Giacomo Agostini, een grootheid op twee wielen

545

Niet ŽŽn enkele coureur boekte zoveel overwinningen en won zoveel wereldtitels als de Italiaan Giacomo Agostini. Eind jaren Õ60 en begin jaren Õ70 stond Agostini op eenzame hoogte. Agostini was zoÕn 14 jaar actief in de GPÕs en boekte in totaal 122 overwinningen en 15 wereldtitels in de 350- en 500cc klasse. Giacomo was niet alleen subliem op de viertakt MV AgustaÕs uit Itali‘, maar hij schonk de tweetakt Yamaha uit Japan ook zijn eerste wereldtitels in de twee zwaardere klassen.

Agostini doet voor het eerst echt van zich spreken in de Grand Prix-wereld in het jaar 1964, als hij op een Morini in de 250cc klasse rijdt. Giacomo wordt knap vierde tijdens zowel de GP van Duitsland als de GP van Itali‘ en hij eindigt dat jaar op een 12e plaats in de eindrangschikking.







De echte doorbraak van Giacomo komt al een jaar later, als hij in het fabrieksteam van MV Agusta wordt opgenomen. Agostini moet fungeren als tweede man binnen het team achter kopman Mike Hailwood en Giacomo start dan ook zowel in de 350- als de 500cc klasse, wat hij overigens gedurende zijn hele carriˆ¬re zal blijven doen. Agostini debuteert op een geweldige manier in de 350cc klasse door de GP van West-Duitsland te winnen. Tijdens de TT op het eiland Mann en de Dutch TT wordt Ago twee keer derde en voor aanvang van de GP van Oostenrijk staat hij samen met Jim Redman bovenaan in het kampioenschap. Tijdens deze Oostenrijkse GP en de daaropvolgende GP van Tsjecho-Slowakije krijgt Ago echter twee keer achtereen te maken met motorpech en daarom besluit MV niet aan de start te verschijnen van de GP van Ierland. Hier laat Ago zeer kostbare punten liggen, omdat hij de twee volgende races in Finland en Itali‘ weet te winnen. Het komt dan aan op de laatste race in Japan. Daar komt Ago niet verder dan een vijfde plaats en Redman finisht als tweede, die daarmee in 1965 wereldkampioen in de 350cc wordt. Agostini eindigt in zijn eerste seizoen in deze klasse knap als tweede.
In de 500cc is AgoÕs kopman Hailwood hem duidelijk de baas. Hailwood wint de eerste zeven GPÕs en Agostini wordt vijf maal tweede achter zijn teamgenoot. In Finland wint Ago zijn eerste 500cc race (tevens zijn eerste dubbel-overwinning) en aan het eind van het seizoen mag hij zich, net zoals bij de 350cc klasse, vice-wereldkampioen noemen, terwijl Hailwood de titel pakt.

In 1966 maakt Hailwood de overstap naar de Honda-renstal en daardoor wordt Ago de offici‘le kopman bij MV Agusta. Het hele jaar zou in het teken staan van de strijd tussen deze twee coureurs in de 350- en 500cc. Beide coureurs scoren in beide klassen veel eerste (en tweede) plaatsen. Ago wint in de 350cc in Oost-Duitsland, op het eiland Mann en in Italie. In de 500cc is hij de sterkste in Belgi‘, Finland en opnieuw Itali‘. Aan het eind van het seizoen verdelen de Engelsman en de Italiaan de titels eerlijk onder elkaar. Mike Hailwood wordt wereldkampioen in de 350cc, voor Agostini en Ago zelf pakt zijn eerste wereldtitel in de 500cc, met Hailwood op een tweede plaats.

Het seizoen 1967 wordt als het ware een kopie van het jaar daarvoor. Hailwood is in de 350cc een klasse beter dan Agostini en wint opnieuw de titel, weer met Ago op een tweede plaats eindigend.
De strijd tussen de twee coureurs in de 500cc is echter enorm spannend. Beide coureurs winnen dat seizoen vijf races (Ago wint in West-Duitsland, Belgi‘, Oost-Duitsland, Finland en Itali‘), maar het zijn de drie tweede plaatsen van Agostini achter Hailwood in Nederland, Tsjechoslowakije en Canada, die het verschil maken en ervoor zorgen dat Giacomo zich opnieuw wereldkampioen in de 500cc mag noemen. Hailwood wordt opnieuw tweede in het kampioenschap.

