Eervol debuut Ronald ter Braake bij grote kanonnen

55

Al jaren speurt en hunkert de Nederlandse motorsport naar jong veelbelovend talent. Eind-twintigers, begin-dertigers domineerden bij gebrek aan beter seizoenenlang de nationale wegraceklassen. Toch gloort er licht aan het eind van de tunnel. Sinds de motorbond KNMV af en toe een oogje dichtknijpt als het om leeftijd gaat, komt voorzichtig een aantal talenten tot wasdom. EŽn van die beloftes is Ronald ter Braake uit het Drentse Nijeveen.

Vijftien jaar is hij pas, maar Ronald ter Braake viel zondagmiddag absoluut niet uit de toon bij de grote kanonnen in de Supersport 600-klasse. Hij waagde zich enige tijd zelfs brutaal bij de eerste tien in het veld, maar moest uiteindelijk genoegen nemen met een twaalfde eindklassering. Niet slecht voor een jong broekie die op de openbare weg niet eens op een brommer mag rijden en tijdens de Rizla Racing Day slechts gastrijder was bij het Kobutex-team. “Afgelopen week pas heb ik voor het eerst op een Supersport-machine getraind’, vertelt de jonge Ter Braake glunderend, “maar het ging goed. Ik had een superstart. Alleen op het laatst moest ik helaas een paar plaatsjes inleveren.”







Op zich geen wonder, want nog geen twee uur eerder reed hij als winnaar onder de zwart-wit geblokte vlag door bij de Suzuki SV Cup, zeg maar: de beloftencompetitie van de motorsport. “Of het zwaar was, twee races op ŽŽn dag? Viel wel mee. Alleen op het laatst bij de Supersport voelde ik het wel. Het zweet gutste van mijn gezicht.”

Ronald ter Braake kreeg het racen met de paplepel ingegoten. Pa Wim heeft een motorsportzaak. Ronald bekwaamde zich al vanaf 7-jarige leeftijd in de snelheidssporten op twee wielen. Hij deed aan motorcross en grasbaan, sinds drie jaar rijdt hij op de weg. Dit seizoen legde hij met grote voorsprong op de rest beslag op de Nederlandse titel in de Suzuki Cup. “Ik heb alle races waarin ik meedeed gewonnen”, zegt hij trots.

En wie weet zit er straks nog een dubbelslag in ook. De titelstrijd bij de Superstock voor junioren is nog in volle gang. Op basis van zijn goede resultaten bij de junioren kreeg Ter Braake een invitatie om de rest van het seizoen als gastrijder op te treden bij de grote mannen. Vader Wim sloot de deal met het Honda Kobutex team. Zijn zoon: “Drie ONK-races rijd ik. Na de Rizla Day kom ik dit jaar nog twee keer terug op Assen. Tolbert? Nee, daar rijd ik niet. Stratencircuits zijn nog te gevaarlijk voor me. Ik beschouw Assen toch een beetje als mijn thuiscircuit. Prachtig om hier te rijden, zeker met zoveel publiek als vandaag. Dit smaakt naar meer.”

De weg naar de toekomst is voor Ronald ter Braake nog niet uitgestippeld. WŽl weet de VMBO-scholier op welk einddoel hij mikt. “Ik wil ooit voor een wereldkampioenschap gaan rijden. Dat is mijn droom.”

Noorderlingen

De prestaties van de jonge Drent Ronald ter Braake sprongen het meest in het oog tijdens de Rizla Racing Day op Assen. Van de andere noorderlingen leverde Emmenaar Bertus Sanders in de Renault Clio Cup mooie strijd, maar hij moest genoegen nemen met een plek net buiten het podium, terwijl Assenaar Otto Kragt bleef steken in de middenmoot (tiende). Renate Sanders leek in de Seat Cupra Cup als zevende te finishen, maar zij stuurde de auto in de zuidlus in de grintbak. Motorcoureur Jeroen Turkstra uit Beilen kon helaas zijn twee eerdere podiumplaatsen dit seizoen geen passend vervolg geven. Hij eindigde als vijfde in de door Jan Hanson gewonnen race.

Tekst: Martin Messing – Dagblad van het Noorden