Lucchinelli en Uncini zetten Europa tijdelijk weer op de kaart

161

In de jaren 1978, 1979 en 1980 was het de Amerikaan Kenny Roberts, die de Europese motorwereld schokte door drie keer achter elkaar de wereldtitel te pakken in de 500cc klasse, waarbij de Europese coureurs enigszins de tweede viool speelden. In de seizoenen 1981 en 1982 waren het echter de Italianen Marco Lucchinelli en Franco Uncini, die de wereldtitel in de koningsklasse terughaalden naar Europa, zij het maar voor even.

Al vanaf het begin na de invoering van het wereldkampioenschap in 1949 waren het met name de Europese coureurs, die heersten in de mondiale wegracerij. Mannen als Jim Redman (Rhodesi‘, het huidige Zimbabwe) en Hugh Anderson (Nieuw Zeeland) vormden de grootste uitzonderingen door als niet-Europeanen meerdere wereldtitels te pakken in de diverse klassen.
Ook in de 500cc klasse waren het de Europeanen, die domineerden. Tot aan 1978 was het slechts ŽŽn keer een niet-Europeaan gelukt de wereldtitel te winnen in de koningsklasse. Dat was namelijk Gary Hocking (Rhodesi‘) in 1961 op de MV Agusta.
In 1976 was het Pat Hennen al gelukt als eerste Amerikaan een Grand Prix te winnen door de 500cc-race tijdens de Finse GP op het circuit van Imatra op zijn naam te schrijven, terwijl zijn landgenoot Steve Baker even later ook van zich deed spreken in deze zelfde klasse. In 1978 schokt Kenny Roberts als Amerikaan de wereld pas echt door de wereldtitel te pakken en deze vervolgens in 1979 en 1980 te prolongeren aan boord van zijn fabrieks-Yamaha. Nog nooit eerder hadden Europese rijders voor meer dan ŽŽn jaar de wereldtitel af moeten staan aan een niet-Europeaan bij de halveliters.







Het seizoen 1981: Lucchinelli haalt de wereldtitel terug naar Europa.

In 1981 verschijnt Roberts opnieuw aan de start in de 500cc klasse op de fabrieks-Yamaha. Barry Sheene komt voor dit zelfde fabrieksteam uit. Voor het Britse Suzuki Team (Ingersoll Heron Team Suzuki) rijden dat seizoen Randy Mamola en Graeme Crosby, terwijl Marco Lucchinelli de man van het Italiaanse Suzuki Team is (Gallina Team Suzuki). De fabrieks-Kawasaki wordt dat jaar andermaal bestuurd door Kork Ballington. Daarnaast moet er dat jaar ook weer rekening worden gehouden met het Nederlandse trio Wil Hartog (Suzuki), Jack Middelburg (Suzuki) en Boet van Dulmen (Yamaha), die ook een aardig partijtje mee kunnen blazen. Zij moeten het dat seizoen echter wel stellen met iets minder materiaal. Hartog en Van Dulmen hebben de beschikking over een semi-fabrieksmachine, terwijl Middelburg het met privŽ-materiaal moet doen. Andere rijders die dat seizoen niet uitgevlakt moeten worden zijn onder andere Marc Fontan, Bernard Fau, Franco Uncini en Guido Paci.

De eerste GP voor de jongens uit de 500cc klasse wordt dat jaar verreden in Oostenrijk op de Salzburgring. Randy Mamola wint de race, voor zijn teamgenoot Graeme Crosby en Suzuki-testrijder Hiruyuki Kawasaki. Marco Lucchinelli remt zijn machine onderuit in een poging het moordende tempo van Mamola bij te houden, terwijl Roberts uitvalt met technische problemen.
Een week later is het de beurt aan de GP van Duitsland. Daar geven Roberts, Lucchinelli en Mamola een geweldige show weg. De race wordt uiteindelijk in het voordeel beslist van Roberts, voor Mamola en Lucchinelli. Hartog komt niet verder dan een 14e plaats op de Hockenheimring en de ÔWitte ReusÕ besluit per direct zijn wegracecarriˆ¬re te be‘indigen.
Op een nat Monza wint Roberts vervolgens ook de derde GP van het seizoen, waarbij Crosby en Sheene hem na afloop van de race mogen flankeren op het podium.
Lucchinelli boekt zijn eerste grote succes dat seizoen op Paul Ricard door de Franse GP te winnen. Het gehele podium wordt overigens door Suzuki-rijders bezet, want de teamgenoten Mamola en Crosby finishen als tweede en derde. Tussenstand na 4 races: 1e Mamola (39 punten), 2e Roberts (36 punten), 3e Crosby (34 punten).