In de winter van 1967 maakt Honda bekend niet meer deel te nemen aan het wereldkampioenschap motorwegrace. Het Japanse merk wil zich van dan af aan gaan concentreren op de Formule 1-racerij. Tevens zet Mike Hailwood een punt achter zijn carriˆ¬re op twee wielen en de Engelsman maakt de overstap naar de autoracerij, alhoewel hij in 1968 toch nog ŽŽn keer voor Benelli in de 500cc klasse aan de start zou verschijnen tijdens de GP der Naties op Monza.
Door het vertrek van Honda en Hailwood kwam de weg geheel vrij te liggen voor Agostini en daar maakt de Italiaan in 1968 dan ook direct al optimaal gebruik van. Giacomo wint dat jaar alle wedstrijden in zowel de 350- als de 500cc en hij wordt daarmee voor het eerst in zijn carriˆ¬re dubbel-wereldkampioen. Het laatste rechtstreekse duel tussen Ago en Hailwood op Monza was geweldig, maar duurde echter maar even, omdat Hailwood al in de derde ronde ten val kwam.

In 1969 zet Agostini zijn zegereeks voort. Opnieuw boekt hij de ene na de andere overwinning en twee GPÕs voor het einde van het seizoen is hij in beide klassen nog steeds ongeslagen. Tijdens deze twee laatste GPÕs in Itali‘ op het circuit Imola en in Joegoslavi‘ op het circuit van Opatija is Ago echter niet van de partij en het zijn dan ook Read en Grassetti enerzijds en Pagani en Nash anderzijds, die respectievelijk de twee laatste races in de 350- en 500cc winnen. Ago wordt voor de tweede achtereenvolgende keer dubbel-wereldkampioen in de twee zwaarste klassen.

Het seizoen 1970 wordt voor Agostini een herhaling van het jaar daarvoor. Ago is opnieuw door zijn tegenstanders niet te verslaan. Agostini wint opnieuw alle races, waaraan hij meedoet, in de twee zwaarste klassen. Zijn teamgenoot Bergamonti mag tijdens de laatste GP van dat jaar op het circuit van Montjuich in Spanje zowel de 350- als de 500cc race winnen. Agostini wordt vanzelfsprekend opnieuw in beide klassen wereldkampioen.

In 1971 pakt Ago opnieuw de dubbel, maar het gaat niet meer zo makkelijk als de drie seizoenen daarvoor. Agostini wint tijdens de twee eerste GPÕs in Oostenrijk en Duitsland beide races nog wel, maar tijdens de TT op het eiland Mann krijgt Giacomo met pech te maken en dat betekent de eerste echte nulscore voor Ago sinds lange tijd. Op het circuit van Monza komt Ago ook met de pechduivel in aanraking, dit maal in de 500cc. Waar Ago echter finisht, doet hij dat op een eerste plaats, waarmee aan het eind van het jaar opnieuw niet door een andere coureur gezegd kan worden dat ze Ago in een echt rechtstreeks duel hebben verslagen.

Aan dat laatste komt in 1972 direct al een einde. Agostini wordt tijdens de eerste GP op de Nˆ_rburgring in de 350cc in een rechtstreeks duel verslagen door Jarno Saarinen, de Vliegende Fin, die in 1971 ook al een aantal races gewonnen had in de 350cc klasse. Ook tijdens de tweede GP komt Ago in de 350cc niet tot een overwinning, hij wordt slechs vierde. Later dat jaar wint Giacomo echter 6 races in de 350cc klasse en wordt hij daarmee opnieuw wereldkampioen.
In de 500cc wint Giacomo op twee races na alle wedstrijden en is ook in deze klasse opnieuw de titel voor hem. De absolute heerschappij van Agostini is echter doorbroken met de twee overwinningen van Saarinen in de 350cc aan het begin van het seizoen.

