Als we spreken over de 50- en de 125cc klasse gedurende de jaren Õ70 en de eerste helft van de jaren Õ80 denken we direct aan de Spaanse grootmeester Angel Nieto. Vanaf 1975 slaagden echter ook coureurs als Paolo Pileri, Pier Paolo Bianchi, Eugenio Lazzarini en Ricardo Tormo erin titels te pakken in deze lichtste klassen. Toch zijn zij hierbij altijd enigszins in de schaduw van Nieto blijven staan.
Pier Paolo Bianchi als wereldkampioen 125cc onderweg op het circuit van Imatra in 1977 (Bron foto: www.kakeh.com/imatra)
Tijdens de jaren Õ60 was de mondiale wegracerij al in aanraking gekomen met het begrip Angel Nieto. In 1969 pakte hij zijn eerste wereldtitel in de 50cc klasse en er zouden al gauw vele kampioenschappen voor hem volgen, ook in de 125cc klasse. Daarmee wordt Nieto tot op de dag van vandaag nog altijd gezien als de koning van de lichtste klassen.
Eind jaren ’60/begin jaren Õ70 moest Nieto het onder andere opnemen tegen mannen als Aalt Toersen, Dieter Braun, Jan de Vries, Kent Andersson, Charles Mortimer en Bruno Kneub_hler. Zo slaagden Braun, De Vries en Andersson er ook in een aantal titels te pakken in de 50-/125cc klasse ten koste van Nieto.
Vanaf de tweede helft van de jaren ’70 moet Nieto echter serieus rekening gaan houden met een aantal andere, nieuwe mannen. De belangrijke namen zijn daarbij reeds gevallen: Pileri, Bianchi, Lazzarini en Tormo. Alle vier zeer talentvolle coureurs van Europese bodem. Vanaf het seizoen 1975 zijn zij samen in staat een aantal wereldtitels te pakken in de 50- en/of 125cc klasse door Nieto rechtstreeks te verslaan, zij het door afwezigheid van Nieto.
1975:
In de 50cc klasse is er in 1975 nog geen kruid gewassen tegen Nieto aan boord van de Kreidler. Hij wint maar liefst zes van de acht races. De andere twee keer finisht hij op een tweede plek. Achter Nieto eindigt Lazzarini met zijn Piovaticci op een knappe tweede positie in de eindstand. Zijn beste resultaat tot dan toe is n overwinning in de 125cc klasse tijdens de TT van Assen in 1973 en een uiteindelijke vijfde plek in de eindstand dat jaar. Ook in 1975 wint Lazzarini bij de 50ccÕs een race en samen met een aantal tweede en derde plekken is dit dus goed voor een tweede positie in de eindstand.
Eindstand WK 50cc 1975:
2e Eugenio Lazzarini (Piovaticci), 61 punten
Bij de achtsteliters vinden we Nieto dat jaar niet terug en daarmee komt de weg geheel vrij te liggen voor de MorbidelliÕs van Pileri en Bianchi. Pileri wint maar liefst zeven wedstrijden op rij en door het hanteren van schrapresultaten kan hem de titel een aantal races voor het einde van het seizoen al niet meer ontgaan. Tot dan toe heeft Pileri nog nooit een race gewonnen en zich nooit binnen de top 10 van de eindstand gereden. Bianchi eindigt regelmatig als tweede achter zijn teamgenoot en hij neemt aan het eind van het seizoen deze positie tevens in in de eindstand. Ook voor hem is dat zijn beste resultaat tot dan toe. Een vijfde positie in deze zelfde stand is er dat jaar overigens voor Lazzarini.
Eindstand WK 125cc 1975:
1e Paolo Pileri (Morbidelli), 90 punten
2e Pier Paolo Bianchi (Morbidelli), 72 punten
5e Eugenio Lazzarini (Piovaticci), 47 punten
1976:
Bij de 50ccÕs gaat in 1976 opnieuw de titel naar Nieto, voor het eerst aan boord van de Bultaco. Voor Lazzarini zit er niet meer in dan een vierde plaats als eindklassering.
Eindstand WK 50cc 1976:
4e Eugenio Lazzarini (UFO), 53 punten
19e Ricardo Tormo (Kreidler), 5 punten
Dat jaar is Nieto ook vertegenwoordigd bij de achtsteliters met de Bultaco, maar het is opnieuw de renstal van Morbidelli, die in deze klasse de dienst uitmaakt. In de eindstand wordt Nieto in de sandwich genomen door Bianchi en Pileri. Bianchi mag gedurende dat seizoen zeven keer op de hoogste trede van het podium gaan staan en daar kan Nieto met slechts n overwinning niet tegen op. Bianchi wint dus het kampioenschap, Nieto moet genoegen nemen met de titel van vice-wereldkampioen, Pileri eindigt op een derde plek (die zich daarna concentreert op de wat zwaardere klassen) en Lazzarini vinden we ook met een Morbidelli terug op een uiteindelijke zevende plaats.
