Little John pakt de titel direct in zijn eerste GP-seizoen

127

Slechts weinig coureurs zijn erin geslaagd in hun debuutseizoen (het eerste jaar in de GPÕs/het eerste jaar in een nieuwe klasse) direct al het kampioenschap te pakken. De Amerikaan John Kocinski veroverde echter wel in zijn eerste volledige jaar in de GPÕs in 1990 een zwaarbevochten wereldtitel bij de kwartliters, waarmee hij bewees ŽŽn van de grotere talenten van dat moment te zijn.

John Kocinski rijdt zijn eerste GP in 1988, als hij aan de start verschijnt in Japan op het circuit van Suzuka voor de openingsronde van het seizoen. Daar pakt hij aan boord van zijn Yamaha van Team Roberts meteen al een vijfde plek. De tweede GP, op zijn thuiscircuit Laguna Seca, levert voor ÔLittle JohnÕ zelfs een vierde plek op. Tevens staat John dat seizoen ook in Itali‘ en in Duitsland aan het vertrek, maar daar komt hij beide keren niet tot een finish. Een 19e plaats in de eindstand is daarmee zijn deel.







Het seizoen daarop beleeft John opnieuw successen tijdens de GPÕs in Japan en in de Verenigde Staten. Hij slaagt erin beide races op zijn naam te schrijven en de gevestigde wereldtop, mannen als Sito Pons, zijn daarmee dan ook blij, dat het Amerikaanse talent niet de overtocht maakt naar Europa. Zijn twee overwinningen zijn goed voor een 14e plaats in de eindklassering in 1989 bij de kwartliters.
Toch rijdt ÔLittle JohnÕ datzelfde seizoen ŽŽn race in Europa en wel in de 500cc klasse tijdens de GP van Belgi‘. Kocinski fungeert min of meer als derde man binnen het team van Roberts, achter Wayne Rainey en Kevin Magee. Op een nat circuit van Spa Francorchamps pakt Kocinski uiteindelijk een nette vijfde plek.

1990: Het eerste volledige GP-seizoen van ÔLittle JohnÕ levert hem meteen de titel op.

In 1990 gaat Kocinski zijn eerste volledige seizoen rijden in het WK 250cc. Hij is opnieuw verbonden aan het team van Kenny Roberts Sr. (dat dat seizoen voor het eerst in de kleuren van Marlboro rijdt), waarbij Kocinski de beschikking heeft over absoluut fabrieksmateriaal van Yamaha. Hij is echter niet de enige rijder, die een snelle machine heeft gekregen, want de diverse fabrieken hebben ook topmateriaal ÔgegevenÕ aan mannen als Carlos Cardus, Helmut Bradl, Wilco Zeelenberg, Masahiro Shimizu, Jacques Cornu, Dominique Sarron, Reinhold Roth (Honda), Luca Cadalora, Alex CrivillŽ (Yamaha), Martin Wimmer, Didier de Radigues, Loris Reggiani en Carlos Lavado (Aprilia).

De eerste GP van dat jaar wordt opnieuw verreden in Japan op het circuit van Suzuka. In het land van de rijzende zon houdt Cadalora het ÔkoppieÕ er het langste bij en de Italiaan gaat met de winst in de eerste wedstrijd van het seizoen aan de haal, nadat een groot aantal coureurs er reeds is bij gaan liggen. Een paar seconden achter Cadalora komt Cardus als tweede over de finish, waarbij hij op de hielen wordt gezeten door onze eigen Zeelenberg, die zijn eerste podiumplaats uit zijn carriˆ¬re pakt. Kocinski komt niet verder dan een 14e plaats, na van achter aangereden te zijn en daarvoor een bezoekje aan de pits te hebben moeten brengen tijdens de race.
Op zijn thuiscircuit Laguna Seca is Kocinski tijdens de GP van de Verenigde Staten niet te houden. Cadalora en Zeelenberg mogen na afloop van deze race opnieuw op het erepodium gaan staan, zij het in de schaduw van Kocinski, met respectievelijk een tweede en een derde plek.
Voor de derde GP van het seizoen maken de 250cc-coureurs de overtocht naar Europa, wanneer gereden moet worden op het circuit van Jerez in Spanje. Daar zijn het andermaal de YamahaÕs van Kocinski en Cadalora (overigens geen teamgenoten, Cadalora rijdt namelijk voor het team van Agostini), die de dienst uitmaken. De beslissing vindt pas plaats in de laatste bocht van de race. Via een inhaalmanoeuvre buitenom boekt John zijn tweede zege van het seizoen, voor Cadalora en Bradl, die op zoÕn zeven seconden van de twee koplopers als derde over de finish komt. Cadalora voert ondertussen de tussenstand aan. Tussenstand na 3 races: 1e Cadalora (54 punten), 2e Kocinski (42 punten), 3e Cardus (40 punten).

