Oosterburen drukken hun stempel op de kwartliter-klasse

224

Gedurende de jaren ’80 van de twintigste eeuw was het de 250cc klasse die een steeds voornamere rol ging spelen in het wereldkampioenschap wegrace. De kwartliter-klasse kreeg vanaf dat moment ook wel de titel ‘de Formule 2 binnen de motorwegracerij’ mee en het was in diezelfde periode dat ook een groep Duitse coureurs een belangrijke rol ging spelen binnen deze categorie; mannen als Anton Mang, Martin Wimmer, Reinhold Roth, Manfred Herweh en Helmut Bradl.

Foto: Mang (4), Roth (24) en Wimmer (half verscholen, 6) hebben het in 1987 hevig met elkaar aan de stok bij de kwartliters 







ANTON MANG: 

Anton Mang is tot op heden ongetwijfeld de meest succesvolle Duitse coureur uit de geschiedenis van het wereldkampioenschap wegrace. Na zijn eerste successen geboekt te hebben met een Morbidelli in de 125cc klasse komt Mang aan het eind van de jaren ’70 terecht bij de renstal van Kawasaki, waarvoor hij zowel in de 250- als in de 350cc klasse uitkomt. Met deze machine slaagt hij er in zowel in 1980 als in 1981 de titel te pakken bij de kwartliters en daarnaast pakt hij in 1981 en 1982 ook het kampioenschap met de Kawasaki bij de 350cc’s. Na enige omzwervingen zien we Mang vanaf de mid-jaren ’80 terug in de 250cc klasse aan boord van een Honda en daarmee is hij in 1987 andermaal succesvol als hij dat jaar zijn derde titel weet te pakken in deze categorie. Als Mang nog gedurende het seizoen 1988 een punt zet achter zijn carrière (hij komt op tweederde van dat seizoen ten val tijdens de GP van Joegoslavië, wat uiteindelijk zijn laatste GP-optreden blijkt te zijn geweest, en even later tijdens de GP van Zweden kondigt hij officieel zijn vertrek aan) is hij inmiddels dus wel vijf wereldtitels en 42 overwinningen verder. 

MARTIN WIMMER: 

Martin Wimmer staat voor het grootste gedeelte van zijn carrière aan het vertrek van de GP’s met een Yamaha. Zijn eerste overwinning weet Wimmer in 1982 te pakken door tijdens de GP van Groot Brittannië op het circuit van Silverstone de 250cc-race op zijn naam te schrijven. In de jaren daarop is hij nog eens tweemaal succesvol. Wimmer stond echter bekend als een zeer slechte starter. Bij de ouderwetse duwstart kreeg de Duitser regelmatig als één van de laatste coureurs zijn machine aan de praat, waardoor hij menigmaal een goede startpositie direct verloren zag gaan. Jarenlang behoorde hij echter tot de gevaarlijke outsiders voor de overwinning, waarbij hij zich tevens meerdere jaren achter elkaar bij de beste acht in de eindstand voor het wereldkampioenschap 250cc wist te scharen. Gedurende de laatste jaren van zijn loopbaan vinden we Wimmer terug in de 250cc klasse aan boord van een Aprilia en een Suzuki om uiteindelijk na het seizoen 1991 zijn helm aan de wilgen te hangen.  

REINHOLD ROTH: 

Reinhold Roth staat gedurende zijn loopbaan aan het vertrek in meerdere klassen, maar het meest succesvol is hij toch wel eind jaren ’80 bij de kwartliters. In die jaren heeft hij de beschikking over een supersnelle fabrieks-Honda (steevast gespoten in de kleuren van HB). Met deze machine lukt het hem om in 1987 vice-wereldkampioen te worden en deze prestatie weet hij twee jaar later nog eens te evenaren. Halverwege het seizoen 1990 komt er echter een dramatisch einde aan de carrière van Roth. Tijdens de GP van Joegoslavië op het circuit van Rijeka raakt hij betrokken bij een ernstig ongeluk, waarbij Roth levensgevaarlijk hoofdletsel oploopt en hij ligt meerdere maanden in coma. Op het moment dat hij weer bij bewustzijn komt, wordt helaas duidelijk dat Roth gedurende de rest van zijn leven zeer hulpbehoefend zal blijven. Hij zal echter voor altijd de boeken in gaan als winnaar van drie GP’s.     

MANFRED HERWEH:

Manfred Herweh maakt zijn beste seizoen mee in 1984 bij de kwartliters aan boord van een Real/Rotax. Daar vóór heeft hij reeds twee GP’s op zijn naam weten te schrijven, maar in 1984 weet hij ook daadwerkelijk een rol van betekenis te spelen in de strijd om het kampioenschap. Hij slaagt er dat jaar onder andere in vier overwinningen te boeken, waarmee hij uiteindelijk knap tweede wordt in de eindstand, vlak achter wereldkampioen Christian Sarron. In 1985 staat Herweh als vice-wereldkampioen opnieuw aan het vertrek bij de 250cc’s, maar voor de Duitser wordt het een jaar met veel blessureleed. Ook in de jaren daarna weet hij niet meer op zijn oude niveau terug te keren. 

HELMUT BRADL: 

Helmut Bradl maakt eind jaren ’80 zijn debuut in de Grand Prix-wereld, maar zijn grootste successen boekt hij in de beginjaren ’90. In 1990 pakt hij een aantal tweede en derde plekken, waarmee hij dat jaar op een vierde plek eindigt in de eindstand. Een jaar later is hij bijna tot aan het eind van het seizoen in een fel duel verwikkeld met de Italiaan Luca Cadalora om de wereldtitel. Bradl wint dat seizoen vijf races, maar uiteindelijk moet hij toch genoegen nemen met de titel van vice-wereldkampioen, net achter Cadalora. In 1992 en 1993 staat Bradl ook nog aan het vertrek bij de 250cc’s, maar zijn prestatie uit 1991 weet hij echter niet meer te evenaren.  

Mang, Wimmer, Roth, Herweh en Bradl; vijf Duitse coureurs met ieder een respectabele erelijst, waarmee zij een centrale rol spelen in de geschiedenis van de Duitse wegracerij.