Eindstand WK 125cc 1976:
1e Pier Paolo Bianchi (Morbidelli), 90 punten
3e Paolo Pileri (Morbidelli), 64 punten
7e Eugenio Lazzarini (Morbidelli), 26 punten
1977:
Ook in 1977 slagen de diverse coureurs er niet in Nieto van de 50cc-wereldtitel af te houden. Hij eindigt overal op het podium, waaronder drie overwinningen. Lazzarini, twee overwinningen, wordt met zijn Kreidler andermaal vice-wereldkampioen in de lichtste klasse. Op de derde plek in de eindstand vinden we echter een nieuwe man, Ricardo Tormo, die dat jaar de teamgenoot van Nieto is bij Bultaco. Hij wint de afsluitende GP in Zweden en daarmee is hij een man voor de toekomst.
Eindstand WK 50cc 1977:
2e Eugenio Lazzarini (Kreidler), 72 punten
3e Ricardo Tormo (Bultaco), 69 punten
In de 125cc klasse slaagt Bianchi erin zijn titel aan boord van de Morbidelli te prolongeren. Hij wint opnieuw zeven races en ook op de tweede plek vinden we een Morbidelli-coureur terug in de persoon van Lazzarini. Nieto eindigt daarentegen met de Bultaco pas op een derde plek in de eindstand.
Eindstand WK 125cc 1977:
1e Pier Paolo Bianchi (Morbidelli), 131 punten
2e Eugenio Lazzarini (Morbidelli), 105 punten
1978:
In zijn tweede jaar bij Bultaco grijpt Tormo direct de wereldtitel in de 50cc klasse. Hij wint vijf van de zeven races en in de andere twee wedstrijden finisht hij als tweede, waar het Lazzarini is, die zijn Kreidler naar de overwinning stuurt. De kleine Italiaan wordt andermaal vice-wereldkampioen. Nieto vinden we ook terug in de eindstand bij de 50ccÕs, nadat hij aangegeven heeft zich vanaf dat moment eigenlijk volledig op de achtsteliters te willen concentreren, en wel op een elfde plek. Hij komt dat jaar slechts n keer in actie in de lichtste klasse op de Bultaco om Tormo te ondersteunen in zijn jacht op de titel, nadat Nieto reeds halverwege het seizoen bij de 125ccÕs de overstap heeft gemaakt naar de renstal van Minarelli.
Eindstand WK 50cc 1978:
1e Ricardo Tormo (Bultaco), 99 punten
2e Eugenio Lazzarini (Kreidler), 64 punten
Bianchi is reeds voor aanvang van het seizoen 1978 overgestapt naar het team van Minarelli en aanvankelijk weet hij de belangen voor deze renstal aardig goed hoog te houden bij de achtsteliters. Lazzarini doet het met zijn MBA (de voormalige Morbidelli) echter nog wat beter en daarom wordt halverwege het seizoen besloten, de met de Bultaco slecht presterende, Nieto bij de stal van Minarelli binnen te halen om Bianchi te ondersteunen. Door een crash in Finland komt er voor Bianchi echter vroegtijdig al een einde aan het seizoen. Nieto wint vervolgens de laatste vier races, maar het is Lazzarini, die het hele jaar door blijft presteren en die er met de titel vandoor gaat, wat tevens zijn eerste is.
Eindstand WK 125cc 1978:
1e Eugenio Lazzarini (MBA), 114 punten
3e Pier Paolo Bianchi (Minarelli), 70 punten
30e Ricardo Tormo (Bultaco), 1 punt
1979:
In 1979 is het dan eindelijk zo ver. Na twee jaar achter elkaar vice-wereldkampioen te zijn geweest in de ÔborrelglasklasseÕ pakt Lazzarini dat jaar eindelijk de wereldtitel bij de 50ccÕs. Vijf keer is hij tijdens dat seizoen de sterkste, waarmee hij de overduidelijke nieuwe wereldkampioen wordt, nadat Tormo er bij lange na niet in is geslaagd zijn titel te prolongeren. De Spanjaard vinden we pas terug op een zeer teleurstellende zeventiende plaats in de eindstand.
Eindstand WK 50cc 1979:
1e Eugenio Lazzarini (Kreidler), 75 punten
17e Ricardo Tormo (Bultaco), 6 punten
De zich volledig op de 125cc klasse concentrerende Nieto gaat in 1979 met de titel aan de haal in deze klasse, na acht keer op de hoogste trede van het podium te hebben mogen gaan staan. Zijn teamgenoot Bianchi wint ook n race, maar hij komt niet verder dan een tiende plaats in de eindstand. Ook is er race-winst voor Tormo met Bultaco. Aan het eind van het seizoen is een zevende plaats in de eindstand zijn deel.
Eindstand WK 125cc 1979:
7e Ricardo Tormo (Bultaco), 39 punten
10e Pier Paolo Bianchi (Minarelli), 35 punten
15e Eugenio Lazzarini (Morbidelli), 22 punten
1980:
Lazzarini rijdt in 1980 rond op een Iprem en daarmee weet hij zijn 50cc-wereldtitel te prolongeren. Gedurende alle race
s eindigt hij op het podium, waaronder twee overwinningen, waarmee zijn derde wereldtitel een feit is. Ook Tormo wint dat seizoen twee races en hij eindigt met zijn Kreidler op een vierde plek in de eindstand.
