De afgelopen week stond in het teken van de 73e Dutch TT op het befaamde circuit van Assen. Daar werden naast de GP ook races verreden voor het EK 125 en 250 cc. Voor Team Holland waren alle drie coureurs hiervoor ingeschreven, waarbij Patrick Lakerveld zelfs zijn wildcard inleverde, om zo op het thuiscircuit maximaal te kunnen scoren in het EK.
Nadat de jonge honden van Team Holland, Branko Srdanov (15) en Sam van Rens (14) zich uitstekend hadden weten te kwalificeren in de klasse 125 cc, (28e en 33e),waren de ogen vooral gericht op de kwartliterklasse. De Nederlandse toppers Patrick Lakerveld en Jarno Janssen steken op dit moment, samen met Arie Vos, in het ONK met kop en schouder boven de rest uit. Patrick wist zich uitstekend te kwalificeren op de 1e startrij met een vierde tijd. Dat was natuurlijk voor deze EK thuisrace een fantastisch uitgangspunt.
Vrijdagavond werden de 125 cc races verreden. Branko Srdanov en Sam van Rens wisten na de start enkele plaatsen naar voren te rijden, waarbij het opviel dat Branko veel sneller op zijn Aprilia rond reed dan tijdens de kwalificatie. Hij kwam in een groepje terecht die net iets langzamer reed dan hij zelf en werd hierdoor gehinderd in zijn opmars naar voren. Als beste Nederlander reed hij enkele ronden op een 23e plaats. Met een snelste ronde van 2.17.937 leek het erop dat meer plaatsen winst er absoluut in zouden kunnen zitten. Door, tot nu toe, onverklaarbare elektronische problemen, kwam er voor Branko een vroegtijdig einde aan zijn opvallende prestatie tot op dat moment. “De motor was echt perfect, de banden waren super en dan heb ik dit “, was het teleurgestelde commentaar van de 15 jarige. Opvallend genoeg waren er die dag nog enkele Aprilia coureurs die met exact dezelfde problemen te kampen hebben gehad. Sam had meer moeite om in zijn ritme te komen. Dit kwam doordat hij al vroeg in de race zijn kneeslider verloor. Deze bleef haken achter een kirbstone. In het vervolg schroeide de gehele knie in de bochten dwars door het lederen pak heen en dit leverde in de bochten een warme en pijnlijke knie op. “Mijn motor voelde goed en dan die kneeslider. Ja, domme pech gewoonÓ, was het commentaar van Sam. Als jongste Nederlandse deelnemer ooit, eindigde hij op een verdienstelijke 28e plaats in het voor hem pas 2e EK optreden.
Na de jonge honden, werd er met belangstelling uitgekeken naar de races voor het EK 250 cc. Op de 1e startrij stond voor Team Holland coureur Patrick Lakerveld opgesteld. Als vierde getraind, lekker in zijn vel en daarmee waren de verwachtingen dan ook hoog gespannen. Na een goede start sloeg direct voor Patrick het noodlot al toe. Zeldzaam voor een Aprilia, maar toch, is bij de start de koppeling eruit gebrand. Hierdoor was de race eigenlijk direct al voorbij. Maar een goed coureur geeft nooit op en door het terugstellen van de koppeling door Patrick, kwam de trekkracht weer terug en kon de inhaalrace voor hem beginnen. Vanaf de 31e positie weliswaar, maar toch. Elke ronde pakte hij plaatsen winst om op een gegeven moment zelfs als 9e de finishlijn te passeren. In slechts twee ronden tijd 15 man passeren was indrukwekkend om te zien. De race duurde op dat moment nog enkele ronden, dus het leek nog redelijk goed te komen. Met nadruk op “leek”, want op het moment dat Patrick aansluiting vond bij een groep rijders die per ronde bijna 2 seconden langzamer reden dan hij zelf, brak een deel van de uitlaatdemper af en daarmee was hij het gehele topvermogen van de racemachine kwijt. Achteraf bleek dat de demper bij een touche in het gedrang na de start door een collega coureur is aangereden. Twee keer pech in een race die vooraf zo veelbelovend leek. Staat TT soms voor Two Times. “Door heel strak te sturen kon ik de schade toch nog redelijk beperken en ben uiteindelijk toch nog 11e geworden, want de motor ging als een kogel”, aldus de teleurgestelde Lakerveld, die baalde met een grote hoofdletter B. Met “maar” 5 punten in zijn broekzak toch nog een klein beetje tevreden, gezien de malaise die hem overkwam. De EK 250 cc race werd gewonnen door de sterk rijdende Sekughi (Jap.), gevolgd door Pesek (Cze). Absoluut verrassend was het dat Rafael Sinke als beste Nederlander net voor Janssen derde werd. Sinke had gegokt op slicks en dit pakte voor hem goed uit toen de baan heel snel opdroogde.
Alle kreten als; ÒSuper geredenÓ en ;Òals die koppelingÓ en; Òdan had een podium er zeker ingezetenÓ ten spijt, aan het eind van het seizoen word je afgerekend op het puntentotaal in het klassement en daarmee was deze 250 cc race zeer teleurstellend voor Patrick en het team. Met de wetenschap dat zoveel pech maar zelden voorkomt, werd er gezien de snelle rondetijden die er toch werden gereden door Patrick en de beide andere coureurs, ook nog positief teruggeblikt en wordt het vizier weer opgepoetst voor de resterende races in het ONK en EK.