In Joegoslavi‘ is Mamola mede-Suzuki-rijder Lucchinelli net wat te snel af. Roberts mag met een derde plek opnieuw op het podium gaan staan.
Dan is het de beurt aan de Dutch TT. Op een natte baan heeft Van Dulmen lange tijd de leiding in handen, terwijl Roberts vanwege technische problemen niet kon starten, Sheene zijn machine niet aan de praat kon krijgen en Mamola reeds ten val was gekomen. Op een opdrogende baan is de Nederlander met zijn regenbanden echter kansloos tegen Lucchinelli op de intermediates. Lucchinelli wint de race uiteindelijk met meer dan een halve minuut voorsprong, voor Van Dulmen en Ballington. Met zijn overwinning in Assen neemt de Italiaan tevens de leiding in de tussenstand over van Mamola.
Op Spa Francorchamps rijdt Lucchinelli zich uiterst sterk naar voren om in de laatste ronde ijskoud af te rekenen met Roberts, mede dankzij een in de weg rijdende achterblijver. Het is de derde zege van het seizoen voor Lucchinelli, waarmee hij zijn leidende positie in de tussenstand verder verstevigd. Roberts wordt als tweede afgevlagd en Randy Mamola finisht als derde. Tussenstand na 7 races: 1e Lucchinelli (73 punten), 2e Mamola (64 punten), 3e Roberts (58 punten).

Na de races in Belgi‘ doet het GP-circus het circuit van Imola aan voor de GP van San Marino. Roberts start niet vanwege maagproblemen, waar Lucchinelli maximaal van weet te profiteren door voor de derde keer op rij te winnen. Sheene rijdt lange tijd aan de leiding, maar Lucchinelli rijdt zich, naar mate de wedstrijd vordert, opnieuw sterk naar voren om de Brit te passeren en direct bij hem weg te rijden. Sheene wordt tweede en Crosby pakt een aantal kostbare punten van zijn teamgenoot af door voor Mamola als derde over de streep te komen.
Op het circuit van Silverstone rijdt Middelburg de race van zijn leven tijdens de GP van Groot Brittanni‘. Crosby trekt zijn Suzuki al vroeg in de wedstrijd onderuit, waarbij hij Lucchinelli en Sheene min of meer in zijn val meeneemt. Aan de kop van de wedstrijd gaat de strijd verder tussen Roberts, Mamola, Ballington en Middelburg. Ballington valt op een gegeven moment uit met technische problemen, terwijl Mamola aan het einde van de wedstrijd ook snelheid verliest en hij zijn landgenoot en de Nederlander moet laten gaan. In een uiterst spannende slotfase is ÔJumping JackÕ de regerend wereldkampioen uiteindelijk de baas en Jack pakt zijn tweede GP-zege uit zijn carriˆ¬re. Mamola finisht ondanks zijn problemen nog als derde, waardoor de strijd om de titel, met nog twee races te gaan, weer geheel open is. Tussenstand na 9 races: 1e Lucchinelli (88 punten), 2e Mamola (82 punten), 3e Roberts (70 punten).

Tijdens de op ŽŽn na laatste GP van het seizoen op het stratencircuit van Imatra in Finland stelt Lucchinelli orde op zaken. Op een vrij gemakkelijke manier rijdt hij naar de overwinning, voor Mamola en Ballington.
De laatste GP voor de 500cc-heren wordt dat jaar verreden in Zweden op het circuit van Anderstorp. Alleen Lucchinelli en Mamola maken nog aanspraak op de titel. Het onderlinge verschil tussen de Italiaan en de Amerikaan bedraagt negen punten, waarmee Lucchinelli genoeg heeft aan een vijfde plaats. Mocht Mamola de race winnen, dan staan beide rijders op hetzelfde aantal punten, maar dan is het alsnog het grotere aantal overwinningen van ÔLuckyÕ, dat in zijn voordeel werkt.
Voor de Nederlanders wordt het een zeer succesvol weekend. Sheene wint de wedstrijd en pakt daarmee alsnog een zege in 1981, terwijl Van Dulmen en Middelburg achter hem respectievelijk op een tweede en derde plek finishen. Lucchinelli zit er niet goed bij, maar Mamola daarentegen heeft technische problemen, waardoor hij op een gegeven moment terugzakt naar een positie buiten de punten. De titel voor Lucchinelli is daarmee een feit, die in Zweden als negende finisht. Na drie seizoenen is het weer een Europeaan, die de titel pakt in de koningsklasse.