Het seizoen 1973 begint voor Ago in de 350cc klasse nog goed met een overwinning op het nieuwe circuit van Paul Ricard, maar op de Salzburgring en de Hockenheimring pakt Ago geen punten. In Tsjechoslowakije en Zweden wordt Ago zelfs in een rechtstreeks duel tot twee maal toe verslagen door de Fin Lˆ_nsivuori, waarbij Ago beide keren genoegen moet nemen met een tweede plaats. De strijd om de titel gaat dan ook tussen Ago en Lˆ_nsivuori en dit gevecht is uiterst spannend. Op het circuit van Imatra gaat Lˆ_nsivuori echter hard onderuit, waardoor de titel uiteindelijk weer naar Giacomo gaat.
Was het seizoen in de 350cc klasse al zwaar voor Ago, in de 500cc krijgt Agostini met een nog veel grotere deceptie te maken. Voor het eerst sinds 1966 wordt de Italiaan namelijk geen wereldkampioen in de zwaarste klasse. De titel gaat naar zijn teamgenoot Phil Read, nadat zijn grootste concurrent in deze klasse, Jarno Saarinen, op het circuit van Monza dodelijk is verongelukt. Ago komt dat jaar regelmatig met de pechduivel in aanraking, maar hij wint uiteindelijk toch nog drie races in de 500cc. Giacomo eindigt dat jaar als derde in de stand om de titel achter Read en Kim Newcombe.

In 1974 maakt Agostini de overstap naar Yamaha met hun tweetakt-racers, wat een grote ommekeer betekent voor de Italiaan die niets anders gewend is dan te rijden op de zware viertakt-machines van MV Agusta. In de 350cc pakt Agostini vijf overwinningen, genoeg voor de wereldtitel. Deze titel is voor Yamaha meteen de eerste wereldtitel in de 350cc klasse.
In de 500cc is de titel echter opnieuw voor Phil Read. Ago komt niet verder dan twee overwi
nningen in Oostenrijk en Nederland (tijdens de Dutch TT van dat jaar pakt Agostini zijn laatste dubbel-overwinning uit zijn carriˆ¬re met zowel winst in de 350- als de 500cc klasse), een tweede plaats in Belgi‘ en een zesde plaats in Tsjechoslowakije. Giacomo moet aan het eind van het jaar genoegen nemen met een vierde plaats in de eindrangschikking, achter de MV-mannen Read en Gianfranco Bonera en zijn eigen teamgenoot Lˆ_nsivuori.

In 1975 moet Agostini ook afstand doen van zijn 350cc-wereldtitel. Net als in de 500cc blijft bij Ago de teller ÔstekenÕ op zeven achtereenvolgende wereldtitels. Als compensatie voor dit verlies mag Agostini zich aan het eind van het seizoen wel weer wereldkampioen noemen in de zwaarste klasse. Het is voor Yamaha opnieuw de eerste wereldtitel in een bepaalde klasse, dit maal de 500cc-klasse.
Johnny Cecotto is in 1975 Agostini in de 350cc menig keer de baas en de, op dat moment, 19-jarige Venezolaan pakt de wereldtitel (Yamaha wint daarmee de wereldtitel dat jaar zowel in de 350- als de 500cc). Ago wordt drie keer tweede achter Cecotto in Frankrijk, Itali‘ en Finland, terwijl hij de overwinning pakt in Spanje en vierde wordt in Nederland. Deze vijf klasseringen zijn voor Agostini genoeg om vice-wereldkampioen te worden.
Aan het begin van het seizoen pakt Giacomo overwinningen in de 500cc klasse in Frankrijk, Duitsland en Itali‘. Op het TT-circuit van Assen wordt hij echter verslagen door Barry Sheene op de Suzuki. Vervolgens wint Ago weer in Finland en een tweede plaats in Tsjechoslowakije zorgt ervoor, dat de titel voor de Italiaan is zeker gesteld. Het is de 15e wereldtitel voor Giacomo, maar het blijkt uiteindelijk ook de laatste uit zijn carriˆ¬re te zijn.

Na twee seizoen geracet te hebben bij Yamaha, keert Agostini in 1976 weer terug naar MV om in beide zwaardere klassen aan de start te verschijnen. Door de komst van Ago bij MV vertrekt Read naar Suzuki. Het wordt voor Ago een teleurstellend jaar.
In de 350cc klasse komt Agostini niet verder dan ŽŽn overwinning tijdens de Dutch TT, waardoor Giacomo op een vijftiende positie eindigt in het kampioenschap. Walter Villa wordt dat jaar wereldkampioen.
Ook in de 500cc kan Agostini weinig potten meer breken. Ago wordt vijfde in Frankrijk en zesde in Oostenrijk. Wel slaagt hij er nog in de laatste GP van dat jaar in de 500cc op de Nˆ_rburgring te winnen, wat tevens de laatste overwinning uit de carriˆ¬re van Agostini blijkt te zijn. De regerend-wereldkampioen komt uiteindelijk niet verder dan een zevende plaats in het kampioenschap, terwijl Barry Sheene met zijn supersnelle Suzuki de wereldtitel in de wacht sleept.

