Blog: Naar de Noordkaap met een Kawasaki ZXR400

3198
marieke-1

Even voorstellen, ik ben Marieke. Ik ben een vrouw van 26 jaar met een passie voor motoren en techniek. In mijn vrije tijd ben ik veel hiermee bezig. Of ik nou een rondje rijd op één van mijn vier motoren of in de werkplaats ben om eraan te sleutelen. Ik ben vooral gek van klassieke sportmotoren, een motor is mij gauw al praktisch genoeg. Juist hierom leek het mij dan ook een goed plan om 7000 kilometer te rijden in 16 dagen met een Kawasaki ZXR400 uit 1994, naar de Noordkaap en terug. Zolang er maar bagage op kan is het een tourmotor. Toch?

‘’Koop toch gewoon een BMW, of tenminste een Transalp.’’ Compleet eigenwijs vulde dat soort opmerkingen alleen maar meer mijn motivatie om juist met een dertig jaar oude supersport te vertrekken. De planning van de eerste dag was om meteen naar Odense in Denemarken te rijden, 610 kilometer dus. Ik zou al rond 17 uur aankomen in mijn hotel, dus ik kon relaxt richting de Deense grens. Tot ik op een gegeven moment op de Autobahn in mijn spiegel keek en zag dat mijn koffers toch echt lager hingen dan eerst. Bij de eerst volgende plaats om te stoppen zag ik al snel het probleem, het bagagerekje was doorgescheurd. Dus ik kon meteen op de eerste dag pechhulp gebruiken. Een half uurtje later was de berger van de ADAC er al om mij te brengen naar een autogarage die het wel even weer zou vastlassen.







Waar Denemarken toch een beetje op Nederland leek maar dan heuvelachtiger, is Zweden toch wel direct anders. Gigantische naaldboom bossen aan weerszijden van de weg voor kilometers lang. Ik was ook niet zo lang in Zweden toen mijn TomTom aangaf dat ik voor 289 kilometer rechtdoor moest en toen rechts aanhouden. Eigenlijk heb ik door de hoeveelheid bos niet zoveel gezien van het land, tot ik aankwam in Huskvarna. Nee dat is geen spelfout, de plaats waar de Husqvarna gevestigd is is Huskvarna.

Hoe hoger ik kom in Zweden hoe blijer ik ben dat ik een jerrycan met benzine heb meegenomen. De tankstations hier liggen meer dan honderd kilometer uit elkaar, en de actieradius van mijn niet zo zuinige Kawa is iets meer dan tweehonderd kilometer. Dat betekent dat ik echt geen tankstation kon missen. Gelukkig had ik die van tevoren uitgezocht en in de route meegenomen.

Na honderden kilometers bikkelen kwam ik eindelijk aan in het dorp waar ik zou overnachten. Särkimukka is een dorp waar slechts 4 mensen wonen, en 200 husky’s. De uitdaging zat er nog niet op toen bleek dat de laatste 15 kilometer over een onverharde weg was. De rust van de mooie plek waar ik uiteindelijk aan kom deed mij besluiten om een dagje pauze te nemen. Even rust voor de Kawa en even rust voor mij. Dit gaf mij mooi de kans om wat dingetjes te checken aan de motor, zoals vloeistofniveaus controleren en nalopen of er geen boutjes losgetrild waren ondertussen. Ook had ik nu mooi de kans om de MotoGP race te kijken.

De hele blog over het deel in Duitsland, Denemarken en Zweden vind je hier.

Noorwegen
Een hoop kilometers later kwam ik dan eindelijk het niemandsland van Noord Zweden en Finland uit en bij de grensovergang van Noorwegen. Een wederom soepele grenscontrole later reed ik door het prachtige landschap van Noorwegen. De bomen verdwenen en maakten plaats voor een uitgestrekt rotsachtig landschap. De laatste 200 kilometer gingen een stuk sneller dan in Zweden. Voor mijn gevoel vloog de tijd ineens voorbij. De route liep langs prachtige meren en oneindige rivieren. Als je ooit zo hoog in het Noorden komt is deze route naar van de Finse grens naar Alta echt magisch.

Toen ik de Noordkaaptunnel indook werd het wel werkelijkheid, ik ben er bijna. Maar wat was het koud in de tunnel. De tunnel voelde als veel meer dan 6870 meter. Uit de tunnel komende begon de klim naar de Noordkaap. Naarmate ik hoger kwam reed ik dieper een wolk in. Het regende niet, maar toch wordt daardoor alles doorweekt. De TomTom was duidelijk, ik zou er bijna moeten zijn. Maar het einde van de weg was niet te zien. Na uren zwoegen door de kou en wederom deels onverhard rijden door wegwerkzaamheden, kwam ik eindelijk aan op de legendarische bestemming, de Noordkaap. Tot mijn verbazing lag het wereldbol kunstwerk niet op zeeniveau, maar stond het bovenop een gigantische klif.

Op het onderzoekscentrum van de Noordkaap hing een thermometer, 5 graden was het buiten. Daar twijfelde ik zeker niet aan. Gelukkig is mijn Spidi motorpak met wintervoering erin warm genoeg en echt perfect waterdicht gebleken. Na een kopje koffie om op te warmen en om te realiseren waar ik nou eigenlijk ben stapte ik op de motor om weer terug te gaan naar mijn hotel en officieel te beginnen aan de terugweg van mijn reis, nog maar 4000 kilometer. Maar terug over deze weg naar Alta was echt geen straf. Ook al was het hartstikke koud en nat, deze prachtige weg over het rotsachtige landschap met ontelbare rendieren is echt een bijzondere beleving.