Eindstand WK 500cc 1981:

1e Marco Lucchinelli (ITA) Suzuki, 105 punten
2e Randy Mamola (USA) Suzuki, 94 punten
3e Kenny Roberts (USA) Yamaha, 74 punten
4e Barry Sheene (GBR) Yamaha, 72 punten
5e Graeme Crosby (NZL) Suzuki, 68 punten
6e Boet van Dulmen (NED) Yamaha, 64 punten
7e Jack Middelburg (NED) Suzuki, 60 punten
8e Kork Ballington (ZAF) Kawasaki, 43 punten
14e Willem Zoet (NED) Suzuki, 10 punten
23e Wil Hartog (NED) Suzuki, 2 punten

Het seizoen 1982: Uncini behoudt de wereldtitel voor Europa.

Voor de start van het seizoen 1982 heeft de traditionele stoelendans weer plaatsgevonden. Het wordt
overigens een jaar met veel fabrieksmachines. De grootste verandering in vergelijking met het seizoen 1981 is het feit, dat regerend wereldkampioen Lucchinelli het Italiaanse Suzuki-team heeft verruild voor de renstal van Honda, dat dat seizoen voor het eerst aan de start verschijnt met een tweetakt-machine; de Honda NS 500. Naast Lucchinelli verschijnen dat seizoen ook de jonge talentvolle Freddie Spencer en Takazumi Katayama aan boord van de Honda. De plaats van Lucchinelli bij het team van Gallina Suzuki wordt in 1982 ingenomen door Franco Uncini, die Loris Reggiani als teamgenoot krijgt.
Randy Mamola blijft voor het Britse Suzuki Team rijden, dit keer in de kleuren van HB sigaretten, en de Amerikaan heeft een nieuwe teamgenoot gekregen in de persoon van Virginio Ferrari. Graeme Crosby is namelijk gaan rijden voor Yamaha bij het team van Agostini. Daarnaast besturen ook Roberts en Sheene opnieuw een fabrieks-Yamaha. Roberts voor het offici‘le fabrieksteam en Sheene heeft een fabrieks-Yamaha in eigen beheer kunnen nemen. Tevens heeft de Fransman Marc Fontan de beschikking over een fabrieks-Yamaha (Team Sonauto Gauloises). Kork Ballington behartigt andermaal de belangen voor Kawasaki, terwijl onze Nederlanders Boet van Dulmen en Jack Middelburg het seizoen respectievelijk beginnen aan boord van een privŽ- en een semi-fabrieks-Suzuki. Later dat seizoen krijgen ook zij (Boet maar eventjes) de beschikking over fabrieksmateriaal; Van Dulmen van Yamaha en Middelburg van Suzuki. Tot slot zorgt Michel Frutshi op zijn Sanvenero in 1982 ook nog enigszins voor een ÔverrassingÕ.

Dit keer zijn de halveliters wel van de partij in Argentini‘, waar de seizoensopener wordt verreden. Het zijn de YamahaÕs van Roberts en Sheene en de Honda van Spencer, die in die race de dienst uitmaken. Na een spannende slotfase wint Roberts de wedstrijd, voor Sheene en Spencer. Lucchinelli komt niet verder dan een vijfde plek, achter Uncini, terwijl Mamola en Crosby met pech uitvallen.
Na de eerste race van het seizoen maken de coureurs de overtocht naar Europa voor de Oostenrijkse GP. De race blijkt nog spannender te worden dan de wedstrijd in Argentini‘. ZoÕn 15 ronden lang zijn acht rijders (Sheene, Roberts, Crosby, Spencer, Lucchinelli, Uncini, Reggiani en Van Dulmen) met elkaar aan het stuivertje wisselen aan de kop van de wedstrijd. Bij het ingaan van de laatste ronde maken alleen Uncini, Lucchinelli en Reggiani nog aanspraak op de overwinning. Reggiani en Lucchinelli verliezen echter in die laatste ronde de controle over hun machines, waardoor de overwinning naar Uncini gaat. Sheene en Roberts mogen samen opnieuw op het podium gaan staan door respectievelijk als tweede en derde over de streep te komen.
De derde GP van dat jaar wordt verreden in Frankrijk op het circuit van Nogaro, waarvan de staat van het circuit en het rennerskwartier beneden het acceptabele minimum is volgens de Ôgrote jongensÕ uit de koningsklasse. Dat wordt door hen geconstateerd op de woensdag voorafgaand aan de wedstrijd tijdens een circuitverkenning. Vervolgens wordt al vrij snel een verklaring opgesteld, waarin men verklaart niet te zullen gaan rijden, die ondertekend wordt door alle fabriekscoureurs voor de Japanse constructeurs. Ook Van Dulmen en Middelburg ondertekenen de verklaring. Michel Frutshi profiteert maximaal van het ontbreken van de grote fabrieksrijders en hij wint uiteindelijk de wedstrijd aan boord van zijn Sanvenero. Tussenstand na 3 races: 1e Roberts (25 punten), 2e Sheene (24 punten), 3e Uncini (23 punten).