Na Spanje is het de beurt aan de GP van Itali‘ op het circuit van Misano. Kocinski is ongenaakbaar en hij wint de race vrij gemakkelijk met een voorsprong van zoÕn veertien seconden op Bradl, die zijn tweede podiumplaats op rij pakt. Zeelenberg mag ook tevreden zijn, na zijn derde derde plek van het seizoen. Cadalora valt uit met technische problemen, waardoor ÔLittle JohnÕ meteen ook de leiding in de tussenstand overneemt.
De 250cc-race op de Nˆ_rburgring in Duitsland vormt ŽŽn van de hoogtepunten van het seizoen. Een kopgroep van vier rijders, bestaande uit Kocinski, Cardus, Zeelenberg en Bradl, domineert de wedstrijd. Kocinski stuurt als eerste de laatste bocht in, maar daarbij drijft de Amerikaan veel te ver naar buiten. Zeelenberg maakt hier optimaal gebruik van en gaat als eerste over de finish. Ook Cardus profiteert van de fout van Kocinski, waarmee hij als tweede finisht en tevens de tweede positie in de tussenstand overneemt. Cadalora zakt in deze zelfde tussenstand met zijn tiende plek in Duitsland zelfs terug naar een vierde plek, want met zijn zege passeert ook Wilco de Italiaan.
De volgende race op de Salzburgring doet qua spanning niks onder voor de race tijdens de vorige GP. Een kopgroep van zoÕn negen rijders voert lange tijd het veld aan. Aan de streep zijn het uiteindelijk de eerste zes, die binnen anderhalve seconde van elkaar finishen. Cadalora wint en pakt daarmee weer eens een goede klassering. Wimmer wordt verrassend tweede, terwijl Kocinski opnieuw genoegen moet nemen met een derde plek. Tussenstand na 6 races: 1e Kocinski (92 punten), 2e Cadalora (80 punten), 3e Zeelenberg (78 punten).

De GP van Joegoslavi‘ is de laatste wedstrijd vˆ_ˆ_r de Dutch TT. Aanvankelijk leidt een kopgroep bestaande uit zeven man (Cardus, Kocinski, Bradl, Cadalora, Roth, Wimmer en CrivillŽ) op het circuit van Rijeka. Rond de 22e ronde van de wedstrijd begint het echter te regenen en twee ronden later wordt de race afgebroken. Roth en CrivillŽ zijn reeds zwaar gecrasht, samen met een achterblijver, die hinderlijk in de weg reed. Voor de Duitser betekent dit ongeluk het einde van zijn actieve race-carriˆ¬re. Roth loopt bij deze crash namelijk zwaar hoofdletsel op en de voormalig vice-wereldkampioen bij de kwartliters zal nog lange tijd daarna in coma blijven liggen. De overwinning gaat op de Balkan overigens naar Cardus, voor Kocinski en Wimmer, maar de race wordt met name overschaduwd door het verschrikkelijke ongeval.
Op de Drentse Hei pakt Kocinski vervolgens zijn vierde overwinning van het seizoen, voor Cardus en Zeelenberg. Cadalora maakt ook lange tijd aanspraak op de overwinning, maar in de laatste ronde van de race gaat hij onderuit in het Mandeveen. De Italiaan stapt weer op de machine, maar in de GT-bocht komt hij erachter, dat zijn remmen het niet meer doen, waardoor Luca opnieuw crasht en het zonder punten moet doen in Assen. Bovendien moet hij door zijn nul-score de tweede plek in de tussenstand ook nog eens afstaan aan Cardus, die ook bezig is met een sterk seizoen, terwijl Zeelenberg op hetzelfde aantal punten staat als Cadalora op een derde plek.
Zoals wel vaker in de Ardennen, regent het ook weer op het circuit van Spa Francorchamps als het tijd is voor de Belgische GP. Voor de Belgische fans begint de race goed als de lokale held De Radigues de leiding neemt. Na een aantal ronden is het echter Kocinski, die het heft in handen neemt. Op een spectaculaire manier stuurt hij zijn Yamaha op de glibberige baan naar de overwinning. De Radigues wordt alsnog knap tweede, terwijl Cardus met een derde plek opnieuw op het podium mag gaan staan en eigenlijk al na negen races lijkt de Spanjaard nog maar de enige coureur te zijn, die gedurende de rest van het seizoen nog een bedreiging voor ÔLittle JohnÕ kan gaan vormen, want in Belgi‘ komen zowel Cadalora (opnieuw) als Zeelenberg niet tot scoren. Tussenstand na 9 races: 1e Kocinski (149 punten), 2e Cardus (122 punten), 3e Cadalora en Zeelenberg (93 punten).