Na de eerste aantal kilometers wordt duidelijk dat Noorwegen een totaal ander landschap is dan Zweden. Ik kon eindelijk beginnen met bochten rijden, en wat was ik toen blij met mijn supersport. Ik kon lekker sturen en doordat het slechts een 400cc is hoefde ik me niet zo erg te irriteren aan de lage snelheidslimieten van Noorwegen.

Helaas bleek wat men zegt over Noorwegen weer waar, wat was het koud en nat. Door de hoge bergen in dit gebied blijven de regenwolken hierachter hangen, dus als het regent blijft het regenen. Toen ik een dal in reed, eindigde de regen. Ik besloot weer eens te tanken. Tijdens mijn kopje koffie om op te warmen zag ik een gebouw met op de gevel ‘Artic circle motorcycle museum’. Aangezien ik toch een korte route gepland had besloot ik het te bezoeken.

Ik raakte aan de praat met de eigenaar. Hij vertelde me dat er ook een circuit in de buurt was, de Arctic Circle Raceway. Als auto- en motorrace fanaat was ik verbaasd dat ik dit circuit niet kende. Slechts een paar honderd meter verder over een achterafweggetje later stond ik bij de ingang van het circuit. Helaas was het afgesloten met een ketting, waar mijn motor niet onderdoor paste. Zelf ben ik wel even naar binnen gelopen. Het totaal verlaten circuit midden tussen de bergen met een gigantische kuil middenin was heel bijzonder om te zien.

Het tweede deel van mijn blog is hier te lezen.

De Atlantic Coast Road, de Trollstigen route en Geiranger
Op één dag zou ik de drie mooiste motorroutes van Noorwegen rijden. Nerveus begon ik vanuit mijn hotel wat vlakbij het begin van de Atlantic Coast Road lag. Nou heb ik van tevoren heel veel gelezen over deze legendarische weg. Toen bleek dat de weg maar 8,3 kilometer lang is was ik wel teleurgesteld. Maar dat bleek niet nodig. Nadat ik al zeker 5000 kilometer gereden had door Scandinavië was ik bijna geëmotioneerd toen ik deze weg begon, ik heb de weg dan ook 3 keer op en neer gereden. Adembenemend was het rijden over deze smalle weg over bruggen waardoor je gaat twijfelen over of het wel een echte weg is waar je rijdt en niet een film.

Via het pondje van Sølsnes naar Åfarnes kwam ik aan bij het begin van de Trollstigen, ook wel de Trollenroute genoemd. Deze weg zullen veel motorrijders niet onbekend zijn. De haarspeldbochten over een smalle weg met dikwijls meer dan 10% helling zijn een echte uitdaging. Een aanrader is om niet middenin het zomerseizoen hierheen te gaan, dan is het vooral filerijden tussen de campers. Gelukkig kon ik aardig doorrijden naar het bekende uitkijkpunt en toeristen centrum.

Bovenaan de weg stop ik om een bezoekje te maken aan het uitkijkpunt en een toeristisch trollenijsje te eten. Ik word aangesproken door een aantal Noorse motorrijders omdat mijn motor wel opviel tussen het rijtje adventure motoren. De route via Geiranger naar Lillehammer bleek nog veel uitdagender dan de Trollenroute. De weg lag vol met haarspeldbochten met een helling van 12% naar beneden zonder vangrails.

De volgende dagen stond in het teken van het einde van de reis. Vanuit Ringebu vertrek ik naar Larvik, waar de dag erna de pond naar Denemarken zou vertrekken. In Denemarken heb ik nog een overnachting in een hele mooie B&B in Haderslev. De laatste dag dacht ik gewoon even naar huis te rijden door Duitsland. Maar de Autobahn verrast altijd. Ineens merkte in dat mijn motor veel meer herrie maakte dan eerst en toen ik naar beneden keer zag ik een stroompje koelvloeistof uit mijn kuip lopen. De eerst volgende parkeerplaats bleek dat ik toch nog moest sleutelen onderweg. Al snel bleek het probleem gelukkig niet heel groot. De moertjes van de uitlaatbochten waren losgetrild waardoor er hete uitlaatgassen direct op mijn radiator blies. Maar omdat alle moertjes er nog wel op zaten was de reparatie beperkt tot de moertjes weer vast draaien. Had ik toch niet het gereedschap meegesleept voor niets al die kilometers! Na ontelbaar keer mijn handen branden aan de hete uitlaatbochten en alles weer te hebben vastgezet kon ik mijn reis weer vervolgen. Ditmaal binnendoor door Duitsland om de file bij Osnabrück te vermijden. Na 7029 kilometer en 16 dagen kwam ik thuis in Enschede. Zeker wel moe, maar ook erg voldaan kon ik weer eens in mijn eigen bed slapen.

Het derde en laatste deel van mijn blog kan je hier vinden.



Racesport.nl Supporter


Bent u een trouwe bezoeker van deze website, wilt u het werk van het Racesport.nl redactieteam mede ondersteunen en daarnaast ook nog eens regelmatig kans maken op fantastische prijzen?

Word dan nu Racesport.nl supporter. Meer info: www.racesport.nl/supporter