Nadat zijn landgenoten Kenny Roberts en Pat Hennen respectievelijk reeds in 1974 en 1976 voor het eerst waren aangetreden in het wereldkampioenschap wegrace, was het Steve Baker die in 1977 als derde man, behorende tot een eerste generatie Amerikaanse rijders, zijn opwachting maakte in de GP’s. Ondanks het feit dat zijn carrière niet zo heel erg lang heeft geduurd, is Baker toch tot op de dag van vandaag nog steeds een naam van betekenis in de geschiedenis van de wegracesport.
Steve Baker zien we reeds in 1975 en 1976 terug in de Formule 750cc klasse (in die jaren verreden onder de titel van Europees Kampioenschap), alvorens hij ook deel gaat nemen aan de GP’s. De Amerikaan zet daarbij een aantal nette klasseringen neer. Zo weet hij onder andere met zijn Yamaha in 1976 een tweetal races voor dit kampioenschap te winnen.
Met ingang van het seizoen 1977 zien we Baker dus ook aan de start van de GP’s staan. Hij doet dat in de 500cc klasse, waarbij hij uitkomt voor het officiële fabrieksteam van Yamaha, samen met de Venezolaan Johnny Cecotto (Yamaha Motor Co). Een derde fabrieks-Yamaha wordt dat jaar bereden door veelvoudig-wereldkampioen Giacomo Agostini (Team Api Marlboro), zij het dat de Italiaan dus voor een ander team rijdt.
Naast zijn Yamaha-collega’s zal Baker in 1977 bij de halveliters ook veel tegenstand kunnen verwachten van een groot aantal Suzuki-rijders. Zo zijn er dat jaar allereerst de drie fabrieks-Suzuki’s van het Texaco Heron Suzuki Team die bereden worden door regerend-wereldkampioen Barry Sheene, Baker’s landgenoot Pat Hennen die in 1976 als eerste Amerikaan een GP heeft weten te winnen en Steve Parrish. Daarnaast hebben een aantal andere teams in 1977 de beschikking over semi-fabrieksmateriaal van Suzuki, waar onder andere Philippe Coulon, Christian Estrosi (Marlboro M. Total), Gianfranco Bonera, Virginio Ferrari (Team Nava-Olio Fiat), Teuvo Länsivuori en Marco Lucchinelli (Life Racing Team) voor uitkomen. Tot slot weten dat jaar ook een aantal privé-rijders, waaronder Wil Hartog (winst tijdens de Dutch TT), voor een uitschieter te zorgen aan boord van hun Suzuki’s. Daarbij tellen in 1977 ook nog eens voor de eerste keer in de geschiedenis van het wereldkampioenschap wegrace alle resultaten per coureur mee in de strijd om de titel en wordt er dus niet langer gebruik gemaakt van de zogenaamde schrapresultaten.
Baker zelf maakt een zeer succesvol debuutseizoen in de GP’s mee. Zo begint hij het jaar met een nette tweede plaats tijdens de GP van Venezuela en gedurende het seizoen volgen er nog een aantal podiumplaatsen; derde in West-Duitsland, derde in Frankrijk, tweede in België, derde in Zweden en tweede in Groot Brittannië. Samen met nog een aantal top 10-klasseringen doet hem dit uiteindelijk belanden op een keurige tweede plek in de eindrangschikking, achter Sheene (goed voor zes zeges in 1977) die zijn wereldtitel weet te prolongeren, maar vóór Hennen (één zege) en zijn teamgenoot Cecotto (goed voor twee overwinningen, alhoewel de Venezolaan gedurende het seizoen lange tijd geblesseerd is geweest, na tijdens de GP van Oostenrijk betrokken te zijn geraakt bij een zware valpartij in de 350cc klasse, waarbij de Zwitser Hans Stadelmann helaas het leven moet laten; de 500cc-race op de Salzburgring wordt vervolgens door de echte toppers geboycot, waarbij het Suzuki-coureur Jack Findlay is, wel rijdend, die wint).
Gedurende datzelfde 1977 staat Baker ook weer aan het vertrek in de Formule 750cc klasse (vanaf dat moment een officieel wereldkampioenschap) en in deze categorie is hij dat jaar duidelijk een klasse apart. Zo eindigt hij tijdens bijna alle races op het podium, waaronder een vijftal overwinningen, waarmee de titel zeer overtuigend naar Baker gaat. Aan het eind van het seizoen bedraagt zijn voorsprong op tweede man Christian Sarron maar liefst 78 punten.
In 1978 staat Baker opnieuw aan het vertrek bij de halveliters. Hij heeft daarbij echter niet meer de beschikking over een fabrieks-Yamaha; die worden dat jaar namelijk bereden door zijn landgenoot Kenny Roberts (Yamaha International), Cecotto (Yamaha Motor Co) en Takazumi Katayama (Sarome). Baker zelf daarentegen moet het in 1978 doen met een semi-fabrieks-Suzuki van het Nava-Olio Fiat Team, terwijl de fabrieks-Suzuki’s van het Texaco Heron Suzuki Team dat jaar aanvankelijk bereden worden door Sheene en Hennen (Hartog krijgt na een zware crash van Hennen op het eiland Man gedurende het tweede gedeelte van het seizoen de machines van de Amerikaan tot zijn beschikking).
Voor Baker zelf wordt het niet zo’n succesvol seizoen als in 1977. Hij begint het jaar nog met een derde plaats in Venezuela, maar daarna weet hij geen podiumplaatsen meer te pakken. Door nog wel een heel aantal top 10-klasseringen te scoren, eindigt hij uiteindelijk op een zevende plaats in de eindstand, achter Roberts (de eerste Amerikaanse wereldkampioen in een GP-klasse), Sheene, Cecotto, Hartog, Katayama en Hennen.
In het wereldkampioenschap Formule 750cc weet Baker, in deze klasse nog steeds rijdend met een Yamaha, zijn titel ook niet te prolongeren in 1978. Overwinningen zitten er dat jaar niet voor hem in en hij wordt uiteindelijk slechts zesde in de strijd om de titel. Baker komt daarbij tijdens de laatste race van het seizoen op het circuit van Mosport Park in Canada ook nog eens zwaar ten val, wat hem doet besluiten per direct een punt te zetten achter zijn actieve wegracecarrière.
Vanaf het seizoen 1979 zien we Baker dus niet meer terug in het mondiale wegracecircus, waarmee er al snel een einde is gekomen aan zijn toch behoorlijk succesvolle carrière op twee wielen; een carrière die hem wel het wereldkampioenschap in de Formule 750cc klasse wist op te leveren, maar jammer genoeg voor de Amerikaan geen titels en overwinningen in de GP’s.
Erelijst van Steve Baker:
0 overwinningen
0 wereldtitels
1977:
500cc: geen overwinningen, 2e in de eindstand
1978:
500cc: geen overwinningen, 7e in de eindstand
Bron foto: www.kakeh.com/imatra