Finishpraat: Raketstart

3525
Ron Haslam | Foto credit: Henk Teerink

De wekelijkse rubriek Finishpraat speelt in op actualiteit, combineert verleden met heden en haalt oude herinneringen op; kortom een verhaal voor de echte motorsportfan. Deze Finishpraat gaat over raketstarts in de huidige MotoGP en startspecialiteiten uit het verleden zoals Ron Haslam en Wil Hartog.

In de huidige MotoGP is een goede startpositie mega belangrijk. Door de komst van steeds meer elektronicasystemen en huidige regels omtrent de banden wordt het steeds lastiger om in te halen. Daarnaast liggen de kwaliteiten van de coureurs en motoren zo dicht bij elkaar, iets wat totaal niet te vergelijken is met vroeger toen de verschillen tussen de fabrieks- en privéteam nog enorm waren. Ook is een start van een MotoGP race een zeer spectaculair gebeuren geworden. De motoren kunnen tegenwoordig helemaal inzakken voor de start, waardoor ze als het ware als rakketten worden afgeschoten wanneer de lichten uitgaan. Heel indrukwekkend om eens live te zien!







Tegenwoordig zijn de onderlinge verschillen op de grid ook groter dan vroeger. Er staan nog maar slechts drie rijders op één startrij en deze staan ook niet meer zoals vroeger naast elkaar, maar schuin achter elkaar. Dit zorgt ervoor dat je vanaf pole position nu ook echt als eerste vertrekt. Hoe anders is dat vergeleken met vroeger. In de jaren 90 stonden er nog vier rijders op de eerste startrij. De rijder stonden exact naast elkaar in een rechte lijn. Op sommige circuits – als de plek van de pole position niet aan de meeste ideale kant was gelegd – kon je zelfs beter als vierde dan als eerste gekwalificeerd zijn. Ook waren toen de onderlinge verschillen nog zo groot dat het ook vrij gemakkelijk was om nog in te halen. Dit alles zorgde ervoor dat een startpositie veel minder belangrijk was dan tegenwoordig.

Maar nog verder terug – denk aan de jaren 70 en 80 – stonden er soms wel vijf, zes of zelfs zeven rijders naast elkaar op één startrij. En op een breed circuit als Silverstone bestond de eerste startrij zelfs uit acht (!) rijders. Het maakte dus weinig uit of je nou de eerste of de achtste tijd had gezet in de kwalificatie. Dat is iets wat tegenwoordig niet meer voor te stellen is. Daarnaast begon de race tot eind 1986 met een duwstart. Dat betekende dat de motoren uit stonden op de grid en de rijders de motoren moesten aanduwen. Een bijzonder gebeuren, omdat het dan volledig stil was voor de start en er ineens een enorm geluid van startende motoren ontstond bij het vallen van de vlag. De duwstart zorgde voor nog grotere verschillen bij de start en maakte de startpositie nog minder belangrijk. Iemand die zijn bijnaam dankt aan een perfecte (duw)start is Ron Haslam. De bijnaam van de voormalig Britse 500cc rijders was dan ook ‘Rocket Ron’. Haslam ging in 107 Grand Prix races van start. Altijd in de 500cc. In de periode van 1983 t/m 1990 was ‘Rocket Ron’ een permanente Grand Prix rijder. Haslam won nooit, maar eindigde wel negen keer op het podium. Haslam stond één keer op pole position, maar ging in een heel groot aantal van zijn Grand Prix deelnames – zeker tussen 1983 en 1987 – als de eerste de openingsbocht in. Haslam wist de perfecte handelingen uit te voeren tijdens de duwstart, waardoor hij praktisch altijd als eerste weg was. Dit leverde hem de bijnaam ‘Rocket Ron’ op. Ook met een staande start vanaf 1987 kwam ‘Rocket Ron’ over het algemeen goed van zijn plek. Ron is de vader van Leon Haslam.

Ron Haslam tijdens de TT Assen van 1987 | Foto credit: Henk Teerink

Wanneer we aan goede (duw)starters denken komt er ook gelijk een Nederlandse naam bovendrijven: Wil Hartog. De ‘Witte Reus’ stond ook bekend om zijn geweldige starts. Tijdens de TT Assen van 1977 – de race die hij won – moest Hartog beginnen vanaf de derde startrij. Echter was Hartog’s start zo goed en snel dat hij ruim als eerste aankwam bij de Bedeldijk (eerste bocht). Hartog had de duwstart geperfectioneerd, wat hem zeer regelmatig een goede uitgangspositie aan het begin van de race opleverde. Hartog trainde de duwstart in de straten van zijn woonplaats Abbekerk. Tijdens een NOS-uitzending legde Hartog als volgt uit hoe je een goede duwstart kon uitvoeren: “In de kortst mogelijk aantal stappen en met de juiste handelingen moet de motor het in één keer doen. Wanneer je de koppeling en het gas op de juiste manier bediend, dan kan je heel snel wegkomen.” Dat was zeker te zien tijdens zijn TT-zege in 1977, waarmee hij door een geweldige start de basis legde voor een historische overwinning. De eerste Nederlander die een Grand Prix in de koningsklasse (500cc) wist te winnen.

Tot volgende week,
Asse Klein