Eindstand WK 50cc 1980:
1e Eugenio Lazzarini (Iprem), 74 punten
4e Ricardo Tormo (Kreidler), 36 punten
Na twee jaar zonder titel te hebben gezeten, gaat Bianchi, nu met een MBA, opnieuw met de 125cc-wereldtitel aan de haal in 1980. Hij wint de eerste twee races, terwijl zijn ex-teamgenoot Nieto met zijn Minarelli er vier op zijn naam schrijft. Bianchi presteert over het gehele seizoen echter wat constanter, waardoor ook hij zijn derde wereldtitel weet zeker te stellen.
Eindstand WK 125cc 1980:
1e Pier Paolo Bianchi (MBA), 90 punten
12e Ricardo Tormo (MBA), 13 punten
17e Eugenio Lazzarini (Iprem), 8 punten
1981:
In 1981 vinden we Tormo in de 50cc klasse weer terug in het zadel van een Bultaco en daarmee wint hij maar liefst zes van de acht races. Dit is voor hem ruim voldoende om opnieuw de titel te pakken, na in 1978 dus ook al wereldkampioen te zijn geweest in deze klasse.
Eindstand WK 50cc 1981:
1e Ricardo Tormo (Bultaco), 90 punten
Nieto grijpt daarentegen opnieuw de titel in de 125cc klasse met de Minarelli door onder andere acht races op zijn naam te schrijven. Bianchi komt met zijn MBA niet verder dan een derde plek in de eindstand, zonder overwinningen. De laatste race in Zweden wordt gewonnen door Tormo, die uiteindelijk op een achtste plek in de eindstand eindigt.
Eindstand WK 125cc 1981:
3e Pier Paolo Bianchi (MBA), 84 punten
8e Ricardo Tormo (Sanvenero), 36 punten
18e Eugenio Lazzarini (Iprem), 8 punten
Vanaf het seizoen 1982 wordt de 50cc klasse (met ingang van 1984 de 80cc klasse) vervolgens gedomineerd door Stefan Drflinger. De Zwitser gaat met de titel in de lichtste klasse aan de haal in de jaren 1982 tot en met 1985.
Een zelfde beeld kunnen we terugvinden bij de achtsteliters. Nieto komt in 1982 voor de renstal van Garelli uit en met deze machine slaagt hij erin in de jaren 1982 tot en met 1984 de wereldtitel in de 125cc klasse te pakken.
Welke rol is er in die jaren voor Lazzarini, Tormo en Bianchi weggelegd?
Lazzarini rijdt vanaf 1982 ook voor de renstal van Garelli. In 1982 en 1983 mag hij voor eigen kansen rijden in de 50cc klasse, maar daar stuit hij dus op Drflinger. Tevens rijdt hij voor dit team tot en met 1984 in de 125cc klasse. Daar rijdt hij echter in dienst van Nieto, die er dus iedere keer met de titel vandoor gaat. Toch weet Lazzarini in die jaren nog een redelijk aantal overwinningen te boeken in beide klassen, waardoor hij in totaal nog eens vier keer vice-wereldkampioen wordt. Aan het eind van het seizoen 1984 beindigt de kleine Italiaan zijn actieve wegrace-carri¬re.
Tormo vinden we in 1982 en 1983 nog terug in zowel de 50- als de 125cc klasse aan boord van diverse machines. Ook hij weet nog een aantal overwinningen te boeken, waarmee hij zich tevens iedere keer nog weer binnen de top 10 van het eindklassement weet te rijden. Een wereldkampioenschap zit er dan voor hem echter niet meer in.
Bianchi rijdt van deze drie coureurs nog het langst door. Vanaf 1984 vinden we Bianchi, naast in de 125cc klasse, ook een aantal jaar terug in de nieuwe 80cc klasse. In beide categorien weet hij nog een aantal overwinningen te boeken, waarbij hij in 1985 nog eens vice-wereldkampioen wordt bij de achtsteliters. Aan het eind van het seizoen 1988 hangt echter ook hij zijn race-helm aan de wilgen.
Angel Nieto is dus de geschiedenisboeken in gegaan als de man, die lange tijd heerste in de kleinste klassen. Coureurs als Pileri, Bianchi, Lazzarini en Tormo lieten zich in die periode echter ook van hun beste kant zien, wat resulteerde in een respectabel aantal overwinningen en wereldtitels voor deze vier toppers.
Erelijst van Paolo Pileri:
8 overwinningen
1 wereldtitel
Erelijst van Pier Paolo Bianchi:
27 overwinningen
3 wereldtitels
Erelijst van Eugenio Lazzarini:
27 overwinningen
3 wereldtitels
Erelijst van Ricardo Tormo:
19 overwinningen
2 wereldtitels
Tekst: Asse Klein, [email protected]