Via een goede start klom Kok in de race al snel naar een 35e plaats. Hij bevond zich achter een groepje van 4 rijders die op hun beurt inliepen op een groep met o.a. v/d Berg. Kok wilde de aansluiting niet verliezen en kon door slipstreamen, laat remmen en hard sturen het groepje een paar ronden bijhouden. Tijdens een uitrempoging in de Timmerbocht ging het mis en was de TT over voor Kok.
Kok:
“Ik zag dat die groep voor me inliep op Hugo. Ik wilde er hoe dan ook naar toe. Op top kwam ik uiteraard tekort maar het ging een paar ronden redelijk goed. In de Timmer ging het mis, jammer maar het is niet anders. Vorig jaar heb ik hem uitgereden. Nu wilde ik meer, risico’tje extra genomen. Toch was het een mooie week tussen die GP-jongens. Ik ben team Bakker dankbaar voor alles wat er voor me is gedaan deze week.”
Manager Bakker:
“Jammer van die val. Maar het kon niet uitblijven. We kennen de vechtlust van Kok. Opgeven is er niet bij en dat wordt vroeg of laat afgestraft. Het niveau van de GP is een maatje te groot voor ons. Met ons priveteam willen we wel maar kunnen we niet opboksen tegen de fabrieksteams en en A-kitjes. Dat is pure realiteit, weten we. Dat neemt niet weg dat ik zeker niet ontevreden terugkijk op deze week. Onze technische staf heeft hard gewerkt. Dat zie je terug in de rondtijden. Kok heeft in de race 1.47.7 gereden en dat is een verbetering van zijn PR met maar liefst 2.7 seconde ten opzichte van de EK-tijd in april van 1.50.4. Als ik dat vergelijk met de snelste ronde van winnaar Kallio, 1.45.2, op een fabrieks KTM kan ik niet anders concluderen dat het verschil redelijk beperkt gebleven is. We praten hier wel over de absolute wereldtop.We gaan ons nu weer concentreren op het EK en het ONK. De volgende race is het EK in Tsjechie op het circuit van Most op 8 en 9 juli.”