Egbert Streuer is ongetwijfeld de meest succesvolle coureur die Nederland voortgebracht heeft. Met drie wereldtitels in de zijspanklasse staat hij op eenzame hoogte. Streuer heeft vele jaren aan de top gestaan en in totaal 22 GPÕs op zijn naam geschreven. Een overwinning tijdens de Dutch TT zat er echter voor de Drent lange tijd maar niet in.
Streuer kwam menig maal in aanraking met de pechduivel en er leek daarom een bepaalde vloek over de overwinning te heersen. Toch slaagde Egbert er uiteindelijk in drie WK-races op Assen te winnen, waarvan twee keer tijdens de TT. Mede ook door de zware druk om voor eigen publiek goed te presteren, kreeg Streuer een soort van haat-liefdeverhouding met de TT van Assen.
Na op de Salzburgring zijn GP-debuut te hebben gemaakt, verschijnt Egbert Streuer voor het eerst aan de start van de TT in 1978. Samen met bakkenist Johan van der Kaap is Streuer al enige jaren succesvol op de Nederlandse circuits. Tijdens hun eerste TT rijden de twee een vrij onopvallende race. Liggende op een knappe negende plaats moet Streuer zijn, toen nog, korte span aan de kant zetten vanwege motorpech.
In 1979 verschijnt Streuer met een soort gelijk zijspan opnieuw samen met Van der Kaap aan de start van de TT en dit keer met meer succes. Streuer rijdt ijzersterk en mengt zich in de strijd om de topklasseringen. Egbert eindigt op een knappe zesde plaats achter grootheden als Biland, Steinhausen en Taylor. Een nette negende plaats in de eindklassering van dat jaar geeft aan dat Streuer langzaam de aansluiting met de wereldtop begint te vinden.
De vooruitzichten voor de TT-race in 1980 zijn voor Streuer goed. In de trainingen is hij er samen met Van der Kaap in geslaagd het zijspan op de eerste startrij te kwalificeren. Bij de start is Egbert goed weg en neemt hij zelfs de leiding in de wedstrijd. Al vrij snel moet hij de koppositie afstaan en wordt hij gepasseerd door Taylor, Michel en Ayres. Streuer behaalt zijn beste prestatie op Assen tot dan toe met een vierde plaats, de positie die ze aan het eind van het jaar ook in het algemeen klassement zouden innemen.
Voor aanvang van de TT in 1981 is er voor Streuer al veel veranderd. Johan van der Kaap is niet langer de bakkenist van Egbert en na gereden te hebben met een aantal gastbakkenisten wordt Bernard Schnieders zijn nieuwe vaste duopassagier. Daarnaast is het korte Yamaha zijspan ingeruild voor een nieuw en langer LCR-Yamaha span. Bovendien heeft Streuer voor het eerst de beschikking over een grote tabakssponsor, North State.
De TT in 1981 zou voor de twee mannen uit Drenthe echter rampzalig aflopen. Op de Veenslang crasht het zijspan, liggende op een derde plaats, hard. De driewieler breekt van achter weg en begint te glijden, doordat de banden enigszins hun grip hebben verloren. Egbert valt half uit de kuip, blijft met de voet aan het span haken en wordt door de machine meegenomen. Bernard laat zich pas uit de bak vallen op het moment dat ook Streuer zich van het span bevrijd heeft. Het lege span slaat vervolgens op hol en steekt de baan bij de Ramshoek over en komt tot stilstand in de greppel. Gelukkig heeft dat laatste geen gevolgen. Meest spijtige is nog wel het feit dat de twee coureurs zo goed voorin zaten en de aansluiting hadden met de wereldtop en nu zonder punten naar huis moeten.
Het seizoen 1982 betekent de daadwerkelijke doorbraak van Streuer in de zijspanklasse. Tijdens de TT komt Streuer samen met Schnieders, dit keer in de kleuren van Lucky Strike, echter niet verder dan een vijfde plaats. Een beslagen vizier is hiervan de oorzaak. Later dat jaar winnen Egbert en Bernard hun eerste GP op Silverstone en worden ze opnieuw vierde in het kampioenschap.