In Frankrijk zorgt Cardus er pas echt voor, dat de spanning in het kampioenschap weer helemaal terugkeert. Tijdens de 250cc-race is hij in een spannend gevecht verwikkeld met Kocinski, totdat de jonge Amerikaan zeven ronden voor het einde de controle over zijn Yamaha verliest. Cardus rijdt vervolgens vrij eenvoudig naar zijn tweede zege van het seizoen. Cadalora wordt op ruime achterstand als tweede afgevlagd, terwijl Reggiani ervoor zorgt, dat na afloop van de r
ace Aprilia opnieuw op het podium is vertegenwoordigd door als derde te finishen. Met zijn overwinning is Cardus overigens zijn rivaal Kocinski genaderd tot op zeven punten.
Op Donington Park tijdens de Britse GP wordt deze achterstand omgezet in een voorsprong voor de Spaanse Honda-rijder. Liggend aan de leiding, gaat ÔLittle JohnÕ opnieuw onderuit. Toch gaat de zege naar Yamaha, want Cadalora komt als eerste over de streep, voor de verrassend sterk rijdende Shimizu en Bradl. Cardus finisht als vijfde en heeft daarmee nu een voorsprong van (slechts) vier punten op Kocinski.
In het ÔHoge NoordenÕ van Europa in Zweden op het circuit van Anderstorp zijn het Cornu, Cadalora, Bradl, Shimizu en Cardus, die het veld aanvoeren. Bradl weet vervolgens iets weg te rijden bij de concurrentie, maar de Duitser verspeelt zijn voorsprong al weer snel door een foutje. Op driekwart van de race vindt Kocinski ook de aansluiting met de kopgroep en hij rukt al snel op naar een tweede plek, achter Cardus. Samen wisselen ze vervolgens regelmatig van positie met elkaar, maar Cardus is in een rechtstreeks duel de Amerikaan de baas, terwijl Shimizu met een derde plek andermaal op het podium mag gaan staan. Met nog drie races te rijden is de strijd om het kampioenschap nog geheel open. Tussenstand na 12 races: 1e Cardus (173 punten), 2e Kocinski (166 punten), 3e Cadalora (143 punten).

In Tsjechoslowakije is Bradl een klasse apart. Ruim achter hem vechten Cardus en Kocinski met elkaar om de tweede plek. Vijf ronden voor het einde lopen deze twee achtervolgers echter erg snel in op de Duitser, die te maken krijgt met een versleten achterband en het daarnaast fysiek niet meer helemaal kan bolwerken. In de laatste ronde wordt hij op een gevaarlijke manier gepasseerd door mede Honda-rijder Cardus, terwijl het enige tijd duurt voordat Kocinski langszij kan komen, waar de Amerikaan na afloop niet blij mee blijkt te zijn. Cardus wint daarmee de wedstrijd, voor Kocinski en Bradl, waarmee de voorsprong van de Spanjaard gegroeid is tot tien punten.
Tijdens de voorlaatste GP in Hongarije weet Kocinski zijn achterstand weer te verkleinen. Op een knappe manier rijdt hij naar de overwinning, voor Bradl en Cardus. De Duitser heeft daarmee zijn merkgenoot Cardus niet voor laten gaan, nadat aanvankelijk door sommigen gedacht werd, dat hij op Brno met opzet was teruggezakt om Kocinski op te kunnen houden. Met nog ŽŽn race te rijden heeft Cardus de helft van zijn voorsprong nog kunnen behouden, vijf punten dus.
De beslissing valt aan de andere kant van de wereld, wanneer de laatste GP wordt verreden in Australi‘ op het circuit van Phillip Island. In de trainingen is Cardus al meer dan een seconde langzamer dan Kocinski, omdat de Spanjaard problemen heeft met de afstelling van de demping van zijn Honda. Kocinski (aan de leiding) en Bradl bepalen het beeld tijdens de race, waarmee alleen een tweede plek achter de Amerikaan voor Cardus genoeg is om de titel te kunnen pakken. Ook in de race gaat het niet lekker met Cardus, waardoor hij vervolgens ook geen kans meer ziet om zijn leidende positie in de tussenstand te verdedigen. Liggend zo rond een vijfde plek, valt hij enige tijd later zelfs uit met een gebroken schakelas. Kocinski slaagt er vervolgens in Bradl van zich af te schudden en de Amerikaan pakt daarmee niet alleen zijn zevende overwinning van het seizoen, maar ook de felbegeerde wereldtitel. Bradl be‘indigt zijn seizoen met een tweede plek, terwijl Cadalora met een derde plaats ook nog een keer op het podium mag gaan staan in 1990, een positie die hij tevens inneemt in de eindstand.

