John Surtees en Carlo Ubbiali maakten op hetzelfde moment hun glorieperiode binnen de mondiale wegracesport mee. Waar Ubbiali wereldtitels pakte in de 125- en 250cc klasse gedurende de tweede helft van de jaren Õ50 (en 1960) aan boord van een MV Agusta, deed Surtees datzelfde, alleen dan in de 350- en 500cc klasse. In 1956 werd Surtees namelijk ingelijfd bij de renstal van MV om vervolgens zeven wereldtitels voor dit merk te pakken in de twee zwaardere klassen.
Surtees begint zijn carri¬re als wegracecoureur begin jaren Õ50. In deze beginjaren verschijnt de Brit in meerdere klassen aan de start op onder andere Norton, BMW en NSU. In 1955 scoort Surtees met deze NSU zijn eerste GP-overwinning door de Grand Prix van Ierland op het circuit van Dundrod in de 250cc klasse te winnen. In de eindstand komt hij hiermee op een zevende plek terecht. Tevens wordt Surtees dat jaar twee keer derde, in Duitsland en in Ierland, in de 350cc klasse aan boord van een Norton en aan het eind van het seizoen zijn al zijn resultaten goed voor een zesde plek als eindklassering. Dit zijn meteen de meest opmerkelijke prestaties uit de beginperiode van SurteesÕ carri¬re als coureur.
In 1956 wordt Surtees door de renstal van MV Agusta aangetrokken om voor dit Italiaanse merk te gaan rijden in de 350- en 500cc klasse.
Bij de 350ccÕs scoort John allereerst een tweede plaats tijdens de TT van Assen. Lange tijd heeft hij in deze race de leiding in handen, maar uiteindelijk moet hij toch de winst laten aan de Moto Guzzi van Bill Lomas, die dat jaar ook wereldkampioen wordt in deze klasse. Tijdens de daaropvolgende wedstrijd, de GP van Belgi op het circuit van Spa Francorchamps, gaat Surtees echter wel met de overwinning aan de haal en aan het eind van het seizoen neemt hij een vierde positie in in de eindstand van de 350cc klasse.
Het is dat jaar echter bij de halveliters, waar Surtees direct al bewijst een grote aanwinst voor MV te zijn. Surtees wint in deze klasse meteen de eerste GP van dat jaar, de GP van Groot Brittanni op het eiland Man, en vervolgens gaat John ook met de overwinning aan de haal in Nederland en in Belgi. Daar bij onze zuiderburen, waar John ook de 350cc-race al op zijn naam wist te schrijven, boekt hij dus zijn eerste dubbel-overwinning uit zijn carri¬re. Met deze drie overwinningen in Groot Brittanni, Nederland en Belgi wordt Surtees al in zijn eerste seizoen bij MV wereldkampioen in de 500cc klasse. Daarbij laat hij de BMW van Walter Zeller en de Norton van John Hartle achter zich. Maar misschien nog wel veel belangrijker dat jaar is het feit, dat MV de titel wegkaapt voor de neus van Gilera, dat in de jaren 1953 tot en met 1955 nog wereldkampioen werd met Geoff Duke in de 500cc klasse. De GileraÕs van Pierre Monneret (4e in de eindstand), Reg Armstrong (5e), Geoffrey Duke (7e) en Libero Liberati (8e) moeten dat seizoen duidelijk het onderspit delven. Umberto Masetti, dat jaar stalgenoot van Surtees in zowel de 350- als de 500cc klasse, weet zich met zijn MV hier ook nog tussen te werken door op een zesde plek te eindigen in de eindstand bij de halveliters.
Masetti is in 1957 opnieuw een stalgenoot van Surtees bij MV. In de 350cc klasse komen beide heren niet verder dan n schamele vierde plaats, Masetti in Duitsland en Surtees in Groot Brittanni. De Italiaan en de Brit delen daarmee aan het eind van dat seizoen, samen met nog een tweetal andere rijders, een tiende plek in de eindstand bij de 350ccÕs. Moto Guzzi wordt in deze klasse opnieuw wereldkampioen in de persoon van Keith Campbell, terwijl de GileraÕs van Liberati en Bob McIntyre zich ook regelmatig goed van voren hebben laten zien.
Het is deze zelfde renstal van Gilera, die dat jaar in de 500cc klasse keihard terugslaat na een teleurstellend jaar daarvoor. Gilera wint dat jaar vijf van de zes races, waarvan er vier op naam van Liberati komen te staan. De Italiaan mag zich hiermee aan het eind van het seizoen wereldkampioen noemen bij de halveliters, voor zijn stalgenoot McIntyre, terwijl we op de vierde plek in de eindstand de derde Gilera van Duke terugvinden. Surtees weet zich hier, met onder andere n overwinning tijdens de TT van Assen, nog tussen te nestelen door op een derde plek te eindigen in het kampioenschap.
Het seizoen 1958 wordt niet alleen het jaar van MV Agusta, maar ook het jaar van Surtees. Nadat Moto Guzzi en Gilera aan het eind van het seizoen 1957 hebben aangekondigd zich terug te trekken uit de mondiale wegracerij, komt de weg geheel vrij te liggen voor de MVÕs bij de 350- en 500ccÕs. In deze twee zwaardere klassen verschijnt het merk aan de start met Surtees en, de nieuw aangetrokken, John Hartle als de belangrijkste strijdijzers.
