2007) weer eens de MotoGP wereldtitel in de wacht te slepen, men wist in 2022 zelfs ook de team- en constructeurstitel mee naar Italië te nemen.

Enkele dagen voordat Ducati haar wereldtitel(s) gaat vieren tijdens een groot feest in Piazza Maggiore in Bologna blikte Ducati CEO Claudio Domenicali al even kort terug op de afgelopen jaren, ook de jaren 2011 en 2012 waar men zoveel van had verwacht maar die voor zowel Ducati als ook Valentino Rossi uitliepen op een grote teleurstelling.

Claudio Domenicali: “We konden het destijds niet aan, we waren er gewoon nog niet klaar voor. Als je de beroemdste coureur van Italië met negen wereldtitels binnenhaalt en je weet niet te winnen dan zorgt dat voor imagoschade. Ik werd CEO in 2013, toen [Rossi vertrok], en het was aan mij om de brokstukken op te rapen. Dat kost even tijd en pas als de rust wedergekeerd is kun je weer aan de slag om opnieuw te beginnen.”

Toen de rust enigszins teruggekeerd was kwam Gigi Dall’Igna in 2014 de Ducati gelederen versterken, iets dat gezien wordt als de grote ommekeer voor het Italiaanse merk op sportief gebied.

Claudio Domenciali: “Twee jaar lang hebben we samen hard gewerkt aan veranderingen, veranderingen die nu hun vruchten af gaan werpen.”

In 2023 krijgt Ducati met Bagnaia en de promotie van Enea Bastianini naar het officiële MotoGP fabrieksteam een volledig Italiaanse rijdersbezetting, twee Italiaanse coureurs die beiden genoemd worden als mogelijke kandidaten voor de wereldtitel.

Claudio Domenciali: “We kijken niet naar nationaliteit of naar karakter, de keuze is altijd op basis van het sportieve deel. We proberen het merk en de coureur op hetzelfde niveau te krijgen, als men dan vervolgens successen gaat boeken dan komt de bekendheid vanzelf.”

Ook in 2023 is Ducati weer goed vertegenwoordigd in de koningsklasse, net als in 2022 zullen er opnieuw maar liefst acht Ducati machines aan de start verschijnen. Naast de reeds genoemde Bagnaia en Bastianini zullen ook Jorge Martin en Johann Zarco (Pramac Racing), Luca Marini en Marco Bezzecchi (Mooney VR46 Racing) en Alex Marquez en Fabio Di Giannantonio (Gresini Racing MotoGP) gebruik maken.