In 1983 wordt de goede lijn doorgezet en winnen ze de GP van Duitsland. Bij de TT staat het Asser duo dan ook als n van de favorieten aan de start. Bij het verspringen van het licht komt Streuer als tweede weg achter de combinatie van Biland/Waltisperg. Het geluk is echter opnieuw niet aan de zijde van Egbert en Bernard. Nog in de eerste ronde moeten ze het zijspan aan de kant zetten, vanwege de benzinetoevoer die er mee ophoudt. Even later wordt het span aan de pits gebracht om de koppeling bij te stellen. Bij het verlaten van de pits komt Streuer net voor leider Biland de baan weer in en een aantal ronden lang maken de twee combinaties het elkaar behoorlijk moeilijk, ondanks het feit dat Streuer geen rol van betekenis meer speelt. Het gevecht duurt echter maar een paar ronden als Egbert het door Barclay gesponsorde span bij de Bedeldijk opnieuw maar nu ook definitief aan de kant moet zetten. Wel wordt de Nederlandse combinatie vice-wereldkampioen in 1983.
Als leiders in de tussenstand komen Streuer en Schnieders in 1984 naar Assen en daardoor heeft het publiek hoge verwachtingen van het duo. Gedurende de race raken de twee Nederlanders opnieuw in gevecht met de Zwitsers Biland en Waltisperg, die ook de leiding in de wedstrijd nemen, gevolgd door Streuer en Schnieders. Op een gegeven moment passeert Streuer de Zwitserse combinatie in de Strubben, maar hij wordt al vrij snel weer terugverwezen naar een tweede plaats. Als het licht begint te regenen en sommige plekken van de baan lelijk glad kunnen zijn, neemt Streuer geen verdere risicoÕs met het oog op de titel en laat hij Biland gaan. Aan het eind van de race komt Streuer nog akelig dichtbij als het opgehouden is met licht regenen, maar het is niet genoeg voor de overwinning. Het Nederlandse span wordt tweede, maar mogen aan het eind van het seizoen wel de wereldtitel mee naar huis nemen.
Zou de TT van 1985 meer geluk meebrengen? Het antwoord is nee, alhoewel het daar totaal niet op leek. Na een sterke opmars vanaf de derde positie en de crash van Webster hebben Streuer en Schnieders de leiding in een verregende TT riant in handen en het heeft er alle schijn van dat ze de race winnen. De voorsprong op de tweede man bedraagt op een bepaald moment zelfs 18 seconden. Maar dan verliest Streuers span alle rembruk, het gevolg van te zachte remblokken uit een verkeerd doosje die nu versleten zijn. Een paar kilometer voor de finish wordt Streuer nog ingehaald door twee combinaties en moeten de mannen uit Drenthe genoegen nemen met een derde plaats. Als troost worden Streuer en Schnieders wel voor de tweede keer achtereenvolgend wereldkampioen in 1985.
De TT van 1986 is het tegenovergestelde van de TT van het jaar daarvoor. Het weer is prachtig en Streuer heeft geluk als Biland in de eerste ronde van de race zijn span al aan de pits moet brengen. Streuer bouwt langzaam zijn voorsprong uit, totdat in de zesde ronde Biland opnieuw in de baan komt vlak voor Streuer. Een herhaling van de TT van 1983 alleen zijn de rollen nu omgedraaid. De twee combinaties maken het elkaar ontzettend moeilijk, totdat het span van Streuer en Schnieders bij het ingaan van de Strubben komt stil te vallen. Een kapotte ontsteking is de oorzaak.
Toch zouden Streuer en Schnieders het geluk een keer aan hun zijde hebben en dat is tijdens de TT van 1987. Met het nummer n op de kuip en opnieuw de Lucky Strike sponsoring zijn Streuer en Schnieders oppermachtige in de drijfnatte koers. Bij de start pakken de Assenaren de kop om deze de hele race niet meer uit handen te geven. Met een grote voorsprong komen ze als eerste over de finish en lijkt de vloek op Assen eindelijk doorbroken.
In 1988 verschijnt Streuer voor het eerst sinds drie jaar niet meer aan de start als de regerend wereldkampioen, want het jaar daarvoor hebben ze de titel moeten laten aan Webster/Hewitt. In de TT-race ontstaat een bikkelhard gevecht tussen de beste zijspancombinaties van dat moment. Biland, Streuer en Webster vormen samen een kopgroep van drie spannen en maken het elkaar een hele tijd erg lastig. Biland blijkt uiteindelijk een klasse apart en Streuer en Webster moeten hem dan ook laten gaan. Streuer weet in de slotfase van de race Webster van zich af te schudden en pakt de definitieve tweede plaats. Na de winst in 1987 betekent dit de tweede uitstekende klassering op rij tijdens de TT.