Het seizoen 1977 begint met de belangrijke aankondiging dat MV Agusta zich definitief terugtrekt uit de racerij. Ago keert daarom weer terug naar Yamaha.
De gevechten in de 350cc klasse zijn dat jaar fel. Een groot aantal coureurs strijden om de overwinning, waaronder Takazumi Katayama, Michel Rougerie, Kork Ballington, Alan North en Johnny Cecotto. Agostini kent dit close-racing niet en hij is niet meedogenloos genoeg in het gevecht om de posities. Ago komt dat jaar in de 350cc dan ook niet verder dan een tweede, een achtste en een tiende plaats en een achttiende plaats in de stand om de titel. Mede-Yamaha-coureur Katayama pakt dat jaar de titel met vijf overwinningen.
Gedurende dat seizoen speelt Agostini in de 500cc alleen nog een rol van betekenis tijdens de GPÕs van Frankrijk en Tsjechoslowakije. Daar komt de Italiaan beide keren als tweede over de finish. Verder wordt Ago een keer vijfde in Itali‘, een keer achtste in Belgi‘ en twee keer negende in zowel Zweden als Groot Britanni‘. Deze resultaten leveren Ago een zesde plaats op in de eindstand.

Aan het eind van het seizoen 1977 besluit Giacomo te stoppen met motorracen om een aantal jaren later in de GP-wereld terug te keren met zijn eigen raceteam. Geen enkele andere coureur was zo succesvol en rijk geworden door de motorsport als Agostini.

Menig kenner van de wegracehistorie betwijfelt het echter of Agostini ook gezien mag worden als de grootste coureur aller tijden (naast de meest succesvolle). In de periode dat Agostini zijn hoogtijdagen vierde (1968-1972), ontbrak het hem en zijn machine namelijk aan waardige tegenstanders.
Zowel aan het begin als aan het eind van zijn carriˆ¬re kon hij het mannen als Hailwood enerzijds en Read, Saarinen, Sheene en Cecotto anderzijds echter behoorlijk moeilijk maken. En niet voor niets heeft geen enkele andere coureur zoveel overwinningen en wereldtitels geboekt dan Giacomo Agostini!

Erelijst van Giacomo Agostini:

122 overwinningen
15 wereldtitels

1964:
250cc: geen overwinningen, 12e in de eindstand

1965:
350cc: drie overwinningen, 2e in de eindstand
500cc: ŽŽn overwinning, 2e in de eindstand

1966:
350cc: drie overwinningen, 2e in de eindstand
500cc: drie overwinningen, 1e in de eindstand

1967:
350cc: ŽŽn overwinning, 2e in de eindstand
500cc: vijf overwinningen, 1e in de eindstand

1968:
350cc: zeven overwinningen, 1e in de eindstand
500cc: tien overwinningen, 1e in de eindstand

1969:
350cc: acht overwinningen, 1e in de eindstand
500cc: tien overwinningen, 1e in de eindstand

1970:
350cc: negen overwinningen, 1e in de eindstand
500cc: tien overwinningen, 1e in de eindstand

1971:
350cc: zes overwinningen, 1e in de eindstand
500cc: acht overwinningen, 1e in de eindstand

1972:
350cc: zes overwinningen, 1e in de eindstand
500cc: elf overwinningen, 1e in de eindstand

1973:
350cc: vier overwinningen, 1e in de eindstand
500cc: drie overwinningen, 3e in de eindstand

1974:
350cc: vijf overwinningen, 1e in de eindstand
500cc: twee overwinningen, 4e in de eindstand

1975:
350cc: ŽŽn overwinning, 2e in de eindstand
500cc: vier overwinningen, 1e in de eindstand

1976:
350cc: ŽŽn overwinning, 15e in de eindstand
500cc: ŽŽn overwinning, 7e in de eindstand

1977:
350cc: geen overwinningen, 18e in de eindstand
500cc: geen overwinningen, 6e in de eindstand

Tekst: Asse Klein, [email protected]
Bron foto: www.pierre-gabriele.com/Circuits/LeMans/AgostiniMV.JPG

Giacomo Agostini op de 500cc MV Agusta in 1976.