Eindstand WK 250cc 1990:

1e John Kocinski (USA) Yamaha, 223 punten
2e Carlos Cardus (SPA) Honda, 208 punten
3e Luca Cadalora (ITA) Yamaha, 184 punten
4e Helmut Bradl (DUI) Honda, 150 punten
5e Wilco Zeelenberg (NED) Honda, 127 punten
6e Martin Wimmer (DUI) Aprilia, 118 punten
7e Masahiro Shimizu (JAP) Honda, 100 punten
8e Jochen Schmid (DUI) Honda, 92 punten

Het jaar 1990 zou sowieso het jaar van de rookies worden. Naast Kocinski pakt ook de slechts 17-jarige Loris Capirossi de wereldtitel (in de 125cc klasse) in zijn eerste GP-seizoen. Mannen voor de toekomst dus.

Een grote toekomst lijkt er voor Kocinski te zijn weggelegd in de koningsklasse. Direct na zijn wereldtitel bij de kwartliters maakt de Amerikaan namelijk de overstap naar de 500cc klasse, opnieuw op de Yamaha bij het team van Roberts. Na twee jaar op deze machine te hebben gereden (twee overwinningen, een vierde plek in de eindstand in 1991 en een derde plek in de eindstand in 1992 te hebben behaald) keert ÔLittle JohnÕ in 1993 terug naar de kwartliters bij het team van Lucky Strike Suzuki. Halverwege het seizoen wordt Kocinski echter alweer ontslagen, om verschillende redenen, waarbij eens te meer het wat lastige karakter van ÔLittle JohnÕ naar voren komt en waarbij bovendien duidelijk wordt, dat John niet de meest makkelijke persoon is om mee samen te werken. Later, nog gedurende dat zelfde seizoen, verschijnt Kocinski aan de start in de 500cc klasse met een Cagiva, waarmee hij op Laguna Seca opnieuw de overwinning pakt. In 1994 staat John tijdens het gehele seizoen met de Cagiva aan het vertrek, waarmee hij nog een overwinning pakt en een derde plek in de eindstand. Een wereldtitel, waar het Kocinski om te doen is, blijft in die jaren echter uit.
In 1996 vinden we Kocinski terug in het WK Superbike op een Ducati, waar hij een jaar later aan boord van een Honda alsnog een wereldtitel weet te pakken.
In 1998 en 1999 probeert de Amerikaan het opnieuw in de 500cc klasse, ditmaal op een Honda (Team Movistar Pons Honda in 1998/Team Kanemoto Honda Racing in 1999). Daar blijven de echte successen andermaal uit, waardoor John in 2000 terugkeert naar het Amerikaans Superbike Kampioenschap om daarna testrijder voor Yamaha te worden om de nieuwe Yamaha M1 verder te ontwikkelen.

Kocinski werd daarmee dus tijdens zijn carriˆ¬re twee keer wereldkampioen, een knappe prestatie. Een wereldtitel in de koningsklasse bleef echter uit, terwijl zijn kampioenschap in 1990 bij de kwartliters een goede voorbode leek te zijn voor een titel bij de Ôzware jongensÕ, maar zover zou het dus nooit komen.

Tekst: Asse Klein, [email protected]
Bron foto: www.d7.dion.ne.jp

John Kocinski op de 250cc Yamaha in 1990.