Surtees schrijft dat jaar bij de 350ccÕs zes van de zeven races op zijn naam. Alleen in Zweden moet hij de overwinning laten aan Duke, die weer terug is gekeerd bij Norton, omdat MV niet aan de start verschijnt op het circuit van Hedemora, nadat Surtees de wereldtitel al heeft zekergesteld. Hartle wordt regelmatig tweede achter zijn stal- en landgenoot Surtees, waardoor hij zich aan het eind van het seizoen vice-wereldkampioen mag noemen in de 350cc klasse, voor een grote groep voornamelijk Norton-machines.
Voor de strijd bij de halveliters geldt dat jaar hetzelfde verhaal. John wint op de GP van Zweden na, door afwezigheid dus, ook hier alle races. Ook in de 500cc-race in Zweden gaat de overwinning naar Duke. Hartle wordt andermaal tweede in de eindstand, opnieuw voor een groot aantal Nortons en ook een aantal BMWÕs en andere MVÕs.
Het feest wordt voor MV Agusta dat jaar compleet als Ubbiali kampioen wordt in de 125cc klasse en Tarquinio Provini de sterkste is bij de kwartliters, nadat Surtees dus voor het eerst dubbel-wereldkampioen is geworden in de twee zwaardere klassen.
In 1959 zijn Surtees en Hartle opnieuw de belangrijkste wapens voor MV in de 350cc klasse, terwijl Remo Venturi nu de tweede man voor MV is bij de halveliters, die overigens ook voor deze renstal in de 350cc klasse aan de start verschijnt dat jaar, na al enige seizoenen voor MV in actie te zijn komen in de diverse klassen.
Dat seizoen wint Surtees alle races meetellend voor het wereldkampioenschap, zowel in de 350- als de 500cc klasse. Hartle wordt andermaal vice-wereldkampioen in de 350cc klasse, terwijl deze rol bij de halveliters is weggelegd voor Venturi. Opnieuw heeft MV dat jaar alle reden tot lachen, want naast de titels voor Surtees in de twee zwaardere klassen, gaat in de twee lichtere klassen dat jaar het kampioenschap naar Ubbiali, met zijn stalgenoot Provini tweemaal als tweede in de eindstand. MV voorziet daarmee niet alleen alle wereldkampioenen dat jaar in materiaal, maar het zijn ook alle vice-wereldkampioenen, die dat seizoen voor MV rijden (alhoewel Provini deze klassering bij de kwartliters wel moet delen met de MZ van Gary Hocking).
Dit laatste is ook van toepassing op het seizoen 1960. Ubbiali pakt voor MV de titel in de 125- en 250cc klasse, beide keren voor zijn nieuwe teamgenoot Gary Hocking. Surtees wordt daarentegen net als in 1958 en 1959 weer dubbel-wereldkampioen bij de 350- en 500ccÕs. In de 350cc klasse doet hij dat voor Hocking, die dat jaar dus maar liefst in drie klassen vice-wereldkampioen wordt, en bij de halveliters is het opnieuw Venturi, die genoegen moet nemen met een tweede plek in de eindstand.
Het is dat seizoen echter niet zo, dat overal waar Surtees aan de start staat hij er ook met de overwinning vandoor gaat. In de 350cc klasse pakt John slechts twee overwinningen, iets wat Hocking ook doet en ook is er een overwinning weggelegd voor de derde MV van Hartle, tevens derde in de eindstand dat jaar overigens, die gedurende het seizoen nog de overstap maakt op Norton.
In de 500cc klasse pakt Surtees vijf overwinningen, n is er voor Venturi en ook Hartle wint n race, echter wel op een Norton, na ook in deze klasse eerst op een MV te hebben gereden. Uiteindelijk eindigt Hartle ook in deze klasse op een derde plek in de eindstand, iets wat Luigi Taveri overigens weet te presteren in de 250cc klasse aan boord van zijn MV.
Reeds hebben we geconstateerd, dat de carri¬re van Surtees veel overeenkomsten heeft met de loopbaan van Ubbiali. Beide coureurs vieren hun hoogtepunt in dezelfde periode en dat beide ook nog eens op een MV. Ubbiali zegeviert echter in de twee lichtere klassen, waar Surtees dat doet in de twee zwaardere klassen. Een ander punt van overeenkomst is het feit, dat Surtees, net als Ubbiali, na het seizoen 1960 stopt met motorracen. Surtees gaa
t echter in de Formule 1-racerij verder, waar hij in 1964 ook wereldkampioen wordt. Daarmee is Surtees tot op dit moment de enige coureur in de wereld, die zowel op twee als op vier wielen wereldkampioen is geworden; een prestatie die misschien wel nooit meer wordt gevenaard.
Erelijst van John Surtees:
38 overwinningen
7 wereldtitels
1952-1955:
Actief in meerdere klassen voor verschillende merken met als hoogtepunt n overwinning in de 250cc klasse in 1955.
1956:
350cc: n overwinning, 4e in de eindstand
500cc: drie overwinningen, 1e in de eindstand
1957:
350cc: geen overwinningen, 10e in de eindstand
500cc: n overwinning, 3e in de eindstand
1958:
350cc: zes overwinningen, 1e in de eindstand
500cc: zes overwinningen, 1e in de eindstand
1959:
350cc: zes overwinningen, 1e in de eindstand
500cc: zeven overwinningen, 1e in de eindstand
1960:
350cc: twee overwinningen, 1e in de eindstand
500cc: vijf overwinningen, 1e in de eindstand
Tekst: Asse Klein, [email protected]
Bron foto: www.solitude-memorial.de