Bij de TT van 1989 verschijnt Streuer aan de start met bakkenist Gerald de Haas, nadat Schnieders er aan het eind van het vorige seizoen mee is opgehouden. Het wordt voor Streuer zelf misschien wel de meest spannende TT die hij tot dan toe heeft verreden. Gedurende de hele race is hij in gevecht verwikkeld met de Britse combinatie van Webster en Hewitt. De twee spannen domineren d
e race. De eerste ronden van de race is het Streuer aan de leiding en volgt Webster, tijdens het tweede gedeelte van de race zijn de rollen omgedraaid. Bij het ingaan van de laatste ronde is Streuer er ingeslaagd opnieuw de leiding in handen te nemen, maar wordt hij op de Veenslang gepasseerd door Webster. Streuer probeert er in de laatste kilometers voor de finish nog voorbij te komen, maar zelfs een laatste inhaalpoging door het gras in de GT-bocht mag niet baten. Streuer wordt opnieuw tweede, dit keer achter Webster/Hewitt.
In 1990 rijden Streuer en De Haas een vrij onopvallende TT. De combinaties van Michel en Biland nemen de eerste twee posities in en Streuer eindigt onbedreigd op een derde plaats.
Bij het verspringen van het licht komt Streuer in 1991 enorm slecht weg. Met slechts zoÕn vijf spannen achter zich duikt Streuer, nu samen rijdend met Peter Brown, de eerst bocht in. Bij de eerste doorkomst over start/finish zijn ze al opgerukt naar een twaalfde positie. De wijze waarop Streuer zich zou hervatten is fantastisch. Egbert zet de ene na de andere snelle rondetijd neer en bevindt zich een paar ronden voor het eind op een tweede plaats achter Biland. Om Biland te passeren moet Streuer gemiddeld een seconde sneller per ronde rijden dan Biland, een onmogelijk opgave lijkt het, maar Streuer gooit het span door de bochten zoals hij nog nooit eerder heeft gedaan. Anderhalve ronde voor de finish is Streuer tot aan Biland genaderd en uit de slipstream komend van de Zwitser, zet Egbert zijn span in de Stekkenwal binnendoor. De laatste 9 kilometer van de race rijdt Streuer gedecideerd uit, op de voet gevolgd door Biland, en samen met Brown komt Egbert als eerste over de finish, misschien wel de meest felbevochten overwinning in Egberts gehele carri¬re.
Uiteindelijk blijkt dat Streuer zijn laatste seizoen rijdt in 1992, het jaar dat de zijspannen twee keer Assen aandoen, in juni tijdens de TT en in september tijdens het WK Superbike. Bij de TT verprutst Streuer opnieuw de start en begint hij samen met Brown net zoals het jaar daarvoor aan een opmars. Het duo komt echter niet verder dan een vierde plaats, omdat het gat met de drie combinaties van teamgenoot Biland, Engelsman Webster en de Oostenrijker Klaffenbock te groot is geworden.
Egbert verlaat het circuit van Assen en de zijspanwereld in stijl. Tegelijkertijd met het WK Superbike wordt op Assen een speciale Zijspan GP verreden. Inzet voor deze wedstrijd is de titel waar alleen Webster en Biland nog aanspraak op maken. Samen met Streuer vormen de twee gegadigden voor de titel de kopgroep in de wedstrijd. Als Webster uitvalt, is Biland zeker van de titel en mag teamgenoot Streuer de laatste race van het seizoen winnen, een nette vriendendienst van de nieuwe wereldkampioen.
In 1993 verschijnt Streuer niet meer aan de start van een zijspanwedstrijd. Gebrek aan sponsors en negatieve nieuwe ontwikkelingen in de wereld van de driewielers zorgen voor een grote afkeer bij Streuer. Egbert beperkt zich tot het sleutelen aan zijn Stredor-motor en hoewel de mogelijkheid bestaat dat Streuer op ieder moment weer in een race mee kan doen, verschijnt de man wonend in Grolloo niet meer in de baan. Ook niet op zijn eigen TT-circuit waar voor Streuer het verschil tussen vreugde en verdriet soms zeer klein bleek te zijn.
Asse Klein
[email protected]
Streuer gooit het North State-span door de bocht in 1981.
(bron: www.eggersdorfernet.de)