Na veel problemen en een hoop gesleutel waren we afgelopen vrijdag weer vertrokken naar Assen, de problemen die we hadden zaten in het binnenwerk van de voorvork. De reserve voorvork hebben we aangepast en we gaan kijken of we de oude weer klaar kunnen krijgen voor de volgende wedstrijd.
De eerste training was een beetje onwennig en stond vooral in het teken van weer vertrouwen krijgen in de motor. Op zich voelde de motor goed aan en omdat de weersvoorspellingen voor de middag niet al te goed waren, er was kans op regen, besloten we niet al te veel te experimenteren maar eerst te zorgen dat we een tijd hadden staan die recht gaf op een startbewijs. Dit was geen al te snelle tijd maar we stonden in ieder geval op de startgrid en konden we de tweede training gebruiken om echt aan de afstelling te werken.
De tweede training was droog en nu moest het gebeuren. We hadden na de eerste training al wat kleine dingen veranderd aan de afstelling van de motor en een nieuwe rempomp gemonteerd. In samenspraak met Stamsnijder, de veerspecialist, wisten we welke kant we op moesten gaan. Na een aantal ronden kwam ik zoals afgesproken binnen en zouden we voor de laatste tien minuten van de training andere banden monteren. Het ging geweldig, de tijden gingen hard naar beneden en na het afvlaggen van de sessie stond ik op een tweeëntwintigste plaats met een 1:47,2. Nog niet in de buurt van mijn snelste tijden op Assen maar voor mij en het team het bewijs dat alles met de motor en de vering in ieder geval weer goed zat en dat geeft toch wel weer een hoop vertrouwen.
De wedstrijd zou gaan over twaalf ronden en zoals altijd zijn daarvan de eersten heel belangrijk. Altijd spannend want met tweeënveertig van die Superbikes blijft het spannend en moet je zien dat je er op blijft zitten. In het gedrang na de start kwam ik in een groepje van vijf rijders terecht en dat was mooi racen, positiewisselingen en remacties gaven me een sterk gevoel. De jongens die mij de vorige keer voorbij vlogen reden nu niet van mij weg en ik was zelfs in staat ze in te halen. Vlak voor het Meeuwenmeer, toen één van de mannen zijn motor er mee ophield kon Marco er nog net voorbij maar ik moest wachten tot na de bocht, helaas zat er toen een gaatje wat ik niet meer dicht kon rijden en de afstand bleef voor de rest van de wedstrijd hetzelfde. Ik kwam niet dichterbij maar de mannen achter me hadden hetzelfde probleem. Dat ik het erg hard heb geprobeerd blijkt wel uit de tijdenlijst die we na de wedstrijd ontvingen, we reden weer rondjes van 1:46,5. Ik was ondanks het feit dat we geen punten hebben gescoord zeer tevreden, we hebben weer grote stappen in de goede richting gezet en alle rijders vanaf de vijftiende tot de tweeëntwintigste plek reden tijden in de 1:46. Iets beter trainen dus en dan hebben we de volgende wedstrijd gewoon weer kans op punten.