Na het debacle in Frankrijk is het de beurt aan de Spaanse GP op het circuit van Jarama. Ruim zes ronden voert Spencer het veld aan, voor Roberts en Sheene, totdat hij technische problemen krijgt en hij zijn Honda aan de pits moet brengen. Vervolgens rijdt Roberts gemakkelijk weg bij Sheene om zijn tweede overwinning van het seizoen te pakken. Sheene finisht als tweede, terwijl Uncini derde wordt, waardoor de top 3 uit de tussenstand van dat moment opnieuw samen op het podium staat.
Tijdens zijn thuis-GP, dat jaar op Misano, is Uncini een klasse apart. Hij wint met een ruime voorsprong, voor Spencer, Crosby en Roberts. Sheene valt uit en na vijf races voeren Roberts en Uncini de tussenstand nu samen aan met 48 punten.
Race nummer zes is dat jaar de Dutch TT. Middelburg en Van Dulmen hebben vanaf dat moment ook de beschikking over fabrieksmateriaal; ÔJumping JackÕ van Suzuki en ÔDen Boet van YamahaÕ. Als de kwartliters van start gaan, is het nog droog en Roberts, Uncini, Sheene en Middelburg voeren het veld aan. Even later komt de regen echter met bakken uit de hemel. Onder andere Spencer, Roberts en Crosby komen daardoor ten val en de wedstrijd wordt dan ook in de 7e ronde stilgelegd, waarbij de race over de eerste zes ronden als ŽŽn manche wordt gerekend. Roberts leidde toen de wedstrijd en de Amerikaan krijgt daarmee 1 punt, Uncini (2e) krijgt 2 punten, Sheene (3e) 3 punten, Middelburg (4e) 4 punten, enzovoort. De coureur die dan na twee manches, dus na de herstart van de race over de nog tien resterende ronden, het minste aantal punten zal hebben, is de winnaar van de Dutch TT. Omdat Roberts pas in de 7e ronde onderuit ging en de doorkomst na zes ronden telde, mag hij wel herstarten. Na de herstart is het Middelburg, die aan de leiding gaat, voor Sheene, maar de lokale favoriet gaat onderuit. Sheene maakt vervolgens als koploper een slipper (zonder te vallen), waarbij hij zijn motor beschadigt en de Brit zakt daardoor terug. Uncini steekt namelijk al vrij snel binnendoor en de Italiaan wint de tweede manche, gevolgd door Crosby, Roberts en de alsnog op een vierde plek eindigende Sheene. De dagzege gaat daarmee naar Uncini, die de stand halverwege het seizoen nu alleen aanvoert. Roberts wordt tweede en Sheene mag na afloop van de wedstrijd met een derde plek alsnog op het podium gaan staan. Tussenstand na 6 races: 1e Uncini (63 punten), 2e Roberts (60 punten), 3e Sheene (46 punten).

Op het circuit van Spa Francorchamps boekt de Honda met Spencer zijn eerste overwinning, na de terugkeer van het Japanse merk in de GPÕs in 1979. In de beginfase van de wedstrijd heeft Roberts nog een grote voorsprong, maar de Amerikaan krijgt problemen met zijn banden en hij wordt achtereenvolgens door Spencer, Uncini en Sheene voorbijgestoken. Spencer wint dus, uiteindelijk voor Sheene, Uncini en Roberts.
Tijdens de GP van Joegoslavi‘ vindt een soort van voorbeslissing plaats in de strijd om het kampioenschap. Uncini wint de wedstrijd, voor Crosby en Sheene. Roberts daarentegen komt niet aan de finish vanwege technische problemen. Uncini is nu in ŽŽn keer los met twintig punten voorsprong op Roberts en Sheene, die nu samen tweede staan in de tussenstand. Van Dulmen heeft dan al afstand moeten doen van zijn fabrieks-Yamaha, waarmee hij gedurende de rest van het seizoen (ook al op het circuit van Rijeka) weer op zijn eigen Suzuki rijdt.
Tijdens de vrije trainingen voor de Britse GP op het circuit van Silverstone gaat het voor een aantal coureurs helemaal mis, waaronder Sheene en Middelburg. Zij komen hard ten val, waardoor Sheene voor de rest van het seizoen is uitgeschakeld. Middelburg zal er tijdens de GP van San Marino pas weer bij zijn. In de eerste bocht, tijdens de wedstrijd, gaat het bovendien ook nog eens mis voor Roberts, als hij ten val komt, na een zeer slechte start te hebben gekend en opgeslokt te zijn door de meute achter hem. Uncini daarentegen rijdt zonder enige problemen naar de overwinning, voor Spencer en Crosby, die bezig is met een sterk laatste gedeelte van het seizoen. De voorsprong van Uncini op Roberts en Sheene bedraagt nu 35 punten en met nog drie races te rijden, lijkt er niks meer mis te kunnen gaan voor de Italiaan. Tussenstand na 9 races: 1e Uncini (103 punten), 2e Roberts en Sheene (68 punten).

In Zweden is ook Roberts er niet bij. De Amerikaan is nog niet genoeg hersteld van zijn crash op Silverstone, waardoor de titel drie races voor het einde van het seizoen al voor Uncini is. Liggend aan de leiding van de Zweedse GP op Anderstorp, begee
ft de Suzuki van Uncini het echter. Katayama rijdt vervolgens naar de overwinning. Mamola wordt tweede en pakt daarmee zijn eerste podiumplaats van het seizoen, terwijl Crosby met een derde plek ook weer op het podium mag gaan staan.
Op het smoorhete circuit van Mugello, tijdens de GP van San Marino, gaat de overwinning voor de tweede keer dat seizoen naar Spencer, zonder enige moeite overigens. Op ruime achterstand finishen Mamola en Crosby respectievelijk als tweede en derde. Crosby en Spencer rukken met hun goede klassering op Mugello op naar respectievelijk een tweede en een derde plek in de tussenstand, mede door de afwezigheid van de Yamaha-rijders Sheene en Roberts, die dat seizoen overigens ook niet meer in actie komt.
Mamola sluit zijn seizoen nog enigszins tevredenstellend af door de laatste GP op de Hockenheimring in Duitsland te winnen. Spencer en Uncini vallen er samen af, waardoor ook de nieuwe Italiaanse wereldkampioen er tijdens de laatste drie GPÕs niet meer in is geslaagd punten te pakken voor het WK. Voor hem was dat voor het zeker stellen van de titel gelukkig ook niet meer nodig. De teamgenoot van Mamola, Ferrari, sluit zijn seizoen af met een tweede plaats in Duitsland; zijn beste klassering van het seizoen en datzelfde geldt voor Reggiani, die als derde finisht.
Na de titel van Lucchinelli in 1981 pakt Uncini dus opnieuw voor het Gallina Suzuki Team de wereldtitel.

Eindstand WK 500cc 1982:

1e Franco Uncini (ITA) Suzuki, 103 punten
2e Graeme Crosby (NZL) Yamaha, 76 punten
3e Freddie Spencer (USA) Honda, 72 punten
4e Kenny Roberts (USA) Yamaha, 68 punten
5e Barry Sheene (GBR) Yamaha, 68 punten
6e Randy Mamola (USA) Suzuki, 65 punten
7e Takazumi Katayama (JAP) Honda, 48 punten
8e Marco Lucchinelli (ITA) Honda, 43 punten
12e Boet van Dulmen (NED) Suzuki/Yamaha, 23 punten
16e Jack Middelburg (NED) Suzuki, 13 punten

Na het seizoen 1982 zijn het met name de Amerikanen en de Australi‘rs, die vervolgens de dienst uitmaken in de koningsklasse. In de jaren 1983 tot en met 1998 zijn het enkel en alleen coureurs uit de Verenigde Staten en Australi‘, die kampioen worden bij de halveliters. Pas in 1999 slaagt Alex CrivillŽ er als Spanjaard weer in de titel in de 500cc klasse terug te halen naar Europa. In 2000 is het Kenny Roberts Jr. die opnieuw de titel voor de Amerikanen binnenhaalt, totdat in 2001 het tijdperk Valentino Rossi aanbreekt. Dat jaar pakt de Italiaan zijn eerste titel bij de zware jongens en op dit moment lijkt Rossi af te stevenen naar zijn vijfde titel op rij. Hij is bovendien niet de enige Europeaan die het goed doet, want de Europese coureurs hebben zich de laatste jaren weer sterk teruggevochten. Het kan dus nog wel even duren, voordat een niet-Europeaan de titel weer pakt in de koningsklasse; de huidige MotoGP.

Tekst: Asse Klein, [email protected]
Bron foto: www.sportmedicina.com

Marco Lucchinelli op de Gallina Suzuki, waarmee hij de wereldtitel in